De Belfort toren en de 'Jantje van Sluis' |
Jaarlijks bezoeken zo’n 5 miljoen mensen Sluis. Het is in Zeeland dan ook de
winkelstad met het grootste aantal meters hoofdwinkelstraat. Het stadje, dat
slechts een kleine twee kilometer van de Belgische grens ligt, kent nog steeds een druk
kooptoerisme vanuit Belgiƫ. Kenmerkend was ooit het grote
aantal seksshops, in een tijd dat deze in Belgiƫ nog niet voorhanden waren. Wij komen echter voor andere dingen en lopen door de drukke winkelstraten, langs de Kaai. In de tijd van de Sluise armoede, zo'n 150 jaar geleden, was er weinig werkgelegenheid en brachten veel mannen hun tijd door aan de Kaai. Omdat ze niets te doen hadden, hingen ze over de leuning en spuugden in de Kaai. Vandaar dat de Sluizenaars de bijnaam 'Kajespugers' kregen. Een eindje verder lopen we langs het standbeeld van de beroemdste Sluizenaar Johan Hendrik van Dale, je kent hem vast wel van de woordenboeken 'De dikke van Dale'. We gaan het stadje uit in de richting van de wallen van Sluis.
Zo druk als het in het stadje is, zo rustig is het op de wallen. Je komt hier bijna niemand tegen en de uitzichten over het stadje zijn erg mooi en afwisselend. Deze wallen vormen een cultuurhistorisch en als natuurgebied belangwekkend terrein dat de stad Sluis omgeeft. Reeds in de 14e eeuw werden versterkingen aangelegd om de toen belangrijke handelsstad te beschermen. De Spanjaarden heroverden de stad in 1587, maar in 1604 werd de stad ingenomen door de troepen van Prins Maurits. Uit deze tijd stamt het grootste deel van de huidige versterkingen. Hoewel een deel van de wallen later werd afgegraven, is het grootste deel ervan nog intact, evenals de grachten. Daarnaast zijn resten van de Westpoort (Stenen Beer), de Zuidpoort en de Oostpoort nog aanwezig.
Na deze laatste poort lopen we de stad weer in en eindigen onze tocht bij de eerder genoemde Belfort toren. Sinds vele jaren prijkt in de noordelijke gevel van de Belfort toren een houten beeldje. Dit mannetje in 17e eeuwse klederdracht slaat met zijn hamer de tijd op de vier naast hem hangende klokken. De plaatselijke bevolking noemt hem de 'Jantje van Sluis'. Na een prachtige tocht en een prima terrasje is het tijd om de fiets weer te pakken om in noord-westelijke richting, via een andere route, onze badplaats weer op te zoeken.
Zo druk als het in het stadje is, zo rustig is het op de wallen. Je komt hier bijna niemand tegen en de uitzichten over het stadje zijn erg mooi en afwisselend. Deze wallen vormen een cultuurhistorisch en als natuurgebied belangwekkend terrein dat de stad Sluis omgeeft. Reeds in de 14e eeuw werden versterkingen aangelegd om de toen belangrijke handelsstad te beschermen. De Spanjaarden heroverden de stad in 1587, maar in 1604 werd de stad ingenomen door de troepen van Prins Maurits. Uit deze tijd stamt het grootste deel van de huidige versterkingen. Hoewel een deel van de wallen later werd afgegraven, is het grootste deel ervan nog intact, evenals de grachten. Daarnaast zijn resten van de Westpoort (Stenen Beer), de Zuidpoort en de Oostpoort nog aanwezig.
Na deze laatste poort lopen we de stad weer in en eindigen onze tocht bij de eerder genoemde Belfort toren. Sinds vele jaren prijkt in de noordelijke gevel van de Belfort toren een houten beeldje. Dit mannetje in 17e eeuwse klederdracht slaat met zijn hamer de tijd op de vier naast hem hangende klokken. De plaatselijke bevolking noemt hem de 'Jantje van Sluis'. Na een prachtige tocht en een prima terrasje is het tijd om de fiets weer te pakken om in noord-westelijke richting, via een andere route, onze badplaats weer op te zoeken.
Klik op de link voor enkele foto's
fotoalbum
Het standbeeld van de beroemdste Sluizenaar Johan Hendrik van Dale, je kent hem vast wel van de woordenboeken 'De dikke van Dale' |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten