Start van de halve marathon in Doetinchem in 2016 |
1.
Eenzijdig lopen
Dat je veel kilometers gaat maken
is logisch. 21 is niet niks. Iedereen die de overstap maakt van bijvoorbeeld
rondjes 10 kilometer naar de halve marathon weet dat het een gigantische stap
in conditie betekent. Vaak richten hardlopers zich te eenzijdig op veel
loopwerk.
Vooral als je meer kilometers
gaat maken is het nog interessanter om je lichaam te versterken. Dat betekent
nog niet direct dat je met kilo’s in de sportschool hoeft te sleuren. Wel dat
je core stability oefeningen doet en het liefst een mooie set aan oefeningen
uitzoekt om je beenspieren te versterken. Plankoefeningen, lunge en
squatoefeningen horen bij de halve marathonloper.
2.
Lekker te hard
Het voelt zo goed; hard
trainen. Dan ga je al snel té hard. Om een sterke conditie op te bouwen hoef je
niet perse hard. Je moet je lichaam voldoende weken en maanden geven om
lichamelijk de aanpassingen te maken. Door de duurlopen verbeteren de
bloedvaten en de opname van de zuurstof. Dat heeft wel tijd nodig. Zeker doen
want die punten leveren je het hoogste rendement op om je halve goed te lopen.
3.
3 x 30
Wil je toch even het gevoel
hebben om lekker hard te trainen? Je haalt zo snel niet het wedstrijdpaard uit
jezelf. Dan is daar een kleine truc voor. Stel je loopt als training 15
kilometer. Lekker soepel en vlot zonder heel hard te gaan. Doe na iedere 5
kilometer 3 versnellingen van 30 seconden met daartussen 30 tot 60 seconden je
gewone looptempo voor die training.
4.
Ga voor de regelmaat
Kom je in tijdnood voor de
halve? Balen, maar ga niet opeens mega-afstanden afleggen in je training. Leg
je focus bij regelmatig trainen en dan maar korter. Stel je redt het niet om je
schema aan te houden. Je komt eigenlijk op het punt, een week voor de
wedstrijd, van 18 kilometer trainen. Houd het daarbij en maak niet in één keer
de sprong naar 21. Door de regelmaat bouw je voldoende op om toch op de dag van
de wedstrijd de 21 goed uit te lopen.
5.
Seconden sneller
Houd je je goed aan het
relatief rustige tempo waarmee je die ijzersterke conditie opbouwt? Dan nog een
extra push om je helemaal klaar te stomen voor een sterk slot in je wedstrijd.
Loop iedere duurloop in de laatste 3 kilometer 5 seconden sneller dan dat
gewone looptempo. Stel je loopt 5 of 6 minuten per kilometer. Haal daar in je
duurlooptrainingen net 5 tot 10 seconden af in die laatste 3 kilometer. Dan
weet je hoe het is om al met vermoeidheid toch net even aan te zetten. Een
opsteker voor als je het toch zwaar krijgt in de wedstrijd. Want je kon toch in
de training ook in die laatste kilometers jezelf tot nog een klein beetje meer
aanzetten (bron)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten