dinsdag 16 april 2019

Een marathon is afzien en toch zijn we het zo snel vergeten… Hoe komt dat?

We zullen tot het einde der tijden marathons lopen omdat het gevoel van te finishen onbeschrijfelijk mooi is
Iedereen kent ze, de horrorverhalen rond marathons: zwalkend de finish bereiken, meedogenloze krampen die tot achter je oren trekken, bloedende toestanden omwille van wrijvingswonden, meer blaren dan tenen hebben…

Toch staan we telkens weer terug aan die startlijn, als een bende jonge honden kwispelend voor een nieuwe ervaring. Een doorsnee mens fronst dan de wenkbrauwen en vraagt zich hardop af wat mensen ertoe drijft om deze folteringen opnieuw te ondergaan. Lopers daarentegen schijnen zich de pijn en ongemakken van de vorige editie niet meer goed te herinneren en gaan er een tweede, derde, vierde… keer voor. Hoe kan dit? Lijden we als lopers aan een selectief geheugenverlies of verkeren we maanden nadien nog steeds in een ontkenningsfase?

Przemyslaw Babel onderzocht 62 marathonlopers rond deze kwestie en wat bleek? Dit haast naïef positief denken zou volgens hem te wijten zijn aan de manier waarop je hersenen de pijn die gelinkt is aan een pittige uithoudingstest herinneren. Bij de groep proefpersonen was het duidelijk dat ze het afzien tijdens de marathon minimaliseerden, zowel in de week na hun wedstrijd, als in de daaropvolgende maanden. Bij hen primeerde de emotie rond de positieve ervaring van het finishen. Een belangrijke voetnoot hierbij is wel dat de leden van de testgroep er allemaal in geslaagd waren om de eindmeet te bereiken. Zelf kan ik me voorstellen dat er marathonslachtoffers zijn die hun doel niet bereikt hebben en die voor de rest van hun leven rillingen krijgen alleen al bij de gedachte aan die 42 km.

Een andere sportpsycholoog, Tracey Devonport komt ongeveer tot een vergelijkbare slotsom: ‘Hardlopers hebben de neiging om hun pijn beter te kaderen dan de gemiddelde mens.’ Omdat je zo intensief met duurlopen en intervaltrainingen bezig bent tijdens de voorbereiding, is het niet ongewoon dat je af en toe wat pijn voelt. No pain, no gain komt oorspronkelijk uit de aerobics maar geldt zeker voor lopers. Door het stelselmatig ervaren van wat zeer leren sporters een beter onderscheid te maken tussen ‘trainingspijn’ en ‘blessurepijn’. Dit is soms een heel dunne grens maar het is net door af en toe tot tegen die limiet te durven gaan dat je vooruitgang kan maken. Op die manier leer je bepaalde soorten pijn kennen die eigen zijn aan het trainen van je maximale kunnen.

Naast deze fysieke ervaring speelt het mentale ook een rol. Het menselijk brein onthoudt voornamelijk de belangrijke momenten van een gebeurtenis en gelukkig maar dat niet elke cm van het 42-kilometer-lange parcours in je geheugen gegrift staat. Zo onthoud je waarschijnlijk het startschot, enkele van de vele bordjes die de kilometers aanduiden, net die ene supporter waarmee je oogcontact had en het moment dat je over de finish liep… of strompelde.

Onderschat trouwens de kracht van het positief denken niet. Zie het als een oefening in ‘omdenken’ om tijdens je run niet te focussen op de vele kilometers die nog voor je liggen, maar blij te zijn met hetgeen al voorbij is. En de kleine ongemakjes die je voelt? Dat zijn niet de gevolgen van het lopen maar de voorwaarden om je limieten en de finish te bereiken.

Daarnaast blijkt het een gevolg van de evolutietheorie te zijn dat als we iets moeilijks meemaken dat uiteindelijk resulteert in een succeservaring, onze hersencellen ons vooral positieve emoties doorsturen, waardoor we het de volgende keer opnieuw proberen. Dus net zoals onze voorouders steeds weer de harde strijd aangingen met een mammoet omdat die zo lekker smaakte, zo zullen we nog tot het einde der tijden marathons lopen omdat het gevoel van te finishen onbeschrijfelijk mooi is. (bron)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten