zondag 2 juli 2017

Verslag van het NK triathlon Olympische afstand voor masters te Didam

Dit was het 5e weekend op rij met een wedstrijd. De afgelopen 7 triatlons had ik superveel zin, echter deze week is de zin en de fut er helemaal niet. Na elke wedstrijd voel ik me 2 dagen moe en heb spierpijn. Na de eerste 2 wedstrijden heb ik gemerkt dat het beter is voor lijf en geest om 3 dagen niet hard te lopen. Met moeite 6.30 min/km lopen is niet iets wat lekker voelt of waar je vrolijk van wordt. Fietsen kan echter prima in de dagen na de wedstrijd en zwemmen is ook goed te doen. De afgelopen week begon dus weer met 2 brakke dagen. De 2 zwemtrainingen gaan voor geen meter. De snelheid, die ik 1 maand geleden had lijkt helemaal foetsie. Bij het clubkampioenschap pers ik er op de 1km pers nog 13.53 uit, maar de streeftijd voor dit seizoen had ik op 13.35 staan. Ik hoop dat het komt omdat ik de dag ervoor nog een triatlon heb gedaan. De rustige fietstrainingen gaan wel aardig en de rustige looptrainingen goed. Desondanks ontstaat er in de loop van de week nog geen zin in de wedstrijd. Een moe gevoel blijft overheersen.

Dan is het zover. Zaterdagochtend vertrek ik naar Didam. Na het ophalen van het startnummer pruts ik mijn fiets tussen de spijlen van een onhandig hek in het parc fermee. Eigenlijk past het niet lekker als de schoenen al op de fiets ingeklikt zijn. Maar ja, het moet maar zo. Hup door naar de zwemstart. De master mannen vertrekken 5 minuten voor ons. Hmmm, dat beloofd niet veel goeds. Een week ervoor in Düsseldorf hadden de master mannen 10 minuten voorsprong en haalden we een deel van de groep in op de helft van de afstand van vandaag. We gaan van start en ik lig achter de voeten van Sandra Wassink-Hitzert Ze heeft de turbo erop vandaag en de armen hebben een hoge slagfrequentie. Ik heb deze ook, maar verzuur al binnen 400 meter. Sandra zwemt langzaam weg. Dan maar in de voeten van Marleen verder. Ook die blijk ik al snel niet meer bij te kunnen houden. Beh, ik had al geen zin en dan gaat t zwemmen ook nog zo rot. Het wordt er daarna niet beter op. Een soort gras of hooi groeit midden in de plas tot aan de oppervlakte. Zo nu en dan blijft er een dot aan mijn arm hangen. Ook begin ik mannen in te halen. Wat zijn het er veel. Links er langs, rechts erlangs, tussen 2 dobberaars door. Het blijft 1 km lang slalommen. Ik vraag me af waar Marleen en Sandra liggen. Omdat de vrouwen en mannen dezelfde kleur badmuts op hebben, is het niet meer te zien. In totaal passeer ik 70 mannen voordat ik de kant op klim. Ik ren naar mijn fiets met een pluk gras hangend aan mijn chip. De wissel verloopt hopeloos. De elastiekjes blijken al van de schoenen gesprongen te zijn en ze bungelen over de grond. Het maakt het opstappen niet makkelijker. Gelukkig (iehh) legt de man van Sandra het geklungel vast op een filmpje en duwt me ook nog weer ff de goede weghelft op.

Ik begin aan 2 rondes van 20km fietsen en hoop in te gaan lopen op Marleen, maar dat gebeurd niet. Ik wordt ingehaald door Judy van den Berg en lig dan 4e. Na 1 ronde passeer ik ineens Gerben, die ik niet direct herken. Na een paar bochten komt ie naast me rijden en zegt dat ik toch echt een beetje langer door moet trappen in de bochten. Vanwege het natte wegdek ga ik als een gympie door de bochten. Ik heb de schuiver van vorig jaar in een natte bocht nog op mijn netvlies. Dat leverde 3 weken lang een open wond en een ontstoken arm op. Het lijkt erop dat Gerben Duenk naast me rijdend nog meer adviezen wil delen. Ik vraag hem om ff door te rijden, want ik heb geen zin in een plaatsje in de strafbox ivm stayeren. Het wordt stuivertje wisselen want een paar km verder haal ik Gerben weer in, en bij het van de fiets afspringen komt hij mij weer voorbij.

De 2e wissel verloopt prima. Gerben en ik beginnen samen met lopen. Ik begin met een hoge pasfrequentie en het gaat al snel best lekker. Na 2.5km klok ik 10.25 en hoop in te lopen op Marleen. Echter Marleen loopt uit op mij! Hoe kan dat? 1 maand geleden deed ze nog 45 min over 10km en ik 43 min. Later hoor ik van haar dat ze toen nog last had van kinkhoest en benauwd was. Nu functioneerden haar longen weer normaal. De 2e,3e en 4e ronde loop ik bijna dezelfde tijd als de 1e ronde en passeer ik veel mensen van de halve triatlon. Met een looptijd van 41.56 min kom ik na een slechte zwemprestatie, een matige fietstijd en een heel goed looponderdeel over de finish en kom 18 seconden tekort voor het podium. Ik wordt 4e. Ik baal en neem me voor om de komende weken weer wat meer aandacht aan het zwemmen te besteden om over 2 weken weer goed mee te kunnen doen in de eredivisie.

Cindy Brusse

Geen opmerkingen:

Een reactie posten