Je motivatie om te trainen kan op dit moment een flinke dreun krijgen |
Er bestaan tal van
verschillende theorieën over motivatie. Afhankelijk van het wetenschappelijk
veld werd motivatie anders benaderd en gedefinieerd. Tegenwoordig praten we
over ‘motivation science’ waarbij kennis uit de sociale, cognitieve en
arbeidspsychologie en neurologie wordt gecombineerd. Motivatie is simpelweg
hetgeen je aanzet tot bepaald gedrag. Motivatie en doelgericht kunnen niet los
van elkaar worden gezien: motivatie betekent namelijk dat je een bepaald doel
wil bereiken. Dit kan zijn dat je wilt eten omdat je honger hebt of dat je wilt
trainen omdat je sneller wilt worden. In training voor een wedstrijd
kun je twee verschillende doelen nastreven. Het kan zijn dat deze doelen
overlappen of dat er soms meer sprake is van één doel en dan weer van het
ander. Maar onderzoek laat zien dat de ene persoon meer door het ene doel wordt
gedreven dan door het andere doel.
Het ene doel is wat we noemen
een mastery goal (procesdoel). Hierbij is je doel om iets nieuws te leren en om
iets beter te kunnen dan je kon. Je wilt bijvoorbeeld een snellere tien
kilometer lopen. Het andere doel is wat we
noemen een performance goal (prestatiedoel) Hierbij wil je goed presteren, ten
opzichte van anderen.
Om na te gaan of jij meer
proces- of meer prestatie-georiënteerd bent kun je jezelf de volgende vraag
stellen: word je liever eerste in een 10 kilometer wedstrijd in een minder
snelle tijd dan je PR? Of word je liever 5e in een nieuw persoonlijk record? Het een is niet beter dan het
ander. Maar vooral atleten die prestatie-georiënteerd zijn kunnen in periodes
zonder wedstrijden hun motivatie verliezen. Het wordt namelijk moeilijker om je
te meten met anderen. Proces-georiënteerde atleten kunnen, ook in trainingen,
uitdaging zien.
Waar vind ik mijn motivatie?
De eerste stap is te
achterhalen of je meer prestatie- of meer proces-georiënteerd bent? Als jij
vooral gemotiveerd wordt door het verbeteren van je vaardigheden (of snelheid)
kan deze periode je helpen om aan bepaalde skills te werken. Het kan juist in
je voordeel werken dat er nu even geen wedstrijden zijn. Zo kun je meer
aandacht besteden aan je techniek, kun je oefenen met je sportvoeding, kun je
werken aan extra kracht door middel van alternatieve training of kun je een
periode focussen op extra duur of juist snelheid. Het kan helpen om dit proces
voor jezelf meetbaar te maken om te zien wat je in deze periode hebt geleerd en
hoe je vooruit bent gegaan.
Ben je meer
prestatie-georienteerd dan zijn er verschillende manieren om de competitie op
te zoeken. Maak gebruik van Strava om loopsegmenten aan te vallen, doe mee met
een virtuele run of daag je trainingsmaatjes uit voor een gezamenlijke
hardloopwedstrijd – eventueel op afstand.
Motivatie is besmettelijk
Een andere manier om meer of
weer gemotiveerd te raken is door je te omringen met mensen die heel graag
hardlopen. We noemen dit motivatie-besmetting. Door anderen met plezier te zien
hardlopen kun jij onbewust ook gemotiveerd(er) raken. We willen namelijk ook
het plezier ervaren dat we bij de ander zien. Opvallend detail: Het werkt
alleen als de mate van motivatie van de ander niet té veel afwijkt van die van
jou. Als jij helemaal geen zin hebt om hard te lopen en iemand anders staat te
juichen om te vertrekken dan kan het ook tegen je keren. Liever heb je dan een
maatje die zegt: kom, we gaan er gewoon een leuk rondje van maken.
Kijk naar de lange termijn
Waardoor jij gemotiveerd raakt
veranderd voortdurend. Zo kan het zijn dat je, door een veranderende situatie,
ineens minder belang hecht aan hardlopen. Dat wil niet zeggen dat je motivatie
om hard te lopen weg is. Tijdelijk zijn er andere zaken in de plaats gekomen
die je belangrijker vindt. Wil je weer beginnen met hardlopen? Kijk dan eens
naar de doelen die je stelt. Bovendien maakt het voor je motivatie ook nog uit
wat het doel is dat je voor ogen hebt. Wil je morgen een betere hardloper zijn?
Of wil je over een jaar een betere hardloper zijn? Onderzoek laat zien dat je
voor dingen die je niet zo interessant vindt beter korte termijn doelen kan
stellen. Hierdoor krijg je al snel een ‘beloning’ en wordt je gemotiveerd om
door te gaan. Het gaat dan om dingen die je wel moet doen maar waarbij de
motivatie niet uit jezelf komt. Bij zaken die je graag doet – wellicht
hardlopen – waarbij de motivatie wat weggezakt is, stel je beter lange termijn
doelen. Het gaat dan om dingen waar we intrinsiek gemotiveerd voor zijn. Of
zoals de bekende onderzoeker en psycholoog Mihaly Csikszentmihalyi (de bedenken
van het concept ‘flow’) zegt: ‘autotelische activiteiten’ (van het Griekse auto
= zelf en telos = doel). Lange termijn doelen geven je meer flexibiliteit en
keuzemogelijkheid hoe je die doelen wilt bereiken. Zie het als volgt: Als je
weet dat je over een jaar een marathon wilt gaan lopen dan heb je een heel jaar
de tijd om de beste loper te worden. Je kunt bedenken dat je in dat jaar aan
verschillende zaken wilt gaan werken en wilt experimenteren met het soort
training dat het beste bij jou passen. Je kunt op onderzoek gaan en
spelenderwijs leren hoe je beter wordt. Omdat het proces zelf ook leuk is heb
je niet steeds een kleine beloning nodig.
Visualiseer je doel én de weg
erheen
Stel je voor dat je een doel
hebt. Je wilt bijvoorbeeld de tien kilometer in een nieuw persoonlijk record
lopen. Onderzoek laat zien dat visualiseren je kan helpen om het doel te
bereiken. Jezelf een nieuw record zien neerzetten kán helpen om je motivatie te
verhogen om daadwerkelijk te deur uit te gaan. Er is echt wel een belangrijke
voorwaarde voor succes. Je moet óók de weg naar dat nieuwe PR visualiseren. Dus
de moeite die je ervoor moet doen om het doel te bereiken. De keren dat je de
deur uitgaat als het regent, je geen zin hebt of als je moe bent. Door jezelf
voor te bereiden op de – soms lastige – weg die gaat komen verhoog je jouw kans
van slagen. En de kans dat je gemotiveerd blijft, ook als het lastig wordt
onderweg. (bron)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten