zondag 1 december 2019

Verslag van de 24e Montferland Run in 's-Heerenberg

Het parcours van de Montferland Run
Een mooi verslag van Frank, woonachtig in het midden van Nederland. Hij volgt al een paar jaar regelmatig dit weblog en zag mijn oproep voor wedstrijdverslagen onder de post van 2.5 miljoen bezoekers. Bedankt Frank en gefeliciteerd met je PR op de Montferland Run!

Montferlandrun 2019

Afgelopen zondag was het perfect hardloopweer tijdens de Montferlandrun. Veel hardlopers liepen een pr. Zo werden beide parcoursrecords scherper gesteld. Op een wat lager niveau had ook ik de hardloopdag van mijn leven. Hierbij mijn wedstrijdverslag. Ik heb net twee kilometer warmgelopen richting Stokkum. Alles voelt goed. Ik heb nog even kunnen plassen in de struiken en de omstandigheden zijn ideaal: het is windstil, fris en droog. Ik heb de laatste dagen goed geslapen en gerust; ik voel me fit.

Vorig jaar liep ik hier 58:11 in de regen. Sindsdien heb ik meer dan ooit getraind en mijn pr op verschillende afstanden scherper gezet. Op basis van mijn nieuwe pr op de 10 van 36:58 hoop ik vandaag de 15 onder de 57 minuten te zetten. Dat is plan A. Plan B is onder de 58 minuten. Voor plan A moet ik 3 keer 19 minuten lopen op de 5 kilometer, oftewel 3:48 minuten per kilometer. Hierbij moet ik wel wat extra marge rekenen, omdat het parcours volgens mijn horloge altijd wat langer is (180 meter) dan in het werkelijkheid.

Ik verwacht bij de snelste 100 lopers te eindigen, dus ga ongeveer op die positie in het startvak staan. Ik heb een oude gebreide trui aan om warm te blijven. Nog 5 minuten. Opeens een camera voor mijn neus: “houd je die trui aan?” Ik vertel de meneer van Omroep Gelderland dat ik die trui zo aan het hek zal knopen om hem na de finish weer op te halen. De rest van het gesprekje gaat zoals duizenden andere sfeer-gesprekjes voor de start van zo’n evenement. Het voelt als ik de rol van geïnterviewde speel en geef de antwoorden die van me verwacht worden.

De interviewer schakelt naar een eerder opgenomen item en bedankt me voor het gesprekje. Ik probeer weer terug in de flow te komen, maar volgens mij moet ik plassen. Shit. Nog 1 minuut tot de start. Kan ik nog snel ergens plassen? Ik zie geen mogelijkheid; het is ook vast ingebeeld, ik ben net al geweest! Dan het startschot: PANG.

We stuiven weg, meteen vals plat omhoog. Ik haal wat mensen in, maar hoef hiervoor geen rare capriolen uit te halen. Na een paar honderd meter heb ik wel ongeveer een goede positie te pakken en gaat het parcours iets naar beneden richting Stokkum. Het tempo voelt goed, het kost me weinig moeite. Daar is het bordje van eerste kilometer al, even spieken op mijn horloge: 3:34 minuten. Dat is ruim te snel, maar dat zal ook wel komen door de snelle eerste paar honderd meter. Ik denk dat het tempo van de laatste 500 meter wel iets trager is.

Ik moet nog steeds plassen. Misschien komt het door de kou. Ik sta niet op springen, maar voel de druk toch duidelijk. Vervelend zeg. Ik besluit er niet meer aan te denken. Ik spreek met mezelf af: als ik na 5 km nog steeds moet, dan ga ik daar wel, in het bos. We draaien een Stokkumse woonwijk in. De drukte valt mee, ik kan gewoon binnenbochten lopen. Kilometer 2 gaat in 3:37 minuten. Nog steeds te snel, maar het voelt prima. We lopen weer vals plat omhoog terug richting ’s Heerenberg, waar veel toeschouwers staan. Het dweilorkestje zorgt ervoor dat ik het zoemertje van mijn horloge ter aankondiging van de derde kilometertijd mis.

Ik heb nu aansluiting met een leuk groepje. Een klein vrouwtje met grijze haren en een oma-brilletje* loopt voor me. Ongelofelijk, wat doet zij hier zo vooraan in het veld? Een jonge vrouw met paardenstaart loopt net achter me en net voor haar loopt een atletische jongen met een wel heel soepele tred. Ik schat in dat hij haar haast.

Kilometer 4 gaat weer in 3:37 minuten. Het voelt prima, maar het is nog ver. Dadelijk, na 5 kilometer volgt de eerste echte heuvel. Ik geloof dat het de Peeskesbult is, maar ik haal al die namen altijd door elkaar. Dan zullen we zien of ik de dag van mijn leven heb, of dat ik mezelf aan het opblazen ben.

Ik kom op kop te lopen. Er is nauwelijks wind, dus het maakt me niet uit. Ik voel me ook sterk en probeer het tempo hoog te houden. Ik zie een snellere deelnemer voor me uitstappen. Hij zit te klooien met zijn schoenen. Ik voel de neiging hem aan te moedigen, om hem aan te sporen te blijven lopen. Maar ik houd me in; ik ben bang uit mijn flow te raken als ik me met anderen ga bemoeien.

Daar is het 5-kilometerpunt! Even kijken: 18:37 minuten. Maar dat is bruto vanaf het startschot. Ik check met mijn horloge en zie staan: 18:30. Lekker, dat betekent een halve minuut speling op mijn sub-57 minutenschema (plan A). Ik hoef op de eerste heuvel dus niks te forceren.

Ik loop ontspannen de Peeskesbult op. Ik probeer het ritme hoog te houden, maar houd me in. De jongen met de soepele tred en de jonge vrouw met de paardenstaart lopen iets van me weg. Anderen volgen hun tempo. Ik zet toch iets aan, om niet het risico te lopen te ver in te zakken. Ik mis weer het zoemertje van mijn horloge en heb dus geen idee van mijn tempo. De soepel lopende jongen neemt wat meer afstand; het meisje met de paardenstaart loopt weer naast me. Blijkbaar heeft ze toch geen haas.

Nog een paar honderd meter en dan is de top bereikt. Nou, dat viel best mee. Meteen volle bak naar beneden. We denderen met 20 kilometer per uur omlaag. Dit gaat eigenlijk te hard voor mijn lichaam. Ik voel de klappen op mijn spieren en gewrichten. Ik train altijd vlak, dit ben ik niet gewend. Tegelijkertijd geniet ik van de snelheid: dit is Abdi Nageeye’s marathontempo. Achteraf geeft Strava aan dat ik hier 1:11 minuten deed over 400 meter, oftewel een tempo van 2:57 minuten per km. Nooit eerder liep ik zo hard!

Hier staat geen publiek, maar in de verte hoor ik het dweilorkest richting Beek. Ik probeer zo snel mogelijk te gaan en laat het meisje met de paardenstaart achter me. Ik hoor het zoemertje; weer een kilometer voorbij: 3:29 minuten. Erg snel, maar wat zegt dit? Het begin van de kilometer was nog heuvelop, de laatste 700 meter was het steil naar beneden. We passeren in een haakse bocht het dweilorkest net na 7 kilometer. Veel publiek hier!

Dan komen we op een vlakke zandweg. Dat drukt het tempo. Maar ik weet dat het maar kort duurt en dat hierna een gemene klim komt. Ik probeer even op adem te komen en wil het tempo niet forceren, daar is het de ondergrond niet naar. De jongen voor me heeft een koppel gemaakt met een iets oudere man. Ze lopen van me weg. Achter me sluiten het meisje met de paardenstaart en nog enkele anderen weer bij me aan. Dan verlaten we de zandweg en gaan de bocht om. Kilometer 8 zit erop: 3:36 minuten. Niet slecht, maar hier zat ook nog een stukje afdaling bij van de Peeskesweg.

En nu begint het écht. Een brede tachtigkilometerweg loopt eerst vals plat omhoog, maar wordt dan steeds steiler. Weinig publiek hier. De vermoeidheid begint te komen. Ik hoor de lopers achter me afzien. Maar ook hier wil ik nog niet forceren. Ik weet dat er nog drie gemene heuveltjes komen na 12 kilometer en dáár ging ik voorgaande jaren telkens stuk. Toch lukt het me vrij gemakkelijk om hier op kop te blijven. Ik mis weer het zoemertje met de kilometertijd.

Nog een klein stukje en dan zijn we boven. Dat was snel! Ik dacht dat deze heuvel pas na 10km zou eindigen. Blijkbaar heb ik me dit niet goed herinnerd van voorgaande jaren. Ik word licht euforisch. Ik voel me sterk en kan bijna niet wachten om de snelheid weer flink op te schroeven in de afdaling. Het meisje loopt nog naast me, maar heeft het zwaar. Ik onderdruk de neiging om haar op sleeptouw te nemen. Ik versnel en laat haar voorgoed achter me.

Ik geniet weer van de snelheid heuvelaf. Een man uit het groepje probeert mijn spoor te volgen. “Wat gaan we hard!” roep ik. Geen reactie. Natuurlijk niet, ieder voor zich. We naderen het 10-kilometerpunt. Ik ben benieuwd of mijn goede gevoel zich vertaalt naar een mooie tussentijd. Volgens plan A zou ik hier niet al te ver boven de 38 minuten moeten zitten. Ik kijk op de klok: 37:30. En dan mogen er nog een paar seconden vanaf omdat ik niet op de eerste rij stond bij de start. Wauw, dit wordt een mooie dag.

Ook kilometer 11 gaat geleidelijk naar beneden. In voorgaande jaren had ik hier de neiging uit te rusten. Zonder al te veel moeite kun je hier het tempo hoog houden. Maar het tempo hoog houden is niet genoeg. Om de schade van de eerdere heuvels goed te maken moet je hier, heuvelaf, versnellen. Gelukkig heb ik de energie en de wil om door te versnellen. De soepel lopende jongen komt samen met de andere man weer terug in beeld. Beetje bij beetje kruip ik dichterbij. We naderen het 12 kilometerpunt na een klein klimmetje. Dan volgt een kleine afdaling richting de rotonde van Zeddam. Hier is het parcours op zijn smalst en het publiek het luidruchtigst. Het is gaaf om zo hard aangemoedigd te worden, maar het is een lastig stukje om op volle snelheid te nemen.

Dit was tijdens voorgaande edities het punt waarop ik achteraf het gevoel had dat ik het had laten liggen. Er volgt namelijk een klein klimmetje, maar op dit punt in de wedstrijd had ik voorgaande jaren geen reserve meer. Maar dit jaar is het anders. De hele wedstrijd heb ik naar dit punt toegelopen, heb er zelfs iets voor ingehouden tijdens voorgaande klimmetjes. Als dit klimmetje voorbij is, is de rest een peulenschil. Ik geef vol gas en haal op het klimmetje de soepel lopende jongen al in. De andere man klampt nog aan.

Ik hoor geen zoemertjes meer, ik kijk niet meer op mijn horloge. Ik zie alleen een jongen in een rood T-shirt voor me lopen. Is het Thijs van Strava? Dat kan bijna niet, maar voor de zekerheid moet ik toch maar gaan proberen hem in te halen. Het verschil is best groot, misschien wel 100 meter. Tegen de man naast me zeg ik: “die gaan we pakken, er naartoe!”. Ik weet niet of hij me begrijpt, maar hij versnelt op het 2e heuveltje van de Drieheuvelenweg. Yes, dat moeten we hebben. Ik versnel mee en heuvelaf versnel ik door en laat de man achter me. De jongen in het rode T-shirt komt beter in beeld. Het is Thijs niet, maar ik ga hem voorbij.

Dan draai ik rechtsaf en geef alles op het laatste klimmetje van de dag. De jongen die ik net gepasseerd ben wordt door toeschouwers aangemoedigd om bij me aan te haken. Ik hoor hem nog dichtbij, en geef alles om hem achter me te houden. Zijn gehijg sterft weg, het lukt. Ik nader nog een andere hardloper die ik nog niet eerder in de wedstrijd ben tegengekomen. Zou ik hem nog kunnen pakken? Vanaf hier is het alleen nog heuvelaf.

Verderop zie het gele shirt van, ik vermoed, Björn Demkes. Ik zag hem al tussen de allersnelsten inlopen voor me in het startvak. Ik herken hem van de weblog 'Hardlopen in de Grensstreek'. Echt een lokale topper die persoonlijk records heeft staan waar ik alleen van kan dromen. Hij loopt onbereikbaar ver weg. Geeft niet, het is al mooi om redelijk in de buurt te lopen.

De jongen direct voor me komt nu echt dichterbij, maar de finish is ook niet ver meer. Als ik hem nog voorbij wil, moet ik nu beginnen met sprinten. We naderen de laatste bocht naar rechts en vanaf daar is het nog maar een paar honderd meter tot de finish. Voor de bocht is eerst nog een drempel waar ik drie jaar geleden nog bijna over struikelde. Ik neem de bocht voorzichtig en zet aan. Kom op! Alles geven! Even een paar honderd meter in het rood, dat kan best! De jongen voor me versnelt niet, zodat ik hem met gemak inhaal.

Ik weet hoe lullig het er altijd uitziet op de finishvideo, maar toch steek ik in totale euforie mijn handen in de lucht. Eenmaal over de finish zet ik even mijn handen op mijn knieën en buig voorover. Even op adem komen voor ik de medaille krijg. De jongen die ik net voorbij sprintte geeft me een schouderklopje. Achteraf blijkt het Dave Rost te zijn, een triatleet met een pr van 31 minuten op de 10km. Dit zal voor hem gewoon een duurloopje zijn geweest. Ik dribbel weg en voel me eigenlijk helemaal niet kapot. Resultaat: 55 minuten en 27 seconden, bijna drie minuten sneller dan vorig jaar.

De eerste vijf kilometer gingen in 18:30; de tweede in 18:52 en de derde vijf in 18:07. Volgens Strava liep ik vandaag een persoonlijk record op zowel de 400 meter, de kilometer als de 5, 10 en 15 kilometer. Ik wordt 74ste van de 2142 deelnemers.

*Het blijkt achteraf Mireille Baart te zijn, Nederlands kampioene op de marathon in 2017.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten