“Rot dan op uit dit startvak
klootzak en ga achteraan staan” Zwaar geïrriteerd luister ik naar een verhaal
van een man achter me. Met veel enthousiasme zegt hij vandaag onder de 1.15 uur
te willen lopen. Aan de andere kant staat een mannetje van nog geen drie turven
hoog. Met veel geweld probeert hij een regenponcho in het achterzakje van zijn
loopbroek te proppen. Hoofdschuddend kijk ik naar het merkwaardige tafereel. “Ik
wil hem bewaren, maar hij past niet. Mijn auto staat in Lent, ik moet straks
nog heel ver lopen”, mompelt het kaboutertje in gebrekkig Nederlands. Als ik om
me heen kijk krijg ik een Spaans benauwd. Duizenden mensen staan als legkippen
op elkaar om straks 15 kilometer te lopen. Ik heb een hekel aan die drukte,
maar zo af en toe durf ik het aan. Ik richt mijn blik op mijn gloednieuwe
ultralichte Adidasjes en verdrink in mijn gedachten. In één van mijn dagdromen
vecht ik een spannend duel uit met Jesper van der Wielen. “Wie wordt de eerste
Nederlander?”, schreeuwt de speaker. Met een uiterste krachtsinspanning druk ik
mijn afgetrainde torso na 43.37 minuten als eerste over de finishlijn.
Een doffe knal brengt mij
weer terug op aarde. Aan het geroezemoes en het geschuifel van de atleten te
zien, moet dat het startschot zijn. Terwijl de wereldtoppers nu rond het 1
kilometerpunt lopen, passeer ik start/finish. Mijn Zevenheuvelenloop is
begonnen. Ieder jaar schrik ik weer van de indrukwekkende mensenmassa. Terwijl
ik drie heren inhaal, word ik aan de andere kant van de weg door zeven man
gepasseerd. Overal waar ik kijk zijn lopers. De eerste kilometers vliegen voorbij.
Door het lange stuk valsplat zijn deze kilometers alles behalve makkelijk. Aan
het oorverdovende gepiep te horen is het 5 kilometerpunt op komst. Als ik het
punt passeer staat er 20.09 minuten op mijn horloge. Dat was het dan dacht ik.
Weg moraal. Ik heb immers het doel om onder het uur te lopen. Als je na vijf
kilometer al boven het schema ligt, betekent dit normaal gesproken niet veel
goeds. Eigenlijk heb ik er nu al helemaal geen zin meer in.
“Links water”, “AA-drink aan
de rechterkant”. Daar is de eerste drankpost. Ik besluit om niks te nemen en
loop met mijn chagrijnige kop gewoon door. “Hier heet water”, hoor ik een
grapjas schreeuwen. Eventjes twijfel ik of ik hem niet op zijn bek moet slaan,
maar toch besluit ik om stug door te stampen. In de verte hoor ik hard gejuich
en geklap. Dit moet het begin van de legendarische zevenheuvelenweg zijn denk
ik bij mezelf. Dit klopt. Toeschouwers staan rijen dik aan beide kanten van de
weg. Het gejuich zweept me op en ik besluit iets te versnellen. Plots passeer
ik mijn goede vriend en ex-ava’70 lid Thomas Luttikhold. Terwijl we elkaar
normaal dood gooien met de meest onzinnige verhalen, blijft het nu bij een
mager succeswensje. Mijn tank begint namelijk behoorlijk leeg te raken en ook
Thomas barst volgens mij niet meer van de energie. “Erwin Wamelink!!!” Ik zit
net lekker in mijn ritme als opeens de lange atletische gestalte van André
Bruil opdoemt. Hij staat boven op een bultje om vanaf daar alles scherp in de
gaten te houden. Aan de andere kant van de weg staan nog een aantal Avajanen
die een dag eerder al ‘De Zevenheuvelennacht’ hebben meegemaakt. Ik steek even
mijn hand in de lucht om mijn waardering voor de geweldige aanmoedigingen uit te
spreken.
“Koffie links” Opnieuw zo’n lolbroek. Hoewel het tempo er nu goed in zit, twijfel ik opnieuw om een paar ferme tikken uit te delen. Wederom kan ik mezelf beheersen. Mijn horloge springt precies op 40 minuten als ik het tien kilometerbordje passeer. Terwijl ik het gevoel heb dat ik op hete kolen loop, (Ik merkte na twee kilometer al dat mijn keuze voor de dempingloze Adidas-schoentjes een foute was) is er weer hoop om onder het uur te lopen. Eerst nog die verschrikkelijke kilometers in Berg en Dal. Een aantal klote klimmetjes en een gemeen stuk valsplat. Na 13 kilometer is de ellende voorbij en duik ik de lange afdaling in. Mijn zelfmedelijden begint ernstige proporties aan te nemen. “Auw mijn voeten, ik kan écht niet meer.” “Je gaat het toch niet meer halen, neem alsjeblieft wat gast terug.” Dit zijn een aantal gedachten die door mijn hoofd heen spoken. Als ik de laatste bocht in vlieg is er nog één kilometer te gaan. 55.53 minuten staat er op mijn klokkie! Het kotsen staat mij inmiddels nader dan het lachen, maar ik weet dat het niet meer fout kan gaan. Bij het bordje van 250 meter schiet de kramp erin. Eerst mijn rechter bovenbeen, dan mijn linker kuit en vervolgens de rest van mijn benen. Met een verbeten blik en een piepende ademhaling passeer ik juichend de finish. “Loopt u maar even mee naar de rechtkant meneer, ik heb uw vast.” In de armen van een lief EHBO-vrouwtje begin ik te beseffen dat ik mijn doel heb bereikt! 59.35 minuten!
“Koffie links” Opnieuw zo’n lolbroek. Hoewel het tempo er nu goed in zit, twijfel ik opnieuw om een paar ferme tikken uit te delen. Wederom kan ik mezelf beheersen. Mijn horloge springt precies op 40 minuten als ik het tien kilometerbordje passeer. Terwijl ik het gevoel heb dat ik op hete kolen loop, (Ik merkte na twee kilometer al dat mijn keuze voor de dempingloze Adidas-schoentjes een foute was) is er weer hoop om onder het uur te lopen. Eerst nog die verschrikkelijke kilometers in Berg en Dal. Een aantal klote klimmetjes en een gemeen stuk valsplat. Na 13 kilometer is de ellende voorbij en duik ik de lange afdaling in. Mijn zelfmedelijden begint ernstige proporties aan te nemen. “Auw mijn voeten, ik kan écht niet meer.” “Je gaat het toch niet meer halen, neem alsjeblieft wat gast terug.” Dit zijn een aantal gedachten die door mijn hoofd heen spoken. Als ik de laatste bocht in vlieg is er nog één kilometer te gaan. 55.53 minuten staat er op mijn klokkie! Het kotsen staat mij inmiddels nader dan het lachen, maar ik weet dat het niet meer fout kan gaan. Bij het bordje van 250 meter schiet de kramp erin. Eerst mijn rechter bovenbeen, dan mijn linker kuit en vervolgens de rest van mijn benen. Met een verbeten blik en een piepende ademhaling passeer ik juichend de finish. “Loopt u maar even mee naar de rechtkant meneer, ik heb uw vast.” In de armen van een lief EHBO-vrouwtje begin ik te beseffen dat ik mijn doel heb bereikt! 59.35 minuten!
Ik heb het gevoel dat ik een Olympische medaille
heb gewonnen, maar even later word ik weer keihard met beide benen op de grond
gesmeten. “Nijmegen mag ik een daverend applaus voor de winnaar, in een tijd
van 42.14 minuten, Leonard Komon!!” Ach ja, verschil moet er zijn zullen we
maar zeggen.
Toch benieuwd wat dat EHBO vrouwtje vast had, er is blijkbaar een woord weggevallen...
BeantwoordenVerwijderenLeuk stukje Erwin!
Prachtig verhaal Erwin. Waar haal je het vandaan. Gefeliciteerd met je tijd. Onder het uur.
BeantwoordenVerwijderenHaha André! Ik had geen tijd om mijn tekst goed te controleren dus ik vermoed dat er nog wel wat foutjes in staan.
BeantwoordenVerwijderenIn mijn herinnering had ze gewoon mijn arm vast trouwens....
Gefeliciteerd, je bent de goeiste...
BeantwoordenVerwijderenErwin, je hebt er weer een geweldig verhaal van gemaakt. Super!
BeantwoordenVerwijderenHey Erwin, super verhaal, al lezende leef ik helemaal mee!
BeantwoordenVerwijderenNa het passeren van het zwarte loopgeweld, was de doorkomst van de blonde pijl op de kop van de Zevenheuvelweg werkelijk een verademing. Als je na 8724,8 meter ploeteren, nog zo ronddartelt en bijna een rondedansje maakt bij het horen en zien van een viertal clubgenoten, dan ben je een hele grote (in wording). Zo schrijf je trouwens ook!!!
BeantwoordenVerwijderenSchitterend verhaal weer Erwin, ook heel herkenbaar.
BeantwoordenVerwijderenGeweldig stuk Erwin! En super goed gelopen! Je bent een topper!!
BeantwoordenVerwijderenVooral dat stukje over het kotsen Björn????
BeantwoordenVerwijderenSuper
BeantwoordenVerwijderenGefeliciteerd met je geweldige tijd! Mooi geschreven!
BeantwoordenVerwijderenDe beentjes waren vandaag wat minder Erwin, maar driemaal pieken in een week is ook uitzonderlijk. Eerst een dik pr op de 5km, dan onder het uur in Nijmegen en tot slot nog een geweldig verslag van je belevenissen, mag het eens een keer een beetje minder gaan.
BeantwoordenVerwijderenAls dat niet het geval was geweest zouden we haast je verhaal van vorige week nog gaan geloven.
Geweldig!
Met genoegen weer je mooie verhaal gelezen Erwin.
BeantwoordenVerwijderenDas weer een super stuksken Erwin!
BeantwoordenVerwijderenEn heel herkenbaar al die taferelen!
Mooi verhaal Erwin! Ik krijg steeds meer zin in die onzin... Laat maar komen!
BeantwoordenVerwijderenErwin, ik lees dat één van de afkickverschijnselen bij jou agressiviteit is. Hoe vaak jij binnen het uur niet van je af wilt slaan. Dat zal wat worden als je binnenkort een marathon gaat lopen.
BeantwoordenVerwijderenPuike prestatie trouwens.