De groep is aangekomen in het bedevaartsoord Kevelaer |
Katholiek feest wordt slagveld!
Met de ziel onder zijn arm struint Luuk door het desolate
Duitse landschap. Hij is moe en boos. Vloekend en tierend komt hij de tijd door
Na 90 kilometer wandelen is de koek echt op. Naast hem loopt André (die van
Evelien) grapjes te maken. Luuk kan er niet om lachen, maar doet het toch uit
respect oor zijn mede-bedevaarder. Vlak achter dit duo strompelt Marloes. Zij
is ook niet ongeschonden uit de strijd gekomen. Niet wetende dat ze maanden
niet kan hardlopen, verbijt zij haar kniepijn. De reis naar Kevelaer heeft
diepe wonden nagelaten bij enkele Ava-janen, maar dit avontuur zullen ze nooit
vergeten.
Dit noemen ze in de volksmond nou een uit de hand gelopen grap. Met iets te
veel borrels en nog wat meer babbels ontstaat het plan om met een groep naar
bedevaartsoord Kevelaer te wandelen, immers is niemand katholiek, dus een prima
plan. Iets waar in het begin keihard om gelachen wordt, is vier weken later
bittere realiteit. Een achttal Ava-leden en aanhangers fietst in het holst van
de nacht naar het station in Bocholt. Twee dorpsidioten staan al zo fit als een
hoentje te schetteren op de parkeerplaats, dit blijken nog twee reisgenoten te
zijn. Dirk en zijn vriendin Marije. Dat dit duo ook meeloopt weet slechts een
enkeling. Lolbroek en buschauffeur Dirk heeft het hoogste woord. Mopje hier,
kwinkslag daar, geintje zus en dolletje zo. Na 30 kilometer is het voorbij met
de moppentapperij. Gevloerd door de sportieve inspanning hampelt hij verder,
Dirk ziet de wereld even aan voor een doedelzak. Zijn vriendin trekt zich niks
aan van de lijdensweg van Dirk en dartelt verder in een ongekend goede stijl.
Zij zal ook moeiteloos de dubbele afstand kunnen volbrengen. Nog zo’n geboren
wandelaar en toevallig of niet ook geen ava-lid is Jessie. Deze vrouw van de
goede smaak verteert de kilometers als geen ander. Op dag twee van de tocht loopt
ze nog een paar derdegraads brandwonden op, volkomen de schuld van haar
stuntelige vriend. Evelien en Walter hebben namelijk twee authentieke
gasstelletjes uit het jaar nul meegenomen waarmee onderweg koffie wordt gezet. Een
gezellig maar levensgevaarlijk ritueel. Jessie is overigens nog wel bij machte om haar reis te voltooien.
Initiatiefnemers en organisatoren van het festijn
zijn Evelien en Erwin. Zij trekken samen de kar. Walter doet ook nog een kleine
duit in het zakje. Walter regelt slechts de vertreklocatie, de route, de
overnachting, het restaurant, de overtochten met het pondje en de
pauzeplaatsen. De rest, dus bijna alles, doen Evelien en Erwin. Na 52 kilometer
komt het tiental volkomen binnenstebuiten getrokken aan in Kevelaer. Terwijl de
gehele groep een kaarsje opsteekt en een traantje wegpinkt, scant Walter het
marktplein op zoek naar het terras. Uiteindelijk belanden ze op het
buitenterras van hun verblijf, een hotel met een hoog grootmoederstijd-gehalte.
De jeugd trekt rond middennacht nog even richting een discotheek, waar
overigens niet gedanst mag worden (niet dat de spierpijn hier enige aanleiding
toe geeft).
De volgende ochtend zwaaien we Dirk en Marije uit. Zij hebben een dag voor de tocht hun camper al in het dorp neergezet. Zij plakken er nog een paar dagen Keulen aan vast. Marloes en Luuk staan verbouwereerd voor het hotel. De organisatie is per ongeluk vergeten te melden dat we ook terug gaan wandelen. Bart, beter bekend als de man van glas, heeft zijn blessure-bingokaart er maar weer eens bij gepakt. “Hey, deze knieblessure heb ik nog nooit gehad”, roept hij enthousiast terwijl we nog amper begonnen zijn aan de terugweg. De kwetsuur is zo erg dat hij de strijd moet staken. Evelien is solidair. Zij heeft immers ‘s middags nog een verjaardag van tante Ans of tante Coby, weet ik veel hoe dat mens heet. Dus zij was sowieso niet van plan om het hele stuk terug te wandelen. Binnen no-time arriveren de ouders van André in Kevelaer om het tweetal op te pikken. André heeft schijt aan die tante en loopt gewoon het hele stuk (38 kilometer) mee terug. Rond 17:00 uur komt het overgebleven gezelschap aan in Hamminkeln, hier pakken zij de trein naar Bocholt. Tot grote ontsteltenis van André. “Dat kleine stukje naar Dingden kan toch nog wel?” De rest doet net of ze doof zijn en zitten al in de trein, zichtbaar teleurgesteld sluit hij zich er maar bij aan. ’s Avonds voegen Bart, Evelien en Maarten (die van Marloes) zich bij de groep om het avontuur feestelijk af te sluiten. Ook hierover uit André zijn onvrede: “A’j te foel bunt om met te lopen, blief i’j maor mooi thuus.” Ook in dit geval heeft André het nakijken. Met z’n negenen wordt er geproost op de ‘goede’ afloop. Bart, Luuk, Marloes en Dirk, heel veel sterkte met de revalidatie. Volgend jaar gaat het gezelschap richting Santiago de Compostella.
en de 1.5m afstand houden was weer niet aanwezig
BeantwoordenVerwijderen