zondag 27 december 2009

Meddo 25e Keiloop 5,5 km - 21,39 min - 10e plaats

De laatste wedstrijdmeters van het jaar 2009
De Keiloop in Meddo is bijna ieder jaar mijn laatste wedstrijd van het jaar en ook tijdens deze jubileumeditie wil ik niet ontbreken. Bij het betreden van het sportpark valt me gelijk de prachtige verbouwing op die daar het afgelopen jaar heeft plaatsgevonden en als je met dit weer op blote voeten in een kleedkamer staat, is vloerverwarming toch echt een heerlijke luxe. Voor mijn gevoel zijn er meer Duitsers dan anders aanwezig en over het algemeen is het lekker druk. Ik maak dan ook met veel bekenden een praatje.
De laatste weken ben ik al blij dat ik een wedstrijd in ongeveer 4 minuten per kilometer kan lopen maar sinds de Montferland Run ben ik verkouden en ik kan er maar moeilijk vanaf komen. De eerste kilometer loop ik dan ook ongeveer 15 seconden langzamer dan dat ik meestal doe en het groepje waar ik bij loop, met Rob Berkelder, Heinrich Baumer, Gotfried Wopereis en Kasper Wolterink, moet ik laten lopen.
De volgende kilometers gaan aardig constant maar komen wel boven de 4 minuten en ik moet aardig naar lucht happen. Net over de helft gaat de eerste vrouw Brigit Landewe me ook voorbij maar daar kan ik nog aardig bij in de buurt blijven. Het parcours is goed te lopen en het is prima loopweer, al staat er soms een stevig windje. Op de lange weg richting de finish probeer ik nog wat te versnellen om toch onder de 22 minuten te lopen, wat me ook nog lukt.
Na mijn eigen wedstrijd heb ik nog even de start van de lange afstanden afgewacht om daarna met Theo Stronks en de verslaggever van de Gelderlander Benno Stevering in de auto te stappen. In de buurt van het 5 kilometer punt, waar de lopers van de 10 kilometer en de Halve Marathon weer bij elkaar komen, hebben we nog even naar hun wedstrijd gekeken. Van de bekertjes water die daar staan wordt met dit frisse weer weinig gebruik gemaakt, wat ik me ook nog wel kan voorstellen!
site organisatie 

Theo Stronks (met pet) en Benno Stevering – foto’s Marco van Rijs. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten