Weet waarover je praat |
Rennen doe je naar de bus,
trimmen is zó 1980 (inclusief hoofdband, fluorescerend trainingspak en
zweetbandjes) en joggen doen ze alleen in België. ‘Hardlopen’ is het juiste
woord.
De man met de hamer
De man met de hamer tegenkomen
doe je niet in je eerste 20 minuten-loopje. Ook al staan je benen in brand en
schreeuwen je longen (of eigenlijk je spieren) om zuurstof (dat noemen we
verzuren). De man met de hamer heeft te maken met energie. En dan vooral een
tekort daaraan. Als jij koolhydraten eet slaat je lichaam die op in je spieren.
Op het moment dat je hard gaat lopen komt deze energie weer vrij. Maar we
hebben doorgaans genoeg van die energie om het wel 90 minuten vol te houden.
Pas daarna kom je die man met de hamer misschien tegen. Loop je ineens een
flink langere afstand? Dan kan het zijn dat het op het laatst zwaar wordt. Dat
hoeft geen gebrek aan energie te zijn maar is dan gewoon een gebrek aan
uithoudingsvermogen (training!).
Stapelen
Je hebt net gelezen dat je
energie in je spieren op kunt slaan. Dat doe je door koolhydraatrijk te eten.
Ga je morgen een langere afstand lopen? Dan eet je vandaag het liefst wat extra
koolhydraten in de vorm van bijvoorbeeld brood, pasta, rijst of pannenkoeken
(niet bij het ontbijt vóór je training, dat is te laat). Dit innemen van extra
koolhydraten noemen we stapelen. Let wel, meer dan een dag stapelen is nergens
voor nodig. Er bestaat bovendien zoiets als: genoeg. Zitten jouw spieren al vol
met die koolhydraten (we noemen het dan glycogeen) dan is dat derde bord pasta
gewoon overtollige energie. Stapelen doe je overigens niet voor een half uur of
zelfs uur hardlopen. Vanaf 90 minuten kan je er eens over na gaan denken. En
die afstand loop je als beginnend loper als het goed is nog lang niet.
Fartlek
Als fietser kom je er
misschien mee weg. Elke dag een flink stuk trappen en dan het liefst ook op
snelheid of met intervalletjes. Hardlopers doen dat niet. Elke dag zo hard
mogelijk is vragen om problemen. Als beginnende loper bouw je het best eerst je
duurvermogen uit. Kun je zonder moeite een uur hardlopen zonder te stoppen dan
wordt het tijd om aan je snelheid te gaan werken. Een speelse manier om te
werken aan je snelheid is een fartlektraining. Hierbij versnel of vertraag je,
reagerend op je omgeving. Een fietser die je inhaalt? Erachteraan (wel afstand
houden natuurlijk)! Een viaduct? Zo hard mogelijk omhoog! Of op een rechte weg
bij elke 2e lantaarnpaal een stukje versnellen.
Praten over snelheid en
afstand
Vraag een hardloper naar zijn
snelheid en waarschijnlijk geeft hij of zij je een antwoord in minuten per
kilometer. Hoeveel kilometer per uur je loopt vraagt eerst wat rekenwerk en we
denken al helemaal niet in meters per seconde. Ook als je vraagt hoe ver iemand
heeft gelopen is er een verschil tussen 3000 meter en 3 kilometer. 3000 meter
loop je op een baan, 3 km is een afstand op de weg. Een andere vraag die je
overigens echt wilt vermijden: hoe lang is deze marathon? (bron)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten