Het is een trainingsvorm waarbij je een aantal stukken met een hogere snelheid loopt, daartussen heb je steeds even pauze, om wat te herstellen |
Maar hoe bepaal je het tempo voor een intervaltraining? De snelheid waarmee je moet lopen hangt af van:
… de lengte van de snelle
stukken
… het aantal snelle stukken
… de lengte van de pauze
… de manier waarop je de pauze
invult
Extensief of intensief
Het is dus inderdaad zo dat
bij elke intervaltraining de snelheid anders is. Daarnaast hangt het tempo ook
nog eens af van het trainingsdoel. Is dat verbetering van het
basis-uithoudingsvermogen, of verhoging van de snelheid? In het eerste geval
zul je vooral ‘extensieve intervaltraining’ doen. Dat zijn over het algemeen
wat langere stukken met vrij korte pauzes die je in een redelijk rustig tempo
afwerkt. Deze trainingen moeten ontspannen aanvoelen (4 tot 6 op de 10-punts
vermoeidheidsschaal).
Bij ‘intensieve
intervaltraining’ gaat het om niet al te lange stukken die je in een vrij hoog
tempo afwerkt. De pauzes zijn vaak wat langer. Soms worden ze in blokvorm
gedaan, zodat er nog meer ruimte voor tussentijds herstel ontstaat.
'Zo liepen we laatst 4 blokjes
van 4 x 200m. De pauze bestond uit 200m dribbelen, de pauze tussen de blokjes
was 400 meter wandelen. De richttijd die onze trainer opgaf was 46 seconden,
bijna 16 km/uur. Het lukte ons nog maar net om die snelheid tot en met de
laatste herhaling vol te houden', aldus Rob Veer. Intensieve intervaltrainingen
zijn behoorlijk pittig (6 tot 8 op de 10-punts vermoeidheidsschaal).
Dan is er nog de
‘hoogintensieve intervaltraining’, die ook bekend staat als HIT of HIIT.
Hierbij gaat het om korte stukken die met hoge tot maximale snelheid worden
uitgevoerd. Bijvoorbeeld: tien sprintjes van 20 meter met 40 meter wandelpauze.
Deze trainingen gaan (bijna) ‘tot het gaatje’ (8 tot 10 op de 10-punts
vermoeidheidsschaal).
Hoe snel
Het lijkt wellicht haast
onmogelijk om te bedenken met welke snelheid een intervaltraining gelopen
moeten worden. Het hangt van zoveel factoren af! De enige houvast die we kunnen
geven is dat de snelheid zodanig moet zijn, dat de ervaren vermoeidheid in de
buurt van de hierboven aangegeven waarden uitkomt. Daarnaast geldt voor
extensieve intervaltraining dat je aan het eind van de training het gevoel moet
hebben dat je zonder veel problemen 1 of 2 herhalingen extra zou kunnen doen.
En blij bent dat dat niet hoeft! Voor intensieve intervaltraining is het
criterium dat je de laatste herhaling nog net kunt afmaken, zonder te forceren
en met behoud van je natuurlijke looptechniek. (bron)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten