donderdag 8 januari 2015

Column: Erwin’s zin en onzin - deel 61

Op 4 januari hebben we een verlate Nieuwjaarsduik genomen in de Atlantische oceaan, heerlijk
De kop is eraf!

Als op 2 januari om 22.30 uur, na een vertraging van anderhalf uur, mijn vliegtuig vanaf de Polderbaan vertrekt besef ik daadwerkelijk dat het avontuur is begonnen. Een maand lang ga ik samen met mijn goede vriend Raul Griffioen rondtrekkend door het op één na grootste land van Zuid-Amerika; Argentinië. Raul heeft veel familie in Argentinië, die deel uitmaken van een groep Nederlanders die halfweg de 20e eeuw emigreerden naar het land. Raul is al vanaf september in Argentinië en heeft in die tijd veel op de boerderij gewerkt en een groot deel van zijn familie bezocht.

Voordat ik het vliegtuig instap maak ik kennis met Annie en Leo Vink. Annie is de oudtante van Raul en zei kan mij veel vertellen over de Argentijnse cultuur. Een bijzonder lief echtpaar dat mij, een totaal onervaren reiziger, overal bij helpt.

Als ik de strenge Argentijnse douane ben gepasseerd staat Raul me al op te wachten. Ook zijn vader, die een maand bij zijn familie verblijft en een oom, Richard, verwelkomen me hartelijk. Vanaf het vliegveld van Buenos Aires is het een klein stukje rijden naar het huis van oom Richard. Ach ja een klein stukje, dik 500 kilometer maar dat stelt hier blijkbaar niks voor. Even om het in perspectief te plaatsen: alleen de provincie Buenos Aires is al acht keer groter dan Nederland.

Onderweg naar de 'Nederlandse enclave' Tres Arroyos, maak ik kennis met een aantal Argentijnse gewoontes. Bijvoorbeeld het drinken van Maté. Een klein kopje wordt voor de helft gevuld met een soort theeblaadjes, sherpa genoemd, en bijgevuld met heet water. Via een ijzeren rietje wordt de maté naar binnen gewerkt. Het is niet zo dat iedereen een eigen kopje heeft, nee hoor, het kopje wordt steeds doorgegeven naar een ander persoon. Het Hollandse - één koekje bij de thee - kennen ze hier ook niet,  de koekjes gaan er met rollen tegelijk doorheen. Had ik trouwens al gezegd dat het hier overdag een graad of dertig is? Bij dezen, het is hier heerlijk weer. Op 4 januari hebben we een verlate Nieuwjaarsduik genomen in de Atlantische oceaan, heerlijk. Maar dit terzijde

Een ander, geheel niet vervelend gebruik, in Argentinië zijn de twee warme maaltijden op één dag. Hier zijn ze niet zo van de aardappels-groente-vleesmaaltijd, hier houden ze het gewoon bij vlees, vlees en nog eens vlees. Voor een halve kilo per dag draaien ze zich hier de hand niet om. Een gewoonte waar ik wel aan kan wennen. Het avondmaal wordt overigens pas rond een uur of half 11 in de avond opgediend.

Het boerenleven is in de provincie Buenos Aires, waar de hoofdstad zelf geen deel van uitmaakt, de belangrijkste inkomstenbron. Richard bewerkt 1200 hectare land. Dus je begrijpt dat ik het hier niet over een hobbyboertje heb. Overal waar je kijkt zie je de schitterende goudkleurige tarwevelden of de groene sojaplanten. De wijdheid van dit land is bijna niet te bevatten. Johan, ook een oom van Raul, woont met zijn vrouw Paula, drie kinderen en vier honden op een boerderij een halfuur buiten Tres Arroyos. Hier verblijven we een nachtje. Het valt me op dat de kinderen in een oorverdovende stilte en een ongelooflijke ruimte opgroeien. De oudste zoon, slechts tien jaar, draait moeiteloos mee op het boerenbedrijf. Hij is van alles op de hoogte en rijdt zelfs met een tractor die een laadbak van twintigduizend kilo voortsleept, over het platteland. Het valt ook op dat de kinderen van Johan en Paula het Nederlands niet machtig zijn. Het lijkt erop dat de oorspronkelijke Nederlanders langzamerhand échte Argentijnen worden.

Zoals jullie merken raak ik niet uitgepraat over het overweldigende begin van onze reis. Eén ding moet ik nog even melden. Het gaat over het kustplaatsje Reta. Een geweldig dorpje. Als je vanaf de snelweg, die er hier fantastisch bij ligt, Reta binnenrijdt, houdt het asfalt ineens op. Je gaat plots vijftig jaar terug in de tijd. Midden tussen de duinen staan een aantal huisjes, verder is er weinig te beleven. Maar dan staat daar, op een plek waar het onmogelijk lijkt, een bowlingcentre. Het mooie aan deze bowlingbaan is dat de kegels door een mannetje weer recht overeind worden gezet. De beste man verstaat zijn vak uitstekend, want binnen no time staan de kegels weer overeind. Voor degenen die het interesseren,  ik kwam uiteraard als winnaar uit de strijd.

Terwijl ik dit type, zitten we in een ongelooflijk luxe bus die ons naar het in het zuidwesten gelegen Bariloche brengt, een reis van pakweg 1200 kilometer. Eigenlijk gaat de reis nu écht beginnen. Of ik daar internet heb, is maar de vraag. Het zal mij verbazen dat dit verhaal jullie ooit bereikt!.

Adios!

1 opmerking:

  1. Mooi verhaal Erwin en genoeg te beleven en te zien in dat mooie land. Veel plezier nog de komende weken, je zult de hardloopschoenen nog wel niet aan hebben gehad?

    BeantwoordenVerwijderen