Je moet aandacht besteden aan trainingen met hogere intensiteit, zoals intervaltraining, tempolopen en heuveltraining |
Hardlopers die zich richten op langere afstanden, zoals 5 of meer kilometer, vinden het natuurlijk ook fijn als hun snelheid op die afstanden toeneemt, en persoonlijke records worden verbeterd. We hebben dan wel te maken met een andere vorm van snelheid dan die van de sprinter. Voor een snelle 5 kilometer is iemands snelheidsplafond namelijk niet de beperkende factor.
Midden- en langeafstandlopers
hebben de snelheid waarmee ze die afstanden graag zouden willen lopen namelijk
al in huis. Het probleem is: hoe houd je die snelheid lang genoeg vol?
Snelheidstraining is voor deze hardlopers erop gericht de volhoudtijd te
vergroten, en dat lukt vooral … door het uithoudingsvermogen te verbeteren.
Het uithoudingsvermogen
verbeteren
Je moet meer trainingskilometers
maken. Voeg een training toe aan je weekprogramma en verleng trainingen
waaronder de lange rustige duurloop. Uiteraard met kleine stapjes. Daarnaast
moet je aandacht besteden aan trainingen met hogere intensiteit, zoals
intervaltraining, tempolopen en heuveltraining.
De effectiviteit van deze
aanpak wordt zichtbaar bij lopers die in training zijn voor de marathon. Zij
lopen nogal eens persoonlijke records op de kortere afstanden. Dit komt niet
doordat hun snelheidsplafond is gestegen (die kan juist wat zakken door de vele
langzame trainingen), maar doordat hun volhoudtijd van een bepaalde snelheid is
toegenomen. Het tempo dat de loper eerst 3 kilometer lang kon volhouden, houdt
hij of zij nu 5 kilometer lang vol. Als je na een periode van training – een half
of een heel jaar – een 10 km gaat lopen, zul je waarschijnlijk merken dat je
die afstand met dezelfde snelheid kunt lopen waarmee je voor die tijd de 5
kilometer liep. (bron)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten