Blaren voorkomen én genezen

Blaren kunnen voor lopers echt funest zijn. Hoe voorkom én behandel je ze?

Blaren zijn vervelend. Sterker nog: voor ons hardlopers kunnen blaren echt funest zijn. En dus is het de komende weken extra opletten, want bij regenachtig weer loop je over het algemeen meer kans op pijnlijke blaren dan bij droog weer.

Blaren worden simpelweg door wrijving veroorzaakt. Die wrijving komt meestal doordat je sokken of je schoenen niet helemaal goed zitten en daardoor langs je huid schuren. Gedurende de eerste kilometers zal je daar geen last van ondervinden, maar naarmate je huid langer aan die schuring wordt blootgesteld, des te meer last je zult krijgen van blaarvorming. Allerlei factoren kunnen de wrijving vergroten. Niet alleen warmte en het verkeerde schoeisel, maar ook een hoger tempo en bepaalde voetafwijkingen.

Opvallend genoeg ontstaan de meeste blaren in de zomermaanden en dan met name tijdens de langere runs. Wedstrijden zijn dan ook vaak debet aan flinke blaarvorming. Opvallend is dat dus eigenlijk niet, want je loopt dan regelmatig verder dan je tijdens je trainingen doet. En dus zullen je voeten meer opzetten en daardoor knellen. Tijdens wedstrijden loop je doorgaans ook nog eens wat sneller dan je gebruikelijk zou doen, waardoor de wrijving bij je voeten extra toeneemt. En je stapt in plassen, bijvoorbeeld bij de drankposten, terwijl je water over je hoofd heen gooit om af te koelen. Een deel van dat vocht komt in je schoenen terecht en zorgt voor natte voeten en dus nog meer problemen. Wanneer de wrijving in je schoenen ook nog kleine bloedvaten kapotmaakt, ontstaat een bloedblaar. En dan is (door)lopen echt een hele opgave.

Als je blaren hebt, moet je deze goed behandelen. Daarover zo meer, want voorkomen is beter dan genezen. Verzorg je voeten goed, want zowel een te bezwete als te droge huid zorgt voor wrijving. Een vocht inbrengende crème houdt de vochtigheid van je voeten op peil. Daarnaast zijn synthetische sokken een echte aanrader, omdat deze het vocht bij de huid weg transporteren. Tape onder je voeten kan ook helpen, omdat dit de wrijving tussen voet en schoen/sok zal verminderen. Of je draagt twee paar sokken, omdat hierdoor wrijving tussen de sokken plaatsvindt en niet – of in ieder geval minder –  tussen sok en huid. Neem in dat geval wel een schoen van een half maatje groter, zodat je voeten nog voldoende bewegingsruimte hebben maar niet gaan ‘slippen’.

Heb je al een blaar? Als de blaar klein is, kun je deze het beste intact laten. Als er weinig vocht in de blaar zit en je probeert hem toch lek te prikken, kan de blaar gaan bloeden. Dan ben je verder van huis. En aangezien de huid toch al als beschermlaag voor de blaar zorgt, is het verstandig daar niks aan te veranderen. Wel kun je de blaar met een viltje of schuimrubber ‘inbouwen’. Door een gat te knippen in het midden van het rubbertje, kun je deze precies over de blaar heen plaatsen. Door het geheel vervolgens met een verbandgaasje af te plakken, zal de blaar redelijk snel indrogen en genezen.

Een grote blaar kun je beter wel doorprikken en leeg laten lopen. Steriliseer de naald met alcohol en zorg ook dat je handen schoon zijn. Sommige lopers doen de naald eerst in het vuur, maar doe dat vooral niet. De koolstofdeeltjes die op de naald komen – en dus vervolgens in de wond – zorgen eerder voor meer problemen dan dat ze deze verminderen. Als de blaar is leeggelopen, kun je deze met een verband bedekken om bacteriën zo geen kans te geven binnen te dringen. Je kunt af en toe van verband wisselen en de voet met blaar tussentijds laten weken in soda. (bron)