Zware trainingsarbeid na een avondje stappen lijkt weinig effect te hebben, je neemt beter een dagje rust |
Alcohol wordt door het lichaam
gezien als een gif dat zo snel mogelijk moet worden verwijderd. Je lichaam doet
zijn best de alcohol uit zijn systeem te krijgen; niet voor niets werkt alcohol
diuretisch (vochtafdrijvend). Ook je lever gaat direct hard aan het werk om de
alcohol af te breken. Dat matige consumptie van wijn (of bier) goed zou zijn
voor de gezondheid is vorige maand overtuigend weerlegd geen alcohol is nog
altijd beter dan een beetje alcohol. Het enige (zeker niet onbelangrijke)
gunstige effect van alcohol is dat het ontspannend werkt. Ontspanning kan
betekenen dat we ons gelukkiger voelen. En geluk is ook gezond. Dus oké:
alcohol is een klein beetje gezond.
Hoe meer alcohol, hoe minder
baat bij training
Maar als sporter doe je er
toch goed aan de consumptie van alcohol te beperken. In een recent onderzoek
werd duidelijk wat voor effect acute inname van alcohol heeft op spieropbouw.
De onderzoekers keken vooral naar mTOR (mammalian target of rapamycin) een
eiwit dat belangrijk is voor de aanpassing aan training. Het is een stof die
verschillende celprocessen combineert en deels verantwoordelijk is voor
eiwitsynthese – oftewel de opbouw van nieuw spierweefsel. Eiwitsynthese
betekent niet alleen dat je grotere (en sterkere) spieren krijgt, maar ook dat
je spiercellen efficiënter gaan werken.
Eerder heeft onderzoek al
aangetoond dat een portie alcohol ervoor zorgt dat je spieren minder goed
reageren op trainingsprikkels (op met name de hormonen insuline en het
groeifactor IGF-I) en voedingsstoffen (op met name het aminozuur leucine).
Hierbij geldt: hoe meer alcohol, hoe kleiner het effect van training.
24 glazen drank
In het onderzoek werden de
muizen verdeeld over twee groepen: een alcoholgroep en een controlegroep. De
onderzoekers waren niet misselijk: De alcoholgroep kreeg een injectie met 3
gram alcohol/kg. Voor een persoon van 80 kilogram is dat vergelijkbaar met 240
gram alcohol, oftewel ± 24 glazen bier (of wijn). Vervolgens werden de muizen
aan 1 poot (gastrocnemicus en plantaris) elektrisch gestimuleerd om
spiercontractie te simuleren. Ze kregen10x6 elektrische contracties, die elk 3
seconden duurde. De muizen kregen geen voeding (wel water) gedurende het gehele
onderzoek.
Een promillage van 0.3%
1 uur na de alcoholinjectie
werd bij de muizen een bloed-alcoholconcentratie van 66±3 mmol/l alcohol (~300
mg/dL, een promillage van 3.0%) gevonden. Bij mensen wordt >300 mg/dL gezien
als mogelijk fataal. Na vier uur was dit gedaald tot 38±3 mmol/l. Na 12 uur kon
er geen aantoonbare hoeveelheid alcohol in het bloed werden gevonden. De
alcohol zorgde voor een afname in spiersynthese in beide benen van 50% (na 30
min), 75% (na 4 uur) en 40% (na 12 uur). In de controlegroep was er alleen een
afname in spiersynthese na 30 minuten in het gestimuleerde been van 17%. Na 4
uur zag deze groep juist een toename in spiersynthese van 11%.
Via welke weg alcohol de
eiwitsynthese remt blijft echter de vraag. Opvallend was namelijk dat alcohol
weinig invloed had op verschillende mTOR-variabelen. Hoewel er kleine
verschillen optraden waren deze niet significant. De onderzoekers wijten dit
mogelijk aan het feit dat alle muizen 16-24 uur zonder voeding werden getest.
Dit kan betekenen dat ook in de controlegroep de mTOR werd geremd als gevolg
van een gebrek aan voeding.
Conclusie
De inname van een (grote)
hoeveelheid alcohol heeft tot minimaal 12 uur na inname een remmend effect op
eiwitsynthese. Zware trainingsarbeid na een avondje stappen lijkt dan ook
weinig effect te hebben. Je neemt beter een dagje rust (of laat de alcohol
staan). Uit een eerdere –vergelijkbare- studie bleek overigens dat muizen (en
wellicht ook mensen) op hogere leeftijd extra op moeten passen met alcohol. De
verminderde eiwitsynthese als gevolg van alcohol wordt 2-3 maal versterkt als
de leeftijd toeneemt. (bron)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten