Badmeester Jan Bouwmeesters strooit Biotex in de hot tub van survivalatleten in Beltrum (foto Jan Houwers) |
Winnaar Dinant Huurneman van de survivalrun in
Beltrum kent geen twijfels aan het begin van deze zondagmiddag. „Dit is het
beste en lekkerste onderdeel van de wedstrijd”, onthult de inwoner van de
Winterswijkse dorp Meddo, terwijl hij zich onderdompelt in het water van een
van de hottubs achter sporthal de Sonders.
Hij heeft wel een advies voor badmeester Jan Bouwmeesters:
„Het water mag wel een beetje warmer. Het is nog net niet ijskoud.” De
aangesprokene sprenkelt meteen een straal over het hoofd van de snelste
survivalatleet.
Danny Hagebook uit Rutten, in de Noordoostpolder, die
achter zijn badvrienden Huurneman en Stijn Elferink uit Lichtenvoorde als derde
eindigde in de wedstrijd, is nog wat brutaler. „Jan, ik weet me te herinneren
dat we in de vorige jaren altijd iets hartverwarmends van je kregen”, zegt hij.
„Kan dat pikketanussie er nu niet meer vanaf?” Bouwmeesters schudt zijn hoofd
bij zoveel bravoure en sjokt weg. Even later keert hij terug met een kruik
kruidenbitter en drie glaasjes: „Nou, vooruit dan maar, jongens. Maar niet
verder vertellen, hè. Want anders wil iedereen het.”
Liefst 34.000 liter warm water stroomt na de run in de
tobbes bij de sporthal aan de Beltrumse Avesterweg. Bij het Groenlose
vleesbedrijf Vion Food wordt dat op temperatuur gebracht. Een dubbele tankwagen
van transportbedrijf Baks uit Borculo haalt daar het water met een temperatuur
van 60 graden Celsius op, zodat de survivalatleten kunnen rekenen op een warm
bad. De hottubs zijn deels drinkbakken voor koeien en het water wordt er met brandweerslangen
ingepompt.
„Ik weet niet anders dan dat ik dit klusje doe bij de
survivalrun”, verheldert Bouwmeesters, die nog drie assistenten in zijn badtent
heeft. „Van de wedstrijd zien we helemaal niets, maar dat hebben we erg graag
voor over. Ook de prijsuitreiking missen we, want we zijn nog tot zes uur
vanavond druk met het opruimen hier.”
Het geheime recept van de Beltrumse badmeester wordt
gevormd door pakken Biotex, waarvan hij de inhoud met regelmaat in de tobbes
strooit. „Dat gebruiken we al vanaf het begin. Stef Beunk, destijds een van de
deelnemers, vertelde me dat hij na de run thuis een bad nam met Biotex erin.
Want je moet weten dat de jongens en meiden op de hindernissen allemaal kleine
wondjes oplopen. De Biotex werkt ontsmettend. Dat wisten ze vroeger in de
ziekenhuizen ook al, daarom gooiden ze dat daar in bad. De enzymen in de Biotex
vreten als het ware de wondjes van de atleten schoon”, legt Bouwmeester uit.
Hij weet dat zijn werkzaamheden door de deelnemers zeer
gewaardeerd worden. „Het zegt toch heel veel dat ze allemaal in de hot tubs
willen. Het duurt nog even, maar straks is het hier een komen en gaan van
atleten.” (bron).
Zo wat een luxe, als ze elk event toch eens af zouden sluiten met zulke baden. Goed geregeld organisatie!
BeantwoordenVerwijderen