zaterdag 22 juni 2024

Operation Tenderfeet

Ruim 105 kilometer, 3350 hoogtemeters en bijna 20 uur hardlopen

Ik ben al jaren een groot fan van Kamp Waes (en de Nederlandse Kamp van Koningsbruggen). Uiteraard ben ik veel te oud om zelf mee te doen en met mijn richtingsgevoel is het navigeren is niet helemaal mijn ding zullen we maar zeggen. Maar één van de vaste onderdelen is Operation Tenderfeet: de deelnemers moeten een route afleggen waarvan ze niet weten hoe lang het gaat zijn. Maar het is altijd héél erg lang. Dat is wel mijn ding natuurlijk. Al vaak gedacht dat ik dat toch zou moeten kunnen. Ik kan al vast verklappen dat die zere voeten in ieder geval gelukt zijn in de trail die ik samen met Henrie liep afgelopen weekend….

Een tijd geleden kwam Henrie met het idee om mee te doen met de Trail Godefroy de Bouillon, in het zuiden van de Ardennen, tegen de Franse grens. Daar slingert de Semois zich tussen de heuvels door, wat prachtige romantische plaatjes oplevert. Het kasteel van Godfried van Bouillon (de kruisvaarder) staat daar stoer te pronken bovenop een heuvel. Prachtig decor voor start en finish natuurlijk. Al snel besloten we mee te doen en uiteraard konden we het niet laten om te kiezen voor de langste afstand, 104 km met 3200 hoogtemeters. Een flinke uitdaging, om het maar eens met gevoel voor understatement te zeggen.

We bereidden ons maandenlang zo goed mogelijk voor en uiteindelijk was het zo ver. We vertrokken vrijdags met Henries camper richting Bouillon. Na een voorspoedige reis wisten we een mooi plekje op een camperplaats te bemachtigen en haalden we ons startnummer op. Daarna konden we even het stadje verkennen. Biertje in het zonnetje op het terras en daarna een lekkere pasta bij de beste Italiaan in Bouillon. En daarna meteen terug naar de camper om de wedstrijdspullen klaar te leggen en naar bed. Ik had zelfs mijn loopkloffie al aangedaan om tijd te sparen. Een start om 4:00 is geen grap.

In alle vroegte fietsten we de kilometer naar de start, laatste stuk lopen met de fiets zo steil. Maar dat zou na afloop wel heel fijn naar beneden gaan… Het is altijd een bijzonder gezicht om een paar honderd lopers midden in de nacht helemaal klaar voor de start te zien ronddrentelen. Iedereen heeft zo zijn eigen rituelen. Na een korte speech in het Frans door de organisator werd er gelukkig ook nog even een Nederlandse samenvatting gegeven. En toen was er de start! Een lang lint lopers met brandende hooflampjes liep het stadje uit. Na een kilometertje stopten Henrie en ik even om een jasje uit te doen en daarmee liepen we meteen als laatste lopers.

Gaandeweg haalden we een paar lopers in, maar we werden ook nog ingehaald door een paar lopers die zich verslapen hadden. In het donker liepen we de eerste twee uur door het bos. Langzaam werd het lichter, maar onder de bomen was het nog best lang donker. En toen werden we ook nog getrakteerd op een enorme hoosbui. Voordat we een jasje uit de rugzak hadden waren we al nat, maar we konden in ieder geval goed warm blijven. De eerste de beste steile helling kon het jasje al weer uit omdat het zweet ons uitbrak.

Iedere 12 tot 15 kilometer was er weer een verzorgingspost waar je je bidons kon bijvullen en lekker kon pakken. De vrijwilligers waren super vriendelijk, hoewel ze soms alleen Frans spraken. Ook zij maakten er een mooie dag van, bij een aantal lagen er om negen uur ’s morgens al lege flessen bier onder de tafel. Op de tafels lag er van allerlei lekkers, we kwamen niets te kort.

Het parcours was echt fantastisch mooi. De Semois liet zich regelmatig zien als we weer eens een ‘doorkijkje’ hadden tussen de bomen. Het bos was echt uitbundig groen en we liepen op de mooiste paadjes die je maar kunt bedenken. Alle lof voor degene die het parcours uitgezet had. Ook de pijltjes hingen overal waar je ze maar nodig kon hebben. Er waren er echter een heleboel die naar boven wezen, maar dat was dan ook vaak de kant die we op moesten…

We wisten van tevoren natuurlijk al dat er veel steile heuvels in zaten, maar er is altijd een groot verschil tussen een hoogteprofiel bekijken of het ook daadwerkelijk voelen piepen en kraken in je spieren als je je met twee stokken omhoog moet hijsen. Stijgingspercentages van onder de tien kwamen minder vaak voor dan percentages boven de dertig. In ieder geval voor mijn gevoel. Gelukkig kwamen er ook regelmatig mooie lange afdalingen na zo’n helling waar je dan weer heerlijk kon dribbelen.

Dat was dan ook ons plan de campagne, alles naar beneden proberen te rennen en de rest hiken, vlak kennen ze namelijk niet in dit gebied. Het enige vlakke stuk was de laatste paar kilometers voordat we op de helft waren. Toen liepen we een stuk langs de oever van de Semois. Maar ook daar had het flink geregend de laatste tijd. . Dat er een paar honderd man ons voorgegaan was maakte het niet beter en dus was het een grote glibberboel in de rivierklei, waar ook niet te rennen viel.

Halverwege hadden we een verzorgingspost met beter eten en daar konden we ook onze dropbag met droge spullen en zo pakken. Hier hielden we dan ook een iets langere pauze. Even de voeten wat laten drogen, droge sokken en droge zooltjes in de schoenen en verder maar weer. De eerste helft was eigenlijk prima gegaan en we hadden echt genoten van de geweldige natuur. Maar de heuvels en de hoogtemeters hadden al wel een aardige aanslag gepleegd op onze benen en volgens het hoogteprofiel zaten er in de tweede helft evenveel hoogtemeters als in de eerste helft.

Het begin van de tweede helft was even een mentaal dingetje. Je weet dat je dicht bij de camper bent en was is er dan makkelijker dan opgeven en lekker te gaan douchen? Toen we weer wat verder weg waren werd dat wel weer beter. Ik had de focus er goed op en moest Henrie er even doorheen slepen. Dat ging nog niet echt ten koste van het tempo, maar het begon zoetjes aan ook wel meer te zeuren in de benen. Gelukkig waren de verzorgingsposten nu iedere tien kilometer, dat geeft steeds een mooi richtpunt.

Ook hadden we wat afleiding van lopers van de kortere afstanden. Waar we al tijden met zijn tweeën liepen, konden we nu af en toe een praatje maken met anderen. Dat gaf toch weer even goed gevoel als je een loper zag die het ook moeilijk had, maar die maar dertig km liep terwijl wij er al 65 op hadden zitten. Goed voor ons moraal zullen we maar zeggen. En dat hadden we ook nodig. Vooral Henrie zat teveel te rekenen hoe lang we nog onder weg zouden zijn. We liepen de eerste helft op een schema van zo’n 16 1/2 uur. Dan zouden we ruim voor het donker binnen zijn. Maar dat gingen we niet meer halen.

Met nog ruim dertig km te gaan hadden we even een bakkie koffie gescoord en bespraken we de opties. De laatste mogelijkheid om af te korten lonkte nogal voor Henrie. Maar ik had er geen oren naar 90 in plaats van 105, zoveel verschil maakt dat nu ook weer niet… We waren niet geblesseerd, alleen moe. Geen reden om af te kappen. Dan maar iets langer in het donker lopen. We besloten om de rest van de afstand ook de downhills maar te hiken om de bovenbenen te sparen. Die deden inmiddels al flink zeer bij het afdalen. Heuvelop was wel superzwaar en steil, maar dat lukte nog redelijk. Onze stokken waren onze redding.

Nordic walking is een tak van sport die we beiden goed beheersen mag ik wel zeggen. Met efficiënte inzet van stokken kun je sneller vooruit komen, maar zeker bij het klimmen geeft het heel veel voordeel. En hoe steiler de heuvel hoe meer voordeel. De steilste heuvels was het een kwestie van twee stokken omhoog zetten en jezelf omhoog hijsen en dat dan achter elkaar tot je boven was. Zo hadden we op een gegeven moment een kilometer in 19 minuten, terwijl we echt ons best deden om zo snel mogelijk omhoog te komen.

De dag liep ten einde en de schemering viel in het bos al snel in. Maar we waren er nog niet… De mentale strijd was volop bezig en eigenlijk belangrijker dan de fysieke strijd. De organisator speelde daar ook handig op in door in de laatste kilometers nog een paar enorm steile en technische heuvels in het parcours op te nemen. In het donker was het voor mij vooral in de afdaling erg lastig. Ik zie het sowieso al niet goed, maar in het licht van de koplamp en met bovenbenen van gesmolten kaas was het steil afdalen over de rotsen en boomwortels bijna onmogelijk.

Maar willen is kunnen zeggen ze bij Kamp Waes altijd en dat hield ik als mantra aan in de laatste paar uurtjes. Ik zat me wel af te vragen hoe dat nu zat met die veertig procent. Als je denkt dat je niet verder kunt zit je pas op 40 % zeiden ze op TV. Maar hoe kun je dan uren lang achter elkaar op 40 % zitten? Ergens loopt het toch op zou je zeggen… Ik probeerde dat maar uit het hoofd te zetten. Gelukkig kwam de laatste klim naar het kasteel eindelijk in zicht. Mijn eigen horloge viel net een kilometer voor de start uit, was mijn eigen 40 % dus toch net even meer…

Gezamenlijk kwamen we over de streep. High five en super trots op onze prestatie. Bij de finish waren ze de boel al aan het afbreken. Er liepen er nog maar een stuk of zes ergens achter ons en er waren een heleboel mensen uitgestapt. Dat maakte ons niets uit, wij hadden het gehaald! We kregen een mooie medaille en mochten ons te goed doen aan alles wat was overgebleven. Maar daar hadden we helemaal geen zin meer in. Na 105,25 km, 19:32 uur lopen en zo’n 3350 hoogtemeters (en weer naar beneden) waren we er helemaal klaar mee. We pakten ons fietsje en zoefden de bult af naar de camper. Douchen en slapen was een grotere beloning dan welke medaille dan ook… Tender feet had ik ook, Operation Tenderfeet geslaagd dus! (bron)

Andre Bleumink

Geen opmerkingen:

Een reactie posten