vrijdag 3 juli 2020

Mijlpalen in het leven van een loper

Welke kun jij al afstrepen?
Als je ze alle 7 kunt afvinken ben je een échte loper:

1. ’s Morgens je alarm zetten om te gaan lopen
Ik ben van nature al geen ochtendmens en heb een vreselijke afkeer van vroeg opstaan, dus de eerste keer dat ik met mijn volle verstand ervoor koos om op zondagochtend mijn alarm in te stellen zodat ik kon gaan lopen, wist ik het: ‘Dit is meer dan een hobby’.

2. Je eerste gelletje door je strot knijpen
In het begin hield ik het nog tegen, want bananen en peperkoek zorgden er wel voor dat ik op de been bleef, maar op een gegeven moment wil je toch stiekem eens datgene proberen waarvan het lijkt dat het de anderen vleugels geeft. Tot je dan die smurrie uit dat zakje knijpt (waarbij de helft aan je vingers blijft plakken), licht kokhalzend doorslikt en natuurlijk vergat om water mee te nemen waardoor je de volgende kilometer met een kleffe bek verder moet. Maar ook dat is een ervaring waar je uit leert.

3. Je eerste keer langer dan een uur lopen
Voor mensen die net met start-to-run begonnen zijn, lijkt dit een haast onbereikbaar doel,  ervaren lopers daarentegen doen voor minder hun schoenen al niet meer aan. Zelf vond ik het een memorabel moment toen ik spannend naar mijn sporthorloge keek om te zien hoe hij ging omgaan met deze mijlpaal. Dus voor iedereen die nog niet zo ver is: zeker doen en maak er gerust een feestje van!

4. Je eerste blauwe nagel
Persoonlijk vond ik het altijd horrorverhalen: lopers die na een forse run spraken over hun teennagels die blauw werden en daarna zelfs uitvielen. Onbewust legde ik steeds de link met Oostblokachtige martelpraktijken. Groot was dan ook mijn opluchting toen na mijn eerste marathon enkele pijnloze blauwe nagels verschenen en over een periode van een maand ze 1 voor 1 uitvielen zonder dat er maar 1 ‘auwtje’ moest uitgekraamd worden.

5. Je eerste keer lopen in hondenweer
Tijdens je looptrainingen komt dan plots het moment dat jij degene bent die spontaan ‘Tuurlijk!’ roept wanneer de rest van de bende de bedenkelijke vraag stelt: ‘Gaan we bij dit weer lopen?’ Daar waar je vroeger de idioot die met een soortgelijk voorstel afkwam bijna kon neerbliksemen, gebeurt er iets in je lopersbrein dat ervoor zorgt dat de mantra ‘Wij lopen altijd!’ alle argumenten om niet te lopen van tafel veegt.

6. Je eerste keer de man met de hamer
Er wordt vaak over hem gesproken (eigenlijk bizar dat ze het nooit hebben over de vrouw met de deegrol) en dan komt plots dat moment dat je haast letterlijk alle energie uit je lijf voelt wegstromen en je lichaam het volledig overneemt in een ‘ik-weiger-dienst-modus’. Balen natuurlijk, maar je kan de volgende keer wel meepraten.

7. Je eerste keer je tweede adem
Nog zo een mythische ervaring is degene die door velen omschreven wordt als ‘een tweede adem’. Het gevoel dat een onzichtbare hand je dat extra duwtje in de rug geeft en je de ideale hartslag gevonden hebt om schijnbaar uren te kunnen doorgaan. Het grappige bij deze vind ik dat je nooit kan voorspellen wanneer hij je overkomt, dus het blijft altijd een verrassing.

En natuurlijk blijft het niet bij deze 7. Elke eerste keer dat je weer dat extra kilometertje loopt of die enkele seconden per minuut sneller gaat en iedere run dat je denk ‘Dit voelt helemaal ok’: koester die momenten en geniet ervan! (bron)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten