zondag 29 april 2018

Verslag van de X-Trails in Le Markstein in de Vogezen (Frankrijk)

Le Markstein (Vogezen - Frankrijk)
Xtreem zwoegen in de Vogezen

 ‘Zullen we eens een keer verstandig doen?’ Vragend kijk ik Henrie aan, maar eigenlijk weet ik het antwoord al. Deze keer winnen de Vogezen het van ons, de eerste DNF van het jaar is een feit. We slaan af richting de finish van de 32 km in plaats van de lus van de 48 km te doen. Toch zijn we niet zwaar teleurgesteld, we hebben immers een fantastisch weekend gehad in de bergen van de Franse Vogezen. Vrijdags waren Eric en ik na een lange reis aangekomen in Le Markstein. Veel vertraging onderweg op de Duitse Autobahn door ongelukken. Henrie en Claudia waren al eerder vertrokken en bestookten ons ’s middags via Whatsapp met foto’s van glazen bier en een zonnig terras. Vlak nadat we de Franse grens over waren gestoken doken we al het binnenland van de Vogezen in. Wat een geweldige route, de ene haarspeldbocht na de andere voerde ons door de bergen. Inderdaad bergen, want heuvels kon je het niet meer noemen. We passeerden de Grand Ballon net onder de top, een mooi voorproefje van wat ons stond te wachten.

De X-Trails is een evenement waar we in het verleden al vaker aan meegedaan hebben, in Houffalize en in Vaals bijvoorbeeld. Meerdere wedstrijden in twee of drie dagen, die samen het eindklassement vormen. Een pittig programma, maar ook een enorme uitdaging. In de Vogezen editie van dit jaar stond er een 3 km proloog op het programma voor zaterdagmiddag. Na een korte rust gevolgd door een trail van 16 km. Maar dit waren eigenlijk de opwarmertjes voor de lange trail op zondag. Henrie en ik zouden de 48 km doen en Eric de 32. Claudia zou de korte afstand doen. Na aankomst vrijdag bleek Le Markstein een gehucht te zijn waar het skiseizoen net afgelopen was, helemaal niets te doen dus. Hotel Wolf, bij de top van de berg, was uitvalsbasis voor de X-trails, start en finish waren vanuit onze kamer gezien aan de overkant van de weg. Dichterbij hadden we het nog nooit gehad. Het avondeten bestond uit een ‘eten wat de pot schaft’ menu, maar het was prima te eten. Een bar was er echter niet, op tijd naar bed dus. Na het eenvoudige ontbijtje zaterdagmorgen hadden we tijd genoeg om wat rond te lopen en eens te kijken naar het parcours van de sprinttrail. Eerst een stukje wandelen naar de start, beneden bij de stuwdam. In een kleine 3 km 270 meter omhoog, dat is nog eens een lekkere start van het weekend. Het ophalen van de startnummers ging met de Franse slag. Het medisch certificaat werd wel bekeken, maar naar de rest van de verplichte uitrusting voor de langere wedstrijden (die nog op de slaapkamer lag) werd niet eens gevraagd.

Ruim op tijd hadden we onze loopkleren aan en waren we ’s middags aanwezig bij de startlocatie. De zond scheen en het leek wel alsof het bos uit honderden groentinten bestond. Het spiegelende oppervlak van het stuwmeer maakte er werkelijk een plaatje van. Enkele tientallen deelnemers maakte zich klaar voor de start. De 3 km was namelijk alleen voor de deelnemers aan het combinatieklassement. Na de start was het al vlot gebeurd met het genieten van de natuur. De eerste 400 meter liepen we nog vrij vlak langs het stuwmeer, wat betekende dat de stijging van de rest van het parcours gewoon bruut was. De inboorlingen hadden we natuurlijk binnen de kortste keren niet meer in zicht, wat kunnen die klimmen. Als vlakkelanders maak je dan gewoon geen enkele kans. Hijgend, puffend en met een hartslag die net zo snel omhoog ging als de hoogtemeters hees ik me met mijn stokken zo snel mogelijk naar de finish. Voor mijn gevoel was ik pas halverwege toen ik de speaker de eerste finisher al aan hoorde kondigen. Na de finish namen we een mooi plekje op het terras in beslag om uit te rusten tot de start van de 16 km. Lekker uit de wind en in het zonnetje was het prima uit te houden, even wat drinken en zelfs even lekker een beetje dutten in het zonnetje. Het vakantiegevoel dreigde ernstig toe te slaan, maar gelukkig werd het al snel wat drukker met deelnemers voor de 16 km Trail de Markstein. Tijd om weer in actie te komen dus.

De start was een enorm gedrang. Aangezien het een korte afstand en we heuvelaf startten, ging iedereen vlot van start. Henrie, Eric en ik bleven bij elkaar lopen, Claudia liep in haar eigen tempo. We moesten omlaag waar de bij de sprinttrail naar boven gekomen waren, dus het leek ons beter wat voorzichtig van start te gaan. Zo soepel mogelijk, met korte pasjes, naar beneden om de bovenbenen niet te zwaar te belasten was het devies. Dat ging redelijk goed, hoewel we ongeveer achterin het peloton liepen. Op de steile klim die volgde om het dal weer uit te komen maakten we weer wat plaatsen goed. Henrie klom makkelijk omhoog en Eric en ik volgden zo goed mogelijk, hoewel dat behoorlijk wat energie vrat. Nadat we eindelijk de top bereikt hadden hoopten we op een lekkere afdaling om even te kunnen herstellen. Maar de route was best steil en vrij technisch. Goed opletten voor de stenen en boomwortels dus. En toch proberen af en toe een beetje rond te kijken en wat mee te krijgen van het werkelijk schitterende gebied. Intensief genieten was het. De Vogezen pieken makkelijk boven de 1200 meter uit, op de toppen was zelfs nog hier en daar een restje sneeuw te vinden op de schaduwkanten. Doordat er redelijk hoge pieken en diepe dalen maak je hier al snel een heleboel hoogtemeters op hele lange klimmen en afdalingen. Op de 16 km gaf mijn Garmin een 840 meter D+ aan. Waarbij de organisatoren in het laatste derde deel nog een beetje een makkelijke route gekozen hadden. Best moe, maar heel tevreden kwamen we met zijn drieën over de streep. 2 uur en 19 minuten over 16 km, dat zegt genoeg over het parcours.

Het was nog even wachten op de finish van Claudia. De waardin had ons gewaarschuwd dat de tijd van eten niet verschoven zou worden, maar we waren gelukkig net op tijd aan tafel. Het eten was niet heel bijzonder, maar aangezien we de volgende dag nog een flinke klus hadden te klaren propten we ons zo vol mogelijk. Het ontbijt liepen Henrie en ik ook nog mis de volgende ochtend. De start was immers om 7:00 en het ontbijt begon pas een uur later. Iets klaar zetten voor ons kregen we met ons beste schoolfrans niet voor elkaar. ’s Morgens om 6:00 gingen de 70 km lopers van start, maar dat deden ze heel zachtjes. Ik werd er niet wakker van hoewel we zo ongeveer naast de start lagen te slapen. Ook de 48 km lopers deden het zachtjes in en voor het hotel, geen reden om iedereen wakker te maken immers. Een klein buitje en de ochtendzon trakteerden ons op een prachtige regenboog voor de start. Maar gelukkig werd het droog voordat we werkelijk op weg gingen. Henrie en ik begonnen rustig aan de wedstrijd. Een kilometers lange rustige afdaling leek van tevoren een prima mogelijkheid om de benen wat los te lopen na de inspanningen van een dag er voor. Maar in de praktijk viel dat toch tegen. In 8 kilometer daalden we van ruim 1200 meter naar 420 meter. Hoewel dat over het algemeen over best goed begaanbare paden ging begon het na een kilometer of 5 al wat te zeuren in de bovenbenen. Toch te hard van stapel gegaan de dag er voor? Of was het gewoon het lange afdalen wat we niet gewend zijn? De temperatuur liep lekker op en het leek een mooie voorjaarsdag te worden verder. Aan het eind van de afdaling eerst maar even stoppen om wat uit te doen. Bij Henrie gutste het zweet al uit alle poriën en ik had het ook al lang niet koud meer.

Na het letterlijke dieptepunt van de route ging het weer omhoog. Bijna 10 kilometer lang klommen we meer of minder steil weer omhoog, richting de Grand Ballon. De 70 km lopers mochten nog een extra lusje tot vlakbij de top, maar wij mochten de ‘Ballon’ van een afstandje bewonderen. Mijn stokken waren inmiddels zo ongeveer mijn beste vrienden geworden. Tijdens de steile stukken hielpen ze me omhoog en tijdens de minder steile stukken van de klim hielpen ze om wat extra voorwaartse snelheid te geven bij het wandelen. Want het was heel veel wandelen, powerhiken of hoe je het ook maar noemt. Hardlopen konden we in dit gedeelte van de route alleen op de zeldzame vlakkere stukjes. Gelukkig was de verzorgingspost bij de Grand Ballon goed voorzien van cola en allerlei ander lekkers om onze energie- en vochtgehalte weer op te krikken. We namen er dan ook even rustig de tijd voor. Ook mooi dat hier ook Vlamingen als vrijwilliger fungeerden. Kon je tenminste nog een woordje wisselen met ze. Erg vriendelijke mensen, die wisten wat lopers nodig hadden. Gesterkt gingen we weer op pad. Tijdens de inspanningen naar de Grand Ballon had Henrie een behoorlijke dip qua energie, maar dat werd een stuk beter in het stuk wat nu kwam. Bij mij ging het redelijk qua energie, maar ik moest wel flink mijn best doen met klimmen. Daar ben ik niet zo goed in als Henrie. Het stuk kwam voor mij daarom ook als geroepen. Niet vlak, maar steeds een beetje op en neer. Veel meer zoals we gewend zijn van onze trainingen in bijvoorbeeld het Montferland. Vol goede moed tikten we de kilometers weg. Niet heel snel, maar gestaag. Goed opletten onderweg, want zelfs de beste paden waren bezaaid met verraderlijke stenen en boomwortels.

Na 22 km waren we weer terug bij Le Markstein en gingen we weer een groot gedeelte van de 16 km route van zaterdag doen. De steile afdaling die ik de dag ervoor nog op souplesse naar beneden trippelde, deed nu gewoon zeer aan de bovenbenen. Ik voelde de spiervezels bijna kapotgaan bij het remmen. En dan moest je daarna ook nog weer omhoog die verschrikkelijke helling op. Er leek geen eind aan te komen aan de klim en, eenmaal uit het bos werd het ook nog eens een stuk warmer op de ‘alpenweide’ naar de top. Het zweet drupte van mijn hoofd, en bij Henrie liep het zweet er aan alle kanten er uit. Op de top waaide het gelukkig een beetje en koelde het weer wat af. We besloten maar even een korte pauze in te lassen om weer bij te trekken. Het voelde niet alsof het onze dag was vandaag. Eenmaal weer op gang wisten we allebei wel hoe de vlag er bij hing. Hardlopen was niet veel mogelijk en waar het ging was het hard werken. Het powerhiken omhoog kostte veel moeite en zelfs de afdalingen deden zeer. We zouden volgens het hoogteprofiel in de lus van de 48 km nog een flinke afdaling moeten en de bijbehorende klim om weer bij de finish te komen. Het zou een beste dobber worden om de 48 km te halen. Waarschijnlijk zouden we het wel kunnen, maar wilden we nog een uur of vier doorworstelen? Ik had het idee dat ik dan de rest van de week helemaal gesloopt zou zijn. De afslag naar de 32 kwam dichterbij en dichterbij.

De vraag of we een keer verstandig zouden doen was dan ook een beetje retorisch, we gingen de 48 km gewoon niet doen. Bij de finish aangekomen waren we tevreden. 1337 hoogtemeters in 32 km gaf mijn Garmin aan. Moegestreden en een mooi weekend gehad in een geweldige omgeving, veel meer kun je niet wensen. Bij start en finish bleek het inmiddels een gezellige drukte geworden te zijn. We waren net op tijd om Claudia aan te moedigen bij de start van haar 9 km en we zagen Eric nog langskomen tijdens zijn goed gelopen 32 km wedstrijd terwijl we lekker in het gras van het zonnetje lagen te genieten. Tegen de tijd dat zij ook binnen waren bij de finish en we op het terras nog wat gedronken hadden was ik al aardig aan het verbranden in de zon. Er was van tevoren geen goed weer voorspeld, dus zonnebrandcrème had ik niet bij me. Alles bij elkaar hadden we gewoon een geweldig mooi en sportief weekend gehad. Mooi weer, prachtige omgeving en enorm gezellig, wat wil je nog meer. Een andere keer gaan we dan wel weer helemaal tot het gaatje om de finish te halen, dat DNF’fen moet immers geen gewoonte worden.

Andre Bleumink

Geen opmerkingen:

Een reactie posten