donderdag 16 november 2017

Column: Erwin’s zin en onzin - deel 183

Honden-wandelweer?
Lang leve de ongemakkelijkheid!

“Het is mooi honden-wandelweer of niet?” Ik word een beetje overvallen door deze vraag van mijn buurvrouw. Honden-wandelweer? Het is 6 graden, mistig en een guur windje maakt het onaangenaam koud. Het meest bijzondere is nog: ik heb helemaal geen hond bij me! “Ja buurvrouw het is schitterend”, lieg ik uit beleefdheid. Eigenlijk zal je haar een klap moeten geven en zeggen: “Sodemieter toch op idioot, het is stervens koud”, maar dat doe je niet. Onhandige en ongemakkelijke gesprekjes, het blijft me fascineren.

Ik maak er de laatste tijd een persoonlijke studie van, het observeren van ongemakkelijke situaties. Dit begon bij mijn laatste bezoek aan de kapper, altijd een feest der ongemakkelijkheid. Na wat slap geouwehoer over het treurige herfstweer en een enkele opmerking over het werk, valt er een lange pijnlijke stilte. Ik vind dat niet erg, wel leuks zelfs. De kapster wist zich echter geen raad en stelde - op 4 oktober - de legendarische vraag: “Al plannen voor de zomervakantie?” Is die onzinnige prietpraat vast onderdeel van de kappersvakschool? Of recenter, op een vrijdagavond bij Oerkroeg Schiller. Een vage bekende aan de bar: “Hey Wamelink, moet je niet hardlopen vandaag?” Dat het bijna middernacht is en ik al zes bockbier achter de kiezen heb doet blijkbaar niet ter zake. Ik maak me er met een minzaam glimlachje snel van af. Wat is dat toch van raar verschijnsel? Waarom kunnen mensen niet gewoon hun waffel houden als ze niks te melden hebben?

Ik vind het persoonlijk heerlijk om ongemak te benoemen. Als er een groepje mensen bij elkaar zitten die elkaar amper kennen en niks te zeggen hebben, moet je voor de grap eens roepen: “Zo, lekker ongemakkelijk!” De reacties zijn vaak nog mooier dan de situatie zelf. Ik doe zelf ook graag mee aan die onhandigheid, puur om het vuurtje op te stoken. De laatste weken roep ik bijvoorbeeld bij iedere duurloop: “Het is heerlijk loopweer vanavond, lekker veel zuurstof in de lucht.” Het verbaast mij hoeveel mensen dit altijd beamen, terwijl het negen van de tien keer helemaal geen heerlijk loopweer is. Als je even je mond houdt tijdens een training en je oor te luister legt, hoor je dat de gesprekken he-le-maal nergens over gaan (Tipje: doe dat een keer) Verder dan: “Wat is je streeftijd op de Montferalnd Run” of een uitgekauwde anekdote over een uit de hand gelopen herenuitje gaat het vaak niet. Stilvallen doen de gesprekken nooit want daar worden de meesten kriegelig en zenuwachtig van. Zij beginnen onrustig om zich heen te kijken en krijgen spontaan jeuk. Ik vind dit een prachtige gebeurtenis en het is voor mij misschien wel de belangrijkste reden om in een groep te trainen. Lang leve de ongemakkelijkheid! 

2 opmerkingen:

  1. Da's al een hele oude foto Erwin, blijft leuk trouwens �� Ineke

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Het tegenovergestelde van ongemakkelijkheid = toegankelijkheid,iets waar we bij AVA trots op mogen zijn.
    Niemand loopt met de neus omhoog,of gunt iemand geen blik waardig.Wel zijn de gesprekken in het clubcafe niet v/h allerhoogste niveau, maar dat heeft geen invloed op de onderlinge verstandhouding.M.n degene die als laatste het clubcafe verlaten weten de volgende dag niet meer welke zinnige uitspraken ze gedaan hebben,en dat moeten we vooral zo houden.

    BeantwoordenVerwijderen