Techniek, houding, het valt niet mee om correct snel hard te lopen |
1. Hoofd rechtop
Ook bij ons op de redactie
lukt het niet altijd, maar loop met je hoofd rechtop. Met je neus die door de
wind klieft. Het lastige is dat je vaak wel naar de straat of het pad wil
kijken. Dat voorkomt veel ongelukken. Maar toch, probeer altijd ver vooruit te
kijken.
2. Schouders naar beneden
Houd je schouders naar
beneden. Doe de 3 kilometer check. Dan begint vaak de eerste vermoeidheid. Je
hebt dan de neiging door de inspanning om je schouders wat op te trekken. Laat
het los, laat die twee lekker hangen.
3. Onbalans uit je schouders
Je ziet het vaak maar
hardlopers geven elkaar daar weinig commentaar op. De ene schouder hangt anders
dan de andere. Probeer beide schouders te ontspannen en op dezelfde hoogte te
houden. Wie ze scheef trekt, gaat ook scheef aan de rug trekken. Dat duizenden
passen lang verstoort echt je hele houding. Controleer jezelf regelmatig op
onbalans in je schouders. Je kunt het makkelijk even meepakken in je
warming-up.
4. Armen bewegen vanuit je
schouders
Je gaat met je armen mee om de
rotatie in je lichaam te compenseren. Je armbeweging is belangrijk in het
hardlopen. Probeer maar eens te versnellen zonder armbeweging. Of loop een
heuveltje op zonder de ondersteuning van je armen. Knap lastig. Daarom is die
swing zo noodzakelijk. Swing vanuit je schouders. Of negatief geformuleerd: je
draait niet vanuit je ellebogen. Door op de swing vanuit je schouders te letten
wordt het ook makkelijker om ontspanning in je schouders (zie 3) te vinden.
5. Armen 90 graden en recht
vooruit
Dit doen de meeste lopers
gelukkig goed. Je armen houd je idealiter in een hoek van ongeveer 90 graden.
Je ziet bij lange afstanden, 10 km of meer, vaak dat een wat grotere hoek wordt
genomen. Bedenk dat die grotere hoek moeilijker is vol te houden. Met armen
gericht op de 90 graden hoek, kun je beter sturen. En uiteraard, houd je armen
recht vooruit in de swing.
6. Torso recht
Houd je torso recht. Ook al
zet je harder af, laat je lichaam niet teveel meedraaien. Corrigeer met je
bekken, rug en buikspieren. Daarom is het zo handig dat je als hardloper een
goed ontwikkelde core stability onderhoudt.
7. Niet knikken
Punt 6 levert ook op dat je
niet teveel vanuit je heupen voorover buigt. Iets voorover mag omdat dit voor
velen een manier is om het gewicht goed te verdelen ten opzichte van de
snelheid vooruit. Ga zeker niet achterover hangen. Je krijgt dan een bijna
zittende houding en dat heeft een negatieve invloed op je hardlooppas.
8. Voet onder de knie
Zorg er voor dat bij iedere
hardlooppas je voet die gaat landen niet voorbij je knie komt. Anders rem je de
hardloopbeweging. Idealiter kom je dan met die voet precies onder het
zwaartepunt van je lichaam terecht. Dan kan je mooi overgaan van de
landingsfase naar de afzet, helemaal zonder verstoringen.
9. Voeten vooruit
Je merkt bij vermoeidheid of
een lichte blessure dat je je voeten scheef plaatst. Vaak gaat dat onbewust.
Focus regelmatig op je voetenwerk. Je landt recht op je voeten en je zet ook
recht af. Dan verdeel je de druk het beste. Je voeten bezitten tientallen
spieren en die functioneren het beste als die rechtdoor gaan. Iets scheef geeft
al afwijkingen aan je banden en pezen. Dat kilometers lang, dan is het nog een
wonder dat die twee dragende voeten niet klagen en zeuren.
10. Zacht geluid
De mooie hardlooppas hoor je
nauwelijks. Dat vergt echt kracht en training. De zachte stille pas is het
tegenovergestelde van de ploffende slofpas die energie slurpt. Je moet namelijk
kracht in je hele keten van top tot teen (punt 1 tot en met 10) hebben om de
landingsfase goed op te vangen en door te zetten naar die krachtige afzet. Als
het goed gaat, dan gaat het hoorbaar beter met je als hardloper. (bron)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten