Zondag
26 juni, the day after de Beeklaanstraatrace… Dat konden Gerdy en ik goed
vernemen toen we deze zondagochtend zo rond 07.30 uur richting onze gastloper renden.
Stram in de benen en knokig in de knieën van het sprintgeweld van de avond
daarvoor! En heel ietsiepietsie een katertje, ik tenminste. Toen ik me
zaterdagnacht om 01.00 uur bij mijn Beeklaankompaan Erwin Wamelink afmeldde met
de mededeling dat ik de volgende ochtend vroeg op pad ging met gastloper Jan te
Brake jr, beweerde Erwin stellig dat we een gemakkelijk interview tegemoet
konden zien: ”stel Jan een vraag over de triatlon, en je bent een goeie
anderhalf uur onder de pannen!” Daar zat, achteraf gezien, een kleine kern van
waarheid in…
Toen
Gerdy en ik bij Jan op ’t Slaa aankwam, zat Jan al klaar. Ook Jan had een
feestje gehad de avond ervoor. Maar als een echte sportman betaamd: ’s avonds
een kerel, ’s morgens een kerel. Toen Jan zijn mobiel en wat zakdoekjes in een
plastic tuutjen deed en dit vervolgens achter in zijn achterzak deed, gaf Gerdy
aan dat ze deze hardlooptip van Jan had overgenomen. Altijd zakdoekjes
meenemen, en wel in een plastic zakje, anders heb je er niets aan! Voor het
geval je achter op de Haart last van darmkrampjes krijgt zeg maar…
Zo
heeft Jan meerdere tips, al wordt hier wel eens wat lacherig over gedaan. Toen
hij met zonen Mark en Tim en huisvriend Erwin Wamelink in februari naar Schoorl
gingen voor de NK 10 km, had Jan gezorgd voor vuilniszakken en toiletpapier.
Door de nieuwe generatie werd hier natuurlijk erg schamper over gedaan; niet
meer van deze tijd! Toen de wedstrijdspanning echter de stoelgangbevordelijk
ging werken, werden de eerste vragende blikken richting vader Jan geworpen.
Toen vervolgens de snijdende wind, tijdens het lange wachten op het startschot,
door de duinen woei, waren de vuilniszakken meer dan welkom. Van deze “old
school” hardlooptips werd dankbaar gebruik gemaakt!
Jan
heeft voor onze zondagmorgenloop een fijne route voorbereid, we hebben zo’n 16
km geslakkerd over de Heurne en de Haart. Uiteraard hebben we het al gauw over
de Aaltense triatlon, van 19 juni jl. Jan is daar op de achtste triatlon 5e
geworden. Als 50+’er heeft hij zich zeer knap genesteld tussen de 20-ers en
30-ers. Ik wist wel dat Jan een triathlonverleden had, maar dat het zo’n kanjer
was wist ik niet! Ik ken Jan vanaf het moment dat Tim en Sam bij AVA kwamen,
een jaar of 12 geleden, en dat we als
ouders meegingen naar de diverse stedenwedstrijden. Jan liep dan wel eens
rondje als we weer eens eindeloos moesten wachten op een volgend onderdeel van
de kinderen. Maar over de hardloop- en triatloncarrière werd niet gerept door
Jan. Wat dat betreft is Jan een vreemde, bescheiden eend in de bijt. Hardlopers
en vegetariërs worden wel eens met elkaar vergeleken: binnen maximaal 3 minuten
word je opgezadeld met hun “passie”! Nou, bij Jan kun je lang wachten!
Zijn
triatlongeschiedenis is in 1985 begonnen, thuis op de bank, voor de buis. Jos
Kuijer presenteerde AVRO’s Sportpanorama en Axel Koenders won de triatlon van
Almere. Jan jr en Jan sr keken mekaar aan en zeiden tegen elkaar: “volgend joar doo’w samen met!”. Vanaf dat
moment werd er een trainingsprogramma opgesteld: er werd gerend, gefietst en
wekelijks getraind in zwembad Zonneheuvel. In 1986 stonden beide te Brakes aan
de start van deze uitputtingswedstrijd. Het weer was guur. De organisatie stond
toen nog in de kinderschoenen, dat merkte je vooral bij het zwemmen. Je zwom
1,9 km naar de boei, en weer terug, zonder overige bewegwijzering. Vader Jan
kwam onderkoeld uit het water – wetsuits waren er toen nog niet – en moest de
wedstrijd staken. Jan jr kon wel verder en werd tijdens de afsluitende marathon
bijgestaan door vader, die inmiddels weer wat bij z’n positieven was. Jan jr
kwam binnen in 12:16;34. Een prestatie waar je “U” tegen zegt!
Als
Gerdy vraagt op welke sportprestatie Jan het meest trots is, dan komt
schoorvoetend deze wedstrijd naar boven. “Trots” is niet bepaald een woord dat bij
Jan past; deze wedstrijd staat in ieder geval in zijn geheugen gegrift. Als ik
thuis wat googel op “uitslagen Almere” zie ik dat Jan in ’87 en ’91 ook mee
heeft gedaan. Heeft ie niks van gezegd! In ’91 raffelde hij de wedstrijd af in
maar liefst 10:56;48.
Jan
heeft ook diverse marathons gelopen. Mede dankzij de tips van Jan heeft Gerdy
in Rotterdam een fantastische marathon gelopen. Jan’s beste tijd is 2:55 uur,
de marathon van Amsterdam. Nooit geweten! Menig loper zou zo’n prestatie delen
via de social media of op welke manier dan ook. Tegenwoordig kun je elke loper
volgen op Garmin, Strava, app’s tijdens de wedstrijd, noem maar op. Zo
ontplofte Facebook na de marathon van Rotterdam met alle blije reacties en
tijden die er gelopen waren. In de tijd van Jan was dat niet zo: je trainde met
gelijkgezinden en de wedstrijden liep je voornamelijk voor jezelf. Hier heb ik
veel respect voor. Wat dat betreft kunnen we nog veel leren van Jan. Als ik
naar mezelf kijk, merk ik dat ik “gejaagd” train. Omdat ik door mijn bescheiden
voetbalcarrière wat laat met rennen ben begonnen, lijkt het erop dat ik in een
paar jaar tijd mijn “toptijden” wil bereiken. Na elk rondje rennen load ik
direct mijn gegevens up Garmin en Strava; dit dwingt me haast om tijdens de
trainingen harder te lopen dan goed voor me is. Het resultaat hiervan is dat ik
stijf en stram door het leven ga, her en der pijntjes; allicht een gevolg van
enigszins geforceerd trainen. Ik zit natuurlijk ook in de “ontkennende fase”;
als 45-jarige meen ik dat ik nog alles kan als jonge god, maar ondertussen
beginnen lijf en leden wat te protesteren. Ik merkte het bijvoorbeeld op de
Zwarte Cross: toen Typhoon aan het spelen was, wilde ik enthousiast mee dansen.
Nou, ik kan je vertellen: ik dans als een oude man tegenwoordig! Teveel
wedstrijden achter elkaar, geen goede balans in de intensieve en extensieve
trainingen maken dit lijf minder dansbaar. Ik danste samen met mijn liefste op Liefste van Typhoon. Zo
geweldig mooi! Ik dans, dus ik besta!
Jan
is veel relaxer in zijn trainingen en kijkt minder op de biologische klok. Hij
luistert goed naar zijn lijf. Als het effen kan loopt hij een mooi duurloopje
met zijn Ankie, op een kalm tempo. Het trainen op in rustig tempo wordt volgens
Jan nog altijd ondergewaardeerd. Ik geloof dat ik de adviezen van Jan eens ter
harte ga nemen…ik wil graag een goede danser worden!
Als
het over rennen, fietsen, triatlon gaat praat Jan honderduit. Als Gerdy vraagt
naar zijn “gevoelens” moet Jan hard lachen. Hij slaat mij op de schouders en
lacht: “noo wordt ut interessant!”. Na wat doorvragen geeft Jan aan dat hij
beseft dat hij door de sport een bijzondere band met zijn vader heeft
opgebouwd. Vader Jan ging vanaf jongs af aan met Jan jr mee. In 1972 werd Jan
jr lid van AVA, en door zijn interesse in het hardlopen is zijn vader ook gaan
rennen. En hoe! Jan sr heeft bijvoorbeeld diverse 100 km wedstrijden gerend. En
Jan jr fietste dan mee. De zussen van Jan kwamen er wel eens bekaaid vanaf:
vader Jan was veel op pad om te trainen voor zijn ultra-wedstrijden en Jan jr
was vaak mee. De sport is ook de rode draad in huize te Brake jr: alle jongens
rennen bij AVA, evenals Ankie. Ankie runt waarschijnlijk een van de meest
onregelmatige huishoudens van Aalten wat eten en wassen betreft! Jan is trots
op zijn mooie gezin: een mooie sportprestatie kan hem echter net zoveel bekoren
als een mooie tuin die door Luuk is aangelegd.
Als
we tenslotte aan Jan vragen welke sportieve ambities hij nog heeft weet hij ons
te verrassen met de Zeeuwse Kustmarathon. Deze marathon staat bekend als de
zwaarste marathon van Nederland. Als Jan meedoet ziet hij dit niet als
“bucketlist”-ding. Nee, hij wil dan een mooie prestatie neerzetten. De strijd
tegen de elementen spreekt hem het meeste aan. Ik hoop dat zijn kuiten deze
uitdaging toelaten. Nu we Jan wat beter hebben leren kennen, vermoed ik dat Jan
een heel groot vermogen heeft om zijn blik op oneindig te zetten en het
verstand op nul; een must voor elke duursporter. We hebben alvast een
trainingsmuziekje voor je gezocht Jan: Aan de kust van Bløf.
Als
we Jan weer thuis afzetten bij hem thuis praatten we nog wat na. Dit gaat zo
luid op de vroege zondagochtend, dat zoon Luuk fronsend naar buiten komt. Hij
is net terug van een zwaar weekend Rome en wil graag nog wat rust!
Weer een mooi stuksken Rinke over een fijne buurman!
BeantwoordenVerwijderenMooi artikel zeg!
BeantwoordenVerwijderenJan
Heel mooi geschreven en bovendien een erg fijn en warm mens!
BeantwoordenVerwijderenJan is net zo'n goede sporter als dit stukje geschreven is. Wat zou er van hem geworden zijn als het blessure spook niet zo vaak om de hoek was komen kijken?
BeantwoordenVerwijderenGewoon Jan,en toch zo bijzonder.
BeantwoordenVerwijderen