Tracey Jewell en haar moeder |
Vrijdagavond gaan mijn moeder
en ik een stukje hardlopen richting de Noordzee. Er staat een stevig wind maar het is lekker uitwaaien. Wat een prachtig uitzicht! De duinen vallen wel mee en we
hopen stiekem dat het parcours zondag ook ongeveer zo is. Na 3 kilometer keren
we om en lopen oftewel vliegen we terug naar het huisje! Zaterdagochtend fietsen we
richting West-Terschelling om onze startnummers op te halen en de start en
finish alvast te verkennen. Zoals voorspeld, staat er een harde wind met veel
regen. Na 6 km tegen de wind in fietsen komen we als verzopen katten aan bij
“Mooi Weer” (de organisatie) gevestigd in West. Gauw fietsen we richting het
hotel waar we morgen gaan starten/finishen en fietsen via de fietspad door de
duinen terug. Wat een prachtig landschap! Gelukkig hebben we nu wind mee en
vliegen letterlijk terug. Het blijft even droog tot de laatste kilometer.
Het is zover…. race day. De
zon schijnt en er staat weinig wind, phew! Het tegenovergestelde van gisteren!
De 50 km begint om 10 uur, wij beginnen ‘s middags pas. Als de zenuwen beginnen
op te lopen, rond een uur of elf rijdt Allard ons richting de start. Op de heen
weg denk ik weer terug aan de Berenloop, toen waren de tuinen (en bomen)
versierd met knuffelberen. Geen knuffels dit keer maar wel een stuk minder druk!
Bij het hotel is het nog erg rustig, misschien moet de ochtend veerboot nog
aankomen dacht ik. Door de hoge aantal
inschrijvingen (in verhouding met vorige edities) worden er in 7 waves gestart.
Een voor de 50 km, 2 voor de 25 km en 4
voor de 15 km. Ik zit in de tweede wave en mijn moeder de vijfde. Even een stukje inlopen en mijn moeder heel
veel succes wensen. Klokslag 12:30 gaan we (+/- 150 lopers) van start.
Voor de eerste paar kilometers
lopen we door het mooie bos en ik kom snel in mijn ritme. Bij 3 kilometer komt
de eerste beklimming en we lopen door mulle zand de duin op. De bekende
Brandaris toren komt in zicht. Wat een prachtig uitzicht als je naar boven
loopt! Ik denk gelijk aan mijn moeder en hoop dat het straks goed met haar
gaat. Na een flinke daling lopen we richting het strand achter West. We slingeren door de “groene strand”,
zandachtige, smalle paden met veel lage struiken. Er is veel bochtenwerk en de
lage struiken naast en over het pad maken het moeilijk een ritme te krijgen. We
bereiken gauw de volgende duin en de lopers voor me beginnen te wandelen.
Stiekem vind ik het even fijn! Boven aan
de duin is er een prachtig uitzicht maar we moeten gauw weer dalen. Ik volg in
de voetstappen van de lopers voor me en vlieg naar beneden. Even bij de
drankpost een bekertje water pakken (er was niets anders) en ga klimmend de
duinen weer in. Weer een flinke afdaling naar beneden. Ik denk weer aan mijn
moeder en hoop dat het goed met haar gaat. Ze zal inmiddels al gestart zijn.
De paden worden langzamerhand
weer wat breder en het gaat een stuk beter. Een man naast me begint in het
Engels tegen me te. Ik vind het fijn even afleiding te hebben voordat we de
duinen weer induiken met de smalle zandpaden. Bij West aan Zee lopen we de
duin op en maken een steile afdaling naar de strand toe waar de zon nog schijnt
en een prachtige uitzicht! We lopen ongeveer 2 en half kilometer lekker op
strand (fijne harde zand en geen struiken!) en duiken de duinen weer in. Bij
18km krijg ik het even zwaar, sinaasappel bij de drankpost gepakt maar had ik
niet moeten doen. Het bleek geen goede combinatie te zijn met de gel wat ik
eerder had genomen. Ik begin me misselijk te voelen. Weer de kleine bochten op
en af tussen de struiken door. De blaren aan mijn voeten worden steeds erger.
Ik denk weer aan mijn moeder en hoop dat nog steeds goed gaat. Ik praat even
streng tegen mezelf. Als mijn moeder 15 km kan lopen dan kun jij dit ook!
Als geroepen kom ik dezelfde
man tegen die engels tegen me sprak. Ik vertel hem even beleefd dat misschien
nederlands makkelijker is en we praten gezellig even verder. Bij 22 kilometer
laat ik hem verder gaan als ik begin me weer misselijk te voelen. Wat was dat
laatste kilometer zwaar. Met de finish in zicht zoek ik Allard in de verte op
maar zie hem niet. Eindelijk over de finish en voel me erg opgelucht maar heel
trots dat ik het gehaald heb. Allard is er om me op te vangen en ben erg blij
om hem te zien. We lopen gauw richting de auto om iets warms aan te trekken en
mompel iets over dat ik mijn moeder ga opvangen. Allard blijft bij de finish.
Ik loop oftewel wankel tegen de
looprichting in om mijn moeder op te zoeken. Er zijn nog veel lopers die binnen
moeten komen. Na 1 kilometer zie ik mijn moeder door de bos lopen en ze ziet er
behoorlijk fris uit. Totdat ze bij me komt. Haar gezicht is bloederig met
krassen en haar hand is gekneusd. Het bleek dat ze bij 6km gestruikeld is en
op haar gezicht is gevallen. Aardige lopers om haar heen hebben haar weer op
haar voeten getild en ze is richting de drankpost bij 7.5km op het strand
gelopen om hulp te krijgen. Ze hebben goed voor haar gezorgd, even de bloed van
haar bril en gezicht gepoetst en ze is verder gaan lopen. Ze wilden haar
meenemen in de quad naar de start toe met andere uitvallers . In mijn moeder’s
woorden “ I haven’t come all this way to stop now” en zij is gewoon verder gaan
lopen.
We lopen de laatste kilometer
samen en ze maakt een eindsprintje. Ik kan haar niet bijhouden! Ik ben super trots op mijn moeder dat het
haar gelukt is. Wat een prestatie! Het blijkt dat ze zelfs 15.6km gelopen heeft
omdat ze even een stukje verkeerd heeft gelopen. Ben super trots op haar. Als we maandagochtend weer
richting Harlingen varen, hebben we het weer over om een keertje terug naar
Terschelling te gaan. Wat het de volgende keer gaat worden weten we nog niet
maar mijn moeder gaat zowiezo volgende keer mee als supporter. Dit was even genoeg!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten