Gewonnen van zoonlief Sam en lievelingsneef en hardloopvoorbeeld Geert en nog niet tevreden… |
’t Is al weer een tijdje geleden, maar ik moet
er toch even over schrijven! We zitten inmiddels weer in het crossseizoen en in
de 15 km wedstrijdperiode. Ik neem je weer even mee naar de warme nazomer, de
periode van de snelle 5 km wedstrijden. In de warme nazomer heb ik twee 5
kilometer wedstrijden gelopen: de Kramprun in Varsseveld en de Hooilandrun in
Lichtenvoorde. De beleving van deze wedstrijden heeft me nieuwe inzichten
gegeven die ik graag via dit sympathieke weblog met je wil delen. Deze
inzichten zijn tevens direct toepasbaar tijdens de Boekeldercrosswedstrijden,
de Zevenheuvelenloop, Montferlandloop, enzovoort. En ben je hardloper? Laat dit
stukje dan vooral je liefhebbende partner lezen!
Als 40+-er, die in de ontkennende fase van het
ouder worden zit, wil ik elke 5 km wedstrijd onder de 20 minuten lopen. Dit
lukt lang niet altijd. Zo ook bij de Kramprun niet, ik kwam binnen in 20.11
minuten. Vorig jaar klokte ik nog 19.36 minuten. Drie jaar geleden zou ik hier
nog harstikke tevreden met zijn, maar nu dus niet. Uit pure gif heb ik me ’s
avonds direct ingeschreven voor de Hooilandrun. Ik had nummer 101, dat
betekende dat ik de eerste inschrijver was. Mijn tijd bij deze wedstrijd was
19.45 minuten. Dat leek er meer op!
Maar hoe kan zoiets? Hoe kan het dat het de ene
wedstrijd wel loopt en de andere keer niet? Dit blijft een van de grote
mysteries van de hardloopsport. Maar niet lang meer…met deze column los ik dit
eeuwenoude mysterie op!
Eerst de Kramprun. Ik heb al eerder een
stuksken geschreven over deze roemruchte wedstrijd. In 2016 heb ik deze
wedstrijd gerend na een zeer stressvolle dag. Na veel gehaast en gebender lukte
het nog net om op tijd aan de start te staan. Resultaat: een waardeloze tijd.
Dit jaar was de voorbereiding beter. Ik had braaf 3x in de week getraind,
ongeveer volgens het schema van Gerben Deunk, onze trainer. Dus daar kon het
niet aan liggen. Er ligt echter altijd een psychische valkuil op de loer…Als
bij mij iets niet in de haak is, schiet het me nog al eens in de rug. Een week
voor de Kramprun was het weer zo ver. Erg druk op het werk, prakkisaties an ‘t
hoofd, thuis niet de gezelligste, geen rust in ’t gat…en hup, daar schiet het
weer in de rug. Medisch wordt dit een discopathie genoemd, een
tussenwervelschijf die er tussenuit floept. De oorzaak is echter veelal
mentaal. Ook al kan ik best veel praatjes hebben, het delen van kopzorgen doe
ik niet graag met anderen. Gevolg is het ophopen van spanning dat zich vertaalt
in een kronkel in de ruggegraat en stief as een old wief. Daar ga je dus niet
harder van lopen. Hier moet ik wel een kanttekening bij maken: ik heb ooit als
doel gehad om mijn zoonlief Sam te pakken op de 5 km alsmede mijn
lievelingsneef en grote hardloopvoorbeeld Geert Wevers. Deze doelen zijn beide
gehaald op deze editie van de Kramprun, dus wat dat betreft zou ik tevreden
moeten zijn…Maar dat is een ander stuksken.
En
toen de Hooilandrun. Deze run vond 3 weken later plaats dan de Kramprun. De
ergste werkdrukte na de vakantie had ik weer weggewerkt, de planning had ik op
orde, mooie projecten in het verschiet. Thuis was ik weer de betrokken en
liefhebbende partner en vader, die door het thuisfront bemind en gewaardeerd
werd. “Ga maar lekker rennen schat, en geniet ervan”, zei mijn lief, toen ik op
de fiets richting Lichtenvoorde stapte. “En laat even weten hoe het ging!” Met
een luchtkus zwaaide ze me uit, en vol goede moed en zonder rugklachten toog ik
naar de Hooilandrun. En BAM, 19.45 minuten! Hoe anders en gemakkelijker ging
het nu! Ook hier moet ik een kanttekening maken. Normaal gesproken dender ik
bij elke wedstrijd achter Hans Jentink aan. Hans, een dikke 10 jaar jonger,
ontwikkelt zich echter zodanig dat hij eigenlijk te hard voor me gaat. Ik
besloot mijn eigen tempo te kiezen. Ik kwam achter Lisa te Molder aan te
rennen. Deze jonge moeder is normaal gesproken een maatje te groot voor me,
maar nu kon ik haar goed volgen. Na de 3e kilometer ging ik haar zowaar
voorbij. Ik stak nog 2 vingers in de neus maar die zag ze niet…Net na de 4e
kilometer haalde die taaie Lisa me weer in. Ik moedigde haar nog aan, niet
helemaal oprecht gemeend. Wel overviel me een gevoel van respect voor dit
hardloopfenomeen: een kind krijgen en dan al weer zo hard rennen. Ik heb zelf
dan wel 5 kinderen, maar er waarschijnlijk wat minder van te leiden gehad…
Ondanks dit respect heb ik haar toch mijn hielen laten zien. Ze had geen
antwoord op mijn machtige eindsprint. Ik kwam binnen op 19.45 minuten en Lisa
een paar tellen later. Euforie! Bij mij tenminste…
En nu mijn theorie. Mijn theorie is dat het
“goed in je vel” zitten erg belangrijk is om een goede prestatie te leveren,
vooral in een duursport. Met een sport als kickboksen is het wellicht anders.
Met zo’n sport kun je je agressie allicht kwijt op je tegenstander. Maar met
hardlopen werkt dat niet zo. Als je meent dat je veel moet hardlopen kan dat
best wel eens discussie met je achterban opleveren. Als je meedoet aan de
wedstrijd waarbij je de hele dag weg bent, is dit voor het huisfront niet
altijd leuk. Hier ligt dus een mooie rol voor de partner weggelegd. Wie anders
dan een liefhebbende partner kan er voor zorgen dat je als hardloper lekker in
je vel zit? Je lief kan je werkzorgen relativeren, kan je met liefde omgeven,
je alle succes wensen en zeggen dat hij / zij erg trots op je is. “Ga maar
lekker rennen schat, geniet ervan! Je hebt er zo hard voor gewerkt, knallen
liefje!”. Om dan vervolgens met een grote smile aan de wedstrijd te beginnen.
Mijn theorie is dus dat je op je hardst kunt rennen als je geen kopzorgen hebt.
Help ons er van af, liefhebbende partners! Help ons aan nieuw PR’ren! Dit is
goed voor ons zelfvertrouwen, en worden we leukere partners van!
De vraag hangt nu natuurlijk in de lucht of
seks voor de wedstrijd goed is. Goede vraag. Ik heb eens een Engelse
voetbaltrainer horen zeggen dat hij er niet zo’n moeite mee had dat voetballers
in de nacht voor de wedstrijd seks hadden. Hij had er wel moeite mee dat een
voetballer om een uur of elf ’s avonds een rokerige café in ging voor zijn
“jacht”. Eerst een paar biertjes om wat losser te worden, dan her en der wat
contacten leggen met mogelijke kandidaten, om vervolgens – als hij eindelijk
beet had – om een uur vier ’s nachts huiswaarts te keren om daar zijn prooi
alle hoeken van de slaapkamer te laten zien. En dan na een dergelijke nacht op
de wedstrijddag verschijnen…Daar had de trainer wél moeite mee…
Dus tja, zeg het maar. Als een intieme nacht
voor de wedstrijd bijdraagt aan het goede gevoel moet je het zeker doen.
Misschien kan trainer Gerben dit in het wedstrijdschema zetten? Dan weten de
partners waar ze aan toe zijn!
Afgelopen zaterdag heb ik de 15 km gelopen op
de Boekeldercross, als voorbereiding op de Zevenheuvelenloop. Deze wedstrijd is
zondag de 18e november. Ik geloof dat ik de komende week maar eens een bleumken
voor m’n lief meeneem…
Groeten van Rinke (PR 15 km is 1.05,36, maar dit
zal na het bleumken ongetwijfeld anders zijn…)
hahaha fantastisch geschreven. ik loop zondag ook de 15km. met een belabberde voorbereiding en een dip in de training bij de 8km. ik haal vanaf nu elke dag een bluumken.. Misschien dat ik dan de 15km kan afmaken..
BeantwoordenVerwijderenJosé, verwen Marco ens effen good!
BeantwoordenVerwijderen