Er zijn steeds meer aanwijzingen die vertellen dat het brein bepaalt hoe hard we kunnen en niet onze benen |
Er zijn echter wetenschappers
die deze argumenten naar het rijk der fabelen verwijzen. Onzin, die beperkingen
van dat lichaam. Het gaat om de beperkingen van de geest. Zij stellen dat er
steeds meer aanwijzingen zijn die vertellen dat het brein bepaalt hoe hard we
kunnen en niet onze benen.
In een uitgebreid artikel in
The Walrus wordt beschreven hoe onderzoeker Tim Noakes in zijn laboratorium te
Kaapstad onderzoek doet naar dit fenomeen. Hij laat zijn testpersonen
gewichtheffen, fietsen, hardlopen en opdrukken tot ze er (bijna) bij
neervallen. Noakes stelt dat wanneer mensen zich buitengewoon inspannen, het
brein ingrijpt. De hersenen manen het lichaam rustiger aan te doen. Benen
vallen stil, armen verliezen hun kracht. Niet omdat de spieren daadwerkelijk
verslappen, maar omdat de hersenen de spieren opdragen te verslappen.
Waarom?
De grote vraag is natuurlijk:
waarom? Waarom verpest het brein onze jacht op wereldrecords? Zonder die
opgelegde verslapping zouden spieren veel langer door kunnen gaan, zouden we op
de marathon minder snel instorten en wordt het een eitje om je 100 maal op te
drukken. Dat zou sporten toch veel leuker en gemakkelijker maken.
Leuker en gemakkelijker
wellicht. Maar ook gevaarlijker. Het brein doet dat afremmen volgens
onderzoeker Noakes niet voor niets. Volgens hem is het brein erop gebouwd om
spieren uit voorzorgsoverwegingen 'uit te schakelen' wanneer het hart te hard
moet werken, als je lichaam om te veel zuurstof vraagt of uitgedroogd dreigt te
raken. Hierdoor wordt voorkomen dat lichaamsdelen onherstelbare schade oplopen.
Wil je echt wereldrecords gaan
lopen, dan is het dus niet alleen zaak om je lichaam optimaal te trainen.
Datzelfde moet je doen met je geest. Want als je je brein zo weet te
'beheersen' dat het later ingrijpt, kun je langer doorgaan. Dat zou volgens het
artikel een verklaring kunnen zijn waarom Kenianen heersen op de marathon.
Lopen is voor hen de enige uitweg uit de armoede. Maar alleen als je wint, val
je op. Dus zullen ze maar zelden op hun eigen tempo lopen, maar er juist voor
kiezen 'volle bak' te gaan. Met een ijzeren wilskracht dwingen ze hun brein
niet op te geven. Dat lukt soms en dan is daar de glorie. Vaker lukt dat niet
en dan resteert uitstappen of een enorm verval.
Heeft Noakes gelijk?
Is het brein altijd de baas
over het lichaam? Er zijn genoeg wetenschappers die denken van niet. Zij
stellen bijvoorbeeld dat in hersenonderzoek nog nooit een soort
'commandocentrum voor voortijdige spierverslapping' is gevonden en dat de
maximale zuurstofopname bepalend is voor prestaties. Of wat te denken van het
moment dat je tijdens de marathon door al je koolhydraten heen bent?
Waar een wil is, is een weg.
Als het onderzoek van Noakes inderdaad klopt dan geldt dit niet alleen voor het
vinden van een nieuwe baan, maar ook op de atletiekbaan. Niet alleen voor de
absolute wereldtopper, maar ook voor de gewone recreant. Wanneer je op je
hardst loopt en de kracht uit je benen voelt vloeien zit er voortaan nog maar
één ding op: vertel je brein hiermee op te houden. Op zijn snelst wordt hiermee
nog sneller. Nu maar hopen dat je brein luistert. (bron)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten