|
Gerrit Dijkslag |
Beachy Head Marathon, waarom
loop ik hier?
Waarom sta ik hier nu eigenlijk? Herhaaldelijk moet ik
mezelf vertellen dat ik dit zelf wil, dat ik hier vrijwillig sta en dat niemand
mij dit dus opgedrongen heeft. Hier, is een ijskoude plek in het Zuidelijkste
puntje van Eastbourne, dat ook al in het Zuid (Oostelijkste) puntje van het
Verenigd Konikrijk ligt. Goed, voor dat ijskoude weer heb ik niet gekozen, twee
weken geleden zat ik nog met ontbloot bovenlijf en korte broek achter in de
tuin! Zie me nu staan, lange broek, T-shirt met lange mouwen onder mijn AVA
wedstrijdhemdje en handschoenen! Handschoenen! Nog een wonder dat ik eraan
gedacht heb om ze in mijn koffer te stoppen! Maar goed ook, want nog heb ik het
niet echt warm. Samen met de kou gieren de zenuwen door mijn lijf, waarom sta
ik hier eigenlijk, wat doe ik hier?
Ruim acht maanden geleden ben ik voor de tweede keer aan
mijn hart geopereerd om mijn hartritmestoornissen tegen te gaan. Gelukkig is
dat dit keer gelukt en in dat geluk en enthousiasme heb ik mij opgegeven voor
de Beachy Head Marathon, een van de grootste off road marathons van de UK. Dit
omdat ik hier 4,5 jaar geleden op vakantie ben geweest om de wereld beroemde
krijtrotsen formatie “Seven Sisters” te bewandelen en bewonderen. Dit in
combinatie met het bezoeken van het al even beroemde grastennistoernooi van
Eastbourne, met deelname van de wereldtoppers als Wozniacki, Jankovic en
Vesnina. Weer thuis gekomen kwam ik op het onzalige plan om op het internet te
zoeken of er over de Seven Sisters geen hardloopwedstrijd gehouden werd. Ik had
er een dag wandeling van bijna 40km overheen gelopen en heb daar erg van
genoten, prachtige uitzichten over zee, de vuurtoren in de diepte, Engelse
landweggetjes en uiteraard de overweldigende krijtrotsen met hun onpeilbare
diepten. Hoe mooi zou het niet zijn om hier overheen hard te lopen?
Hoe mooi? Hoe mooi? Hoe zwaar zul je bedoelen, de Seven
Sisters zijn al kilometers lang heuvel op – heuvel af, daarvoor zitten er ook
al drie nog veel hogere beklimmingen in en hoelang is een marathon ook al weer?
Juist ja, 42,195 meter!
Maar was mijn hartritmestoornis niet juist verholpen en
zijn heuvels/bergen niet juist mijn ultieme geluk van hardlopen? Dat is beiden
waar en tevens juist, maar mijn lichaam is na mijn operatie in een soort shock
terechtgekomen. Klaar met al de zorgen om een verhoogde hartslag, blokkeerden
nek, rug en bilspieren volledig. Ik kan je verzekeren dat dat niet ontsnappen
loopt. Maar ja, ik heb wedstrijd, hotel en vliegticket al geboekt, dus gelopen
gaat er worden! Vol optimisme een (wedstrijd) schema gemaakt, afspraak met
Corine van fysio de Hofstraat gemaakt en er het beste maar van hopen. Met veel
geduld en nog meer oefeningen ging het langzaam vooruit en steeg het vertrouwen
op een goede afloop. Samen met Niek worden de langere wedstrijden bezocht en
dat ging eigenlijk verbazend gemakkelijk, tuurlijk koste het energie en werd ik
ook moe. De volgende twee dagen was ik zo stijf als een plank, daarna herstelde
ik weer en kon ik de training weer aan. Dat ging goed tot mijn laatste wedstrijd,
de 28km lange Hoge Veluwe Trail. Of het kwam omdat Niek er niet bij was of
omdat mij verteld was dat dit geen zware trail zou zijn (wat ik dus wel vond)
of dat ik mijn lichaam het afgelopen jaar al genoeg gepijnigd heb, het laatste
half uur verstijfde ik helemaal en dat werd de week erop alleen maar erger, In
paniek de laatste 1,5 week voor Eastbourne drie keer bij Corine langs geweest
en twee trainingen overgeslagen, had al moeite om een uur achter elkaar te
rennen……
Waarom sta ik hier eigenlijk? Om te laten zien dat de
opofferingen van het laatste half jaar niet voor niets zijn geweest, dat mijn
hart een dergelijke inspanning weer aan kan, dat de laatste twee weken
luisteren naar je lichaam en niet blind een schema volgen helpt, maar vooral omdat
ik er zin in heb!
Daar klinkt het startschot en met ruim 2200 atleten zetten
we ons in beweging! Al na 200 meter doemt de eerste heuvel op en stokt het
tempo, de Engelsen kennen geen flessenhals start en het is dus dringen voor de
smalle ingang van het duingebied. Gelukkig ontdek ik achter het talrijke
publiek een paadje waar ik alle ruimte heb, geschrokken gaan de mensen
achteruit en algauw heb ik een horde lopers achter me aan. Ongemerkt overwin ik
zo de eerste 50 hoogte meters en ik voel mijn rug niet verstijven. Dit geeft
vertrouwen en vol goede moed ren ik door. Het is nog steeds druk op het
parcours en smal, maar kan redelijk mijn eigen tempo lopen. We rennen over
graspaden op de top van de duinen, hoewel top, bijna top, we lopen een beetje
schuin, wat we vandaag heel veel blijven doen met als gevolg een bloedblaar aan
de binnenkant van mijn rechtervoet. Gelukkig zie ik dit pas onder de douche in
mijn hotel. Om mij heen kijkend en vol verwondering ren ik verder, rechts
Eastbourne, links de zee, langs weilanden, doorsneden door de typische Engelse
muurtjes, over paden met hinderijke steentjes, vooral tijden het afdalen en
overal aanmoedigingen.
Heuvelop haal ik veel mensen in, de helft gaat me in de
afdaling weer voorbij. Maar waar ik het idee heb ontspannen te lopen kijken
velen toch al vermoeid uit de ogen. Bij de verzorgingsposten is van alles te
krijgen, verschillende soorten koek en drank, en ook snoepjes, maar om nu een
hele mars te nemen? De passages door de dorpjes zijn een welkome afwisseling op
het verder natuurlijke maar oh zo mooie landschap. Door de lange beklimmingen
kom ik wel meer voorin het veld te liggen, maar geen idee hoeveelste ik ben of
hoelang ik er over ga doen, maar doet
dat er toe? Als de verzorgingsposten op
de juiste plek staan, zit ik rond de vier uur schat ik zo in. Wat me wel
opvalt, is dat hoe meer ik voorin kom te lopen, hoe schaarser de lopers gekleed
zijn. Waar in aan het begin met mijn handschoenen niet opviel, lopen ze hier in
korte broek en soms zelfs hemdje. Ik heb het niet koud meer, maar ook niet echt
warm, gewoon lekker. Nog steeds nergens last van hebbende, nader ik het halve
marathon punt, hier staat in the middle of nowhere zelfs een klok met
tijdsregistratie matten, over service gesproken! In iets minder dan 2 uur
dender ik ontspannen over deze mat, nog steeds voornamelijk over gras en in de
zon lopend kan ik dus onder de zo gehoopte 4 uur komen. De meeste hoogte meters
zijn achter de rug maar de gevreesde traptreden, 300 stuks (!) en de Seven
Sisters moeten nog komen en begint de marathon niet pas bij 35km? Stonden in de
eerste helft de meeste hekjes netjes open, in de tweede helft word er van je
verwacht dit zelf te doen. De afdalingen bestaan nu niet meer uit paden met
steentjes maar uit gras met konijnenholletjes. Nog steeds uitkijken dus. Na het
langste stuk asfalt, wel omhoog, was ik ze bijna vergeten, de traptreden! Deze
lagen gelukkig gelijkmatig, in een vlot ritme lagen de eerste 50 treden onder
me. Twee kilometer verder begon het, vergeet die 50 eerste treden, die tellen
niet mee, dat was kinderspel. In een verder mooi bos waren op een bergweg
willekeurig 300 treden neergesmeten, hier heb je je trap en nog stijl ook! Diep
ademhalen, verstand op nul en klimmen maar. Waar velen moesten wandelen kan ik
de gang er (nog een beetje) inhouden. Met ontplofte bovenbenen zet ik de
welverdiende afdaling in. Een afdeling verder moeten we over een muurtje
klimmen, gelukkig staat er een aardige vrijwilligster de weg te wijzen, want
halverwege dat muurtje moeten we linksaf slaan en door….
Bij het oversteken van een verharde weg weet ik ineens weer
waar ik ben, hier heb ik rechts tijdens mijn lange wandeling vier jaar geleden
heerlijk gegeten. Nu helaas geen tijd voor, want hier zijn ze, de Seven
Sisters, zeven keer naar boven en ook weer naar beneden, na ruim 30km een
enorme aanslag op mijn bovenbenen. Omdat de zon toch nog aan kracht wint en het
bijna windstil is wordt het nog warm ook en daar loop ik dan met mijn
handschoenen. Door dit alles en ook nog een enigszins hongerig gevoel, moet ik
tot twee keer toe wandelen, maar waar ik denk dat ik het moeilijk heb, ga ik er
nog steeds velen voorbij. Velen, op één na dan. Onderaan een van de vele
Sisters staat een little sister met een snoepbakje. De inhoud biedt ze aan de
atleten aan. De loopster voor me wil er eentje pakken, maar grijpt mis, een
luide vloek is het gevolg. Onze little sister laat het er niet bij zitten en
zet de achtervolging in, als een hinde rent ze me voorbij tot aan de atlete
voor me, die zo alsnog uit het bakje kan snoepen. Vol verbazing roept ze “Oh
what are you quick!” en dat was ze ook!
Helaas heeft ze hierdoor geen tijd om mij iets aan te
bieden. Daarom neem ik op het laatste verzorgingspunt uitgebreid de tijd om te
eten en drinken, zelfs een stuk mars. Hierdoor aangesterkt kan ik ook het
laatste stuk redelijk doorlopen, de zon op het water zien schijnen, de oude en
nieuwe vuurtoren zien en van verre het bezoekerscentrum van Beachy Head zien.
Daar beneden ligt de zo lang verwachtte finish. Maar eerste moeten we de laatste
top, vlak voor Eastbourne nog bereiken. Plots moet ik denken aan bijna een jaar
geleden toen ik de laatste Terhill in mijn 750ste wedstrijd in België bijna
niet opkwam en als diezelfde Terhill tegen mijn operatie opzag. Zowel operatie
als deze laatste heuvel gaan goed. Mijn bovenbenen en bilspieren exploderen nog
een keer waardoor de laatste afdaling erg verkrampt gaat, maar 200 meter verder
gaan de beide armen de lucht in en wordt de welverdiende medaille om mijn nek
gehangen. Net niet onder de 4 uur, maar met 4:04:40 ben ik zeer tevreden gezien
de voorbereiding en vooral het zware parcours. In de tweede helft opgeschoven
van plek 217 naar plaats 187, not bad for a flatlander.
Nu weten jullie waarom ik daar bij het vriespunt in
Zuidoost Engeland aan de start stond. Als jullie mij een keer tegenkomen,
vertel het mij dan ook, want aan de start wist ik het echt niet meer en nu ik
gefinisht ben, kan ik het haast niet geloven, heb ik het echt gehaald?
Nog een vraag, waarom denken die Engelsen dat ik er als een
soort doorbakken stuk vlees uitzie als ik langs kom rennen, iedereen schreeuwde
en klapte “well done” naar me. Raar volk
die Engelsen maar deze wedstrijd was super georganiseerd en het publiek was
“amazing”!
Greetings Gerrit Dijkslag