zaterdag 8 juni 2019

Je lichaam in wedstrijd-modus laten komen, hoe doe je dat?

Trainen helpt en je kunt binnen een paar maanden al een enorme progressie bereiken
Eerlijk toegeven. Een van de belangrijkste redenen, waarom we hardlopen is omdat we een goed lijf willen hebben of houden. Ja, de runners high kan nog zo lekker zijn en de kick van het eindsprintje nog zo verslavend. Toch zou bijna niemand van ons dit blijven doen als hardlopen een dikmaker zou zijn.

Maar hoeveel tijd kost het om je lichaam helemaal in de wedstrijd-modus te krijgen? En welke factoren zijn daarbij het belangrijkst? Om hier (een handzaam) overzicht over te krijgen, vlooiden wetenschappers van practically science een hele lading aan bestaand onderzoek na (mijn eigen atletiektrainer attendeerde me hierop). Hun conclusie: je lichaam heeft ongeveer drie maanden nodig om helemaal klaar te zijn voor een belangrijke wedstrijd.

En daarbij spelen drie factoren, die we zoveel mogelijk gefilterd hebben van onbegrijpelijke woorden.

1. De maximale opname van zuurstof
Hoe meer zuurstof je longen in samenwerking met je hart in je spieren weet te pompen, des te beter jouw prestatie. Daarbij zijn twee zaken belangrijk. De eerste is de slagkracht van je hart. Want hoe krachtiger en harder je hard pompt, des te meer zuurstof er getransporteert wordt. Het tweede is de mate waarin een spier in staat is zoveel mogelijk zuurstof op te nemen uit dat rondgepompte zuurstofrijke bloed.

Wat blijkt. De eerste maand van training wordt vooral ‘winst’  geboekt doordat je spieren dankzij extra training meer zuurstof weten op te nemen. Maar na een maand, wordt de rest van de winst vooral bij de slagkracht van het hart behaald. Die zorgt uiteindelijk voor zo’n 75 procent van de behaalde extra opname van zuurstof.

2. Hoeveel melkzuur kun je aan?
Het zuur in je benen hebben. Elke hardloper weet wat we daarmee bedoelen. Verzuurde benen, betekent dag zeggen tegen je toptijd. Gelukkig is de hoeveelheid melkzuur die je aanmaakt ( ook wel lactaat genoemd) goed trainbaar. Ook hier kun je een maximaal resultaat in een maand of 2-3 verkrijgen. Dit doe je vooral met trainingen die gericht zijn op het uithoudingsvermogen, duurtrainingen dus.

Want dan heb je deze dingen bereikt:
- Je krijgt meer van een bepaald enzym (het mitochrondial enzym, sorry toch een moeilijk woord), wat zorgt voor minder aanmaak van melkzuur.
- Je haalt minder energie uit glucosereserves en meer uit vetreserves. Bij energie uit vetreserves komt geen melkzuur vrij, bij glucose wel.
- Zo spuit het zuur veel minder snel en minder heftig je benen in en is jouw lichaam veel beter in staat om een goede wedstrijd te rennen.

3. Je lichaam heeft een loopgeheugen
Hoe meer je traint, des te beter je lichaam weet hoe je moet rennen. Immers, oefenen loont (net als vroeger bij je wiskunde-huiswerk). Dat gaat op twee manieren. Ten eerste werken je hersenen en je spieren dankzij extra training steeds beter samen. Doordat ze keer op keer die loopbeweging samen uitvoeren, worden ze er steeds beter in. Dit noemen we ook wel het spiergeheugen. Na een week van trainen maak je hierin al enorme stappen.

Ten slotte is daar de oude vertrouwde spierkracht. Hoe meer je rent (en springt en andere oefeningen doet), des te sterker je spieren worden. Dit proces gaat een stuk langzamer en kost een maand of drie. Want na een paar uur trainen heb je de fundamenten al gelegd, maar om echt een sterke spierhuishouding te kweken, kost nu eenmaal bloed, zweet en tranen.

Het is dus echt zo. Trainen helpt en je kunt binnen een paar maanden al een enorme progressie bereiken. Het enige jammere is alleen dat zodra je stopt met trainen, na een week of 2/3 het meeste effect al weer verdwenen is. Niet opgeven dus! (bron)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten