Het prachtige Teutoburgerwald |
Het Teutoburgerwald is relatief dichtbij vanuit de
Achterhoek en is een geweldig gebied om te trailen. Henrie en ik zijn er wel
vaker geweest, maar het was weer hoog tijd voor een nieuw bezoekje. Henrie had
een route gevonden op internet en deze een beetje aangepast. Voor een
belangrijk gedeelte zaten er stukken van de Hermannsweg en de Teutoschleifen
in.
We vertrokken vanaf Parkplatz Dörenther Klippen, vlabij
Ibbenbüren. Op de parkeerplaats was het winderig en fris, dus nog maar even een
jasje aan. Dat jasje kon na vijf minuten
weer uit, nadat we in het bos kwamen en meteen een flinke klim voor de kiezen
kregen. De paden waren bezaaid met blad in allerlei herfstkleuren. Prachtig om
te zien maar stenen en boomwortels waren hierdoor een stuk moeilijker te zien.
Goed opletten dus.
We liepen eerst een heel eind over de Hermannsweg richting
het westen, waarbij we een gedeelte van de Klippenlauf volgden. Het was
weliswaar heuvelig, maar goed beloopbaar en met prachtige uitzichten. Het doel
was om te trainen zoals we de lange trailwedstrijden lopen. Rustig tempo,
heuvelop kalm aan en relaxed naar beneden. En onderweg zoveel mogelijk genieten
natuurlijk.
Vanaf het meest westelijke punt van onze route volgden we
een aangepaste weg terug. Deze voerde ons via allerlei singletracks en lange
steile klimmen en afdalingen terug naar ons startpunt. De temperatuur was bijna
14 graden en op de gedeeltes waar geen wind was hadden we het erg warm voor de
tijd van het jaar.
De geplande tussenstop na 20 kilometer kwam dan ook mooi op
tijd om even de bidons bij te vullen. De Dörenther Almhütte was een lekker knus
hutje waarin het haardvuur bijna te uitnodigend was. Een Kaffee met Kuchen ging
er wel in natuurlijk. Daarna nog even de bidons bijvullen met kraanwater. Tot
ontsteltenis van de bediening. Volgens hen was het officieel geen drinkwater en
mochten alleen honden er van drinken. Na de vraag van Henrie of er wel eens een
hond aan doodgegaan was, mocht hij toch op eigen risico zijn bidons vullen.
Het tweede deel van de route voerde ons oostwaarts. De
heuvels in de buurt van de beroemde Dörenther Klippen waren nog hoger en
steiler dan die in onze eerste ronde. Het heuvelop rennen hield dan ook al snel
op en zo snel mogelijk omhoog hiken werd de norm. En zelfs dat viel niet mee,
aangezien de paadjes allemaal supertechnisch waren.
De bomen hadden blijkbaar allemaal een hekel aan
hardlopers, want ze staken massaal de wortels de lucht in om je te laten
struikelen. En om het af te maken hadden ze hun blad er ook nog eens in een
dikke laag overheen laten vallen. Zowel omhoog als omlaag vroeg dan ook alle
concentratie. Een voordeel was wel dat het de laatste tijd wat geregend had.
Die keer dat ik languit ging viel ik dus lekker zacht languit in de modder.
Tegen het eind van de tweede ronde begon het wat te
regenen. Lang niet zoveel als voorspeld was gelukkig. Ik hoorde weliswaar veel
regen vallen op het herfstblad, maar ik voelde niet zoveel regen dat ik een
jasje aan moest doen. De temperatuur zakte iets, maar daardoor werd het
eigenlijk nog lekkerder.
De klimmen begonnen me zoetjes aan in de benen te bijten.
Op en neer, behoorlijk technisch allemaal, met maar heel weinig stukken waar je
even lekker de benen los kon lopen. Alleen een stukje bushwacken, waar het pad
niet meer te vinden was, bracht wat rust voor de benen. En één van de weinige
lange afdalingen waar we lekker hadden kunnen lopen, was door anti-
mountainbike activisten bezaaid met takken en stammetjes over het pad.
Alles bij elkaar een perfecte trainingsdag dus voor het
echte werk in de Taunus Ultra in januari. Terug bij de auto waren we wel wat
moe, maar we hadden een prachtige dag in de bossen gehad. Helemaal tevreden
stapten we weer in de auto voor de terugreis naar de Achterhoek. 35 kilometer
genieten met bijna 1000 hoogtemeters, de helft van de Taunus Ultra dus, niet
gek toch?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten