Wat dan nog opvallender is; de meeste kilometers gaan niet in dat supersnelle tempo |
Het is de vloek van de
hardloper. Zo lijkt het. Iedere training weer haal je het beste uit jezelf. Dat
komt voor velen overeen met zo hard mogelijk gaan. Te hard. Wie de
trainingsliteratuur erbij pakt ziet een variatie aan zacht en hard trainen. Wat
dan nog opvallender is; de meeste kilometers gaan niet in dat supersnelle
tempo. De grote bulk zit aan de voorzichtige kant. Onder meer herstelloopjes
zijn interessant. Ze helpen je herstellen van die intensieve trainingen. Dan is
het zeker niet de bedoeling om hard te gaan. Hoe zorg je ervoor dat je die
ambitieuze racegewoonte in jezelf ontwijkt?
1) Het gaat niet om hard lopen
maar om optimaal herstellen.
Beetje flauw maar goed om
helder op het netvlies te hebben. Als je te hard gaat in je herstelloopjes komt
het herstelproces na deze training niet op gang.
Door herstelloopjes goed in te plannen weten
heel veel hardlopers het risico op blessures te verkleinen. Toch kunnen ze
daarnaast veel trainingskilometers maken. Het kan je belastbaarheid enorm
verbeteren. Dat is een cruciale ratio in het hardlopen. Hopelijk vindt iedere
hardloper door ervaring en kennis uit hoe hoog zijn persoonlijke belastbaarheid
is.
3) Ga je langzaam genoeg?
Meestal zoek je een weg om nog
sneller te worden. Bij een goede herstelloop beantwoordt je de vraag aan jezelf
of je tempo laat genoeg is voor herstel. Het kan handig zijn om je
hartslagmeter in de gaten te houden. Heb je die niet? Loop dan op een manier
die ontspannen aanvoelt. Je ademhaling gaat regelmatig, makkelijk en je voelt
alsof je minstens nog vier keer zo hard zou kunnen gaan.
4) Je sporthorloge kan even
aan de kant en schakel je gevoel in.
Ga niet weer vertrekken en voortdurend op je
sporthorloge kijken. Ook het tempo dat je normaliter rustig vindt kan voor een
herstelloopje te hoog zijn. Als je net gister een intensieve training deed dan
heb je nu een rustig loopje verdiend. De herstelloop hangt samen met de
trainingsprikkel van de afgelopen trainingen. Gevoel zegt dan vaak meer dan een
vooraf benoemd rustig tempo volgens je sporthorloge.
5) Zie je alles onderweg?
Wat doe je in je trainingen
waarbij je tegen je wedstrijdtempo aanzit? Je bent bezig met presteren en je
omgeving neem je verminderd waar. Het omgekeerde geldt voor de herstelloop. Je
ziet alles in je omgeving. Je bent fris en je ziet echt waar wat er om je heen
gebeurt.
6) De gazelle in jezelf
ontwikkelen.
Van een herstelloop kun je een
echte training maken: een technische training. Nu je toch overal oog en oor
voor hebt, train dan je techniek. Word die gazelle op de dagen dat je
herstelloopjes doet. Let op je hoofd, schouders en romp. Laat je stappen mooi
afrollen met een goede zweeffase en duidelijke afzet. Je kunt luisteren naar je
passen (geen geslof!) en je kunt jezelf controleren op techniek en afzet.
7) Herstelloop is leuke en
ontspannen bezigheid.
Bij veel van die snelle
trainingen verlang je naar het einde van de training. Het is namelijk
presteren, zwaar en afzien. Een herstelloop zou het fijn en leuk moeten zijn.
Je hebt na afloop eigenlijk nog wel meer zin om kilometers te maken. Niet doen
want nu gaat het herstel volle kracht vooruit. (bron)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten