Een algemene, 20 minuten durende warming-up kan het verschil in ochtend- en middagprestaie een stuk verminderen zodat er vrijwel hetzelfde wordt gepresteer |
Het tijdstip van de dag waarop je actief bent kan grote invloed hebben op de prestatie die je moet leveren. Op een klassieke sprongtest zou je ’s middags al gauw zo’n 4 tot 6% beter scoren dan als je dezelfde test ’s ochtends af zou leggen. De veronderstelling is dat deze variatie in prestatie te maken heeft met het verschil in lichaamstemperatuur gedurende de dag. Maar hoe zorg je ervoor dat je ’s ochtends – het moment van de meeste wedstrijden - ook optimaal presteert? Een goede, op het tijdstip aangepaste warming-up, lijkt uitkomst te bieden.
Fluctuatie van de temperatuur
Verschillende onderzoeken hebben aangetoond dat de variatie in prestatie gedurende de dag samenhangt met de fluctuatie in lichaamstemperatuur. Deze resultaten worden ondersteund door aanvullend onderzoek dat laat zien dat voor elke 1 graad in tempatuurdaling, de maximale anaerobe kracht met 5% afneemt. Een sprintje trekken om 5.00 ’s ochtends (je coolste moment van de dag) zou wel eens een stuk moeilijker kunnen zijn dan tussen 14.00 en 20.00 waarop je lichaamstemperatuur het hoogste is.
Warming-up
In een onderzoek werden 8 recreatieve sporters ‘s ochtends aan een serie testen onderworpen. Eerst moesten ze een ‘controle’ warming-up uitvoeren van 2 minuten joggen, 2x10 lunges, knieheffen en biltikken, 10 squats, 2 versnellingen en zeven sprongen. Vijf minuten later werd elke proefpersoon gevraagd drie sprongen uit te voeren met steeds 2 minuten rust. Op een andere dag werden dezelfde drie sprongen uitgevoerd na een langdurige warming up van 20 fietsen op een indoor fiets in aanvulling op de controle warming-up. De stijging in lichaamstemperatuur die met deze warming-up werd bereikt zou overeenkomen met de lichaamstemperatuur die ’s middags wordt bereikt. Vervolgens werden beide testprotocollen nog eens ’s middags uitgevoerd.
Uitgebreide warming-up gevraagd!
De resultaten van het onderzoek waren als volgt:
Tijdstip
|
Warming-up
|
Spronghoogte
|
Maximale snelheid
|
LIchaamstemp
|
Ochtend
|
Controle
|
26.3 cm
|
2.15 m/s
|
36.6
|
Ochtend
|
Uitgebreid
|
27.9 cm
|
2.24 m/s
|
36.8
|
Middag
|
Controle
|
28.0 cm
|
2.22 m/s
|
36.8
|
Middag
|
Uitgebreid
|
28.5 cm
|
2.25 m/s
|
36.8
|
Conclusie
Een algemene, 20 minuten durende warming-up kan het verschil in ochtend- en middagprestaie een stuk verminderen zodat er vrijwel hetzelfde wordt gepresteerd. De spieren bereiken door deze gecombineerde warming-up niet alleen de juiste temperatuur maar worden ook voorbereid op de juiste beweging. Opvallend in het onderzoek was dat twee deelnemers ’s middags na de uitgebreide warming-up slechter presteerden. De onderzoekers weten dit aan een plateau in lichaamstemperatuur. De twee deelnemers zagen een toename in lichaamstemperatuur boven de 37.5 graden. (bron)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten