donderdag 22 januari 2015

Column: Erwin’s zin en onzin - deel 64

De hardloopschoenen zien voor het eerst daglicht
Het is zondagavond 18 januari, een historisch moment in onze rondreis door Argentinië dient zich aan: "Zullen we gaan hardlopen", vraagt Raul. Ik heb de afgelopen paar weken geen enkele behoefte gevoeld om te gaan lopen, maar natuurlijk zeg ik, een tikkie verrast, volmondig ja. Maar het is alsof de duvel er mee speelt. De afgelopen 11 jaar heeft het niet geregend aan de oostkust van Argentinië, maar wij presteren het om in een onweersbui te belanden. Een kort maar krachtig hardloopavontuur waar niet het zweet maar de regen ons een nat pak bezorgd.

De oostkust; Puerto Madryn om precies te zijn. We zijn nog steeds in Pategoniē in de provincie Chubut. Puerto Madryn, een middelgrote stad met ruim 100.000 inwoners. Het langgerekte zandstrand is een trekpleister voor, met name, Argentijnse vakantiegangers. Terwijl in Nederland de 'Elfstedenkoorts' inmiddels weer zijn intrede doet, is in Puerto Madryn zon, zee en strand momenteel business as usual. Over het strand slenterend vallen vooral de vele dikke vrouwen en de voet volleyende jongens op. Het spelletje jeu de boules kent hier een eigen variant, tejo genoemd.  Het speelveld is een stuk kleiner en de 'boules' hebben plaatsgemaakt voor gekleurde schijfjes. Het spel wordt, in tegenstelling tot de Franse variant, niet alleen door stoffige opaatjes met alpinopetjes gespeeld, maar door jong en oud.

De Argentijn mag hier misschien komen voor een luie strandvakantie, wij komen hier voor de dieren. Daarvoor reizen we af naar het schiereiland Penisula Valdés. Het eiland, ongeveer zo groot als de provincie Zuid-Holland staat op de werelderfgoedlijst van UNESCO. Het beschermde natuurgebied heeft een unieke collectie aan dieren en planten. Maar voordat je bij de dieren bent, rijd je eerst een paar uur over een zandweg. Aan beide kanten zie je een grote dorre vlakte. Af en toe duikt er een schaap op, maar voor de rest is er zover als je kunt kijken niets te zien. Het gebied is in handen van 56 boeren, die allen afzonderlijk  over een land beschikken dat groter is dan 10.000 hectare. De boeren hebben allen één en hetzelfde doel: de export van schapenwol. Nu alle inzittenden van de 'excursie bus' door het rustgevende en eentonige landschap in slaap zijn gesukkeld, komen we aan bij de dieren. Een grote kolonie zeeleeuwen, een groep pinguïns, enkele aardsluie zeeolifanten en verscheidene bijzondere landdieren zijn de voornaamste bewoners van het eiland. Tot de maand december zijn er ook walvissen en orka’s te aanschouwen. De enthousiaste gids geeft leuke en interessante info over de flora en fauna van het eiland. De pinguïns naderen de bezoekers tot minder dan een meter en de, voornamelijk slapende en luierende, zeeleeuwen en zeeolifanten zijn van af een afstandje te beschouwen. Het schiereiland kent slechts één stadje, Puerto Pirámides.

Aan de andere kant van Puerto Madryn kun je een groep van 1 miljoen pinguïns vinden. De komische loopvogels nemen in het 'pinguïndorp' ruim 290 hectare in beslag. Omdat je tijdens een reis af en toe keuzes moet maken, hebben wij deze plek niet bezocht.

De stad Puerto Madryn is overigens geen plek waar je direct het Latijns-Amerikaanse gevoel van krijgt. In het centrum, is buiten een groot arsenaal aan eettentjes, weinig te beleven. De stad komt in aanmerking voor het kleinste en lelijkste kunstmuseum van deze planeet en de lange brede straten geven deze industriestad een grauw tintje. Het dinosaurusmuseum in het nabij gelegen dorp Trelew is interessant maar alles behalve spectaculair. Door de rijke natuur is een bezoek van een aantal dagen toch de moeite waard.

Ons hostel, La Tosca, heeft de allure van een hotel. Een lekker ontbijt met versgebakken taart en cake wordt iedere ochtend door het vriendelijke personeel geserveerd. Een nachtje in dit hostel kost je amper 15 euro. De mensen die overigens denken dat Argentinië een goedkoop land is, komt van een koude kermis thuis. De prijzen zijn te vergelijken met die in Nederland. Door de drukte in La Tosca moesten we één nacht uitwijken naar een ander hostel. Hier deelden we een kamer met twee knotsgekke en schaamteloze sokkenhandelaars. Kennen jullie het fenomeen 'meezingen met koptelefoon op'? Eén van onze roomies gaf dit valse gejengel, midden in de nacht, een andere dimensie. Af en toe trok hij de koptelefoon uit zijn mobiel om ons, ongevraagd, mee te laten genieten van de Spaanstalige herrie.  Hoewel de twee zorgden voor een boel hilariteit, was een goede nachtrust ver te zoeken. Het hostel had nog een probleempje: de badkamerdeur kon niet op slot. Terwijl ik mij net even zat te ontspannen op het toilet, stormde er een meisje van een jaar of vijf de badkamer binnen. Na een vriendelijk 'hola' en een smerig glimlachje van haar kant, liet ze mij volledig beschaamd achter.

Als Geert dit bericht op zijn, buitengewoon populaire site plaatst, zijn wij op weg naar mijn laatste bestemming: Buenos Aires! Hier kijk ik erg naar uit. De tango laten we voor wat die is, maar voor de rest gaan we deze stad grondig onderzoeken. Eerst alleen nog even een busreisje van 18 uur.

Adios!!

ps: Heeft iedereen zich al opgegeven voor de Track & Field Cross?

3 opmerkingen:

  1. Dat valt nog mee Erwin, een busreisje van 18 uur. Leuk verslag en genoeg te beleven zo te lezen.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Mooi Erwin! Wat betreft die ps: ik verwacht veel deelname van "jouw A groep", maar heb nog geen inschrijvingen gezien! ��

    BeantwoordenVerwijderen