Midlife
Marathon – eerste plaats – 4.18:49Rinke, tijdens de Midlife Marathon op Ameland
Het zit er op mensen; de Midlife Marathon is volbracht. Dit 50 jaar oude lichaam heeft op een hardhandige manier kennis gemaakt met de beul die “marathon” heet. Er zijn momenten geweest dat de even zo oude hersenen hebben gedacht: ”dit was eens, maar nooit weer!” Nu de rust weer enigszins is teruggekeerd en het herstelproces zeer voorspoedig verloopt, kan ik terugkijken op een prachtig avontuur!
Hoe begon het ook al weer? De trouwe lezer van dit fijne weblog van een even zo fijne neef Geert weet dat ik me al een poosje aan het voorbereiden was op mijn eerste marathon. Door alle afgelastingen van onder andere de marathon van Rotterdam had ik me bedacht om solo een marathon te rennen. Ik had een mooie route gevonden op Ameland en mijn lieve Christel wilde wel meefietsen en fungeren als coach / bidonaangever / moed-in-spreker / routeverkenner.
Op vrijdag 11 december was het zover. Met de boot van 15.00 uur vertrokken we naar Ameland. Het was mistig en waterkoud, echt eilandenweer. Fietsen achterop, tassen vol met hardloopkleding, skipak voor Christel, op alle scenario’s voorbereid. Hotel De Jong ontving ons allervriendelijkst en na onze spullen op de kamer gelegd te hebben, gingen we even het dorpje Nes in. Nes was in een melancholische stemming: alles dicht, weinig mensen terwijl de kerstverlichting z’n best deed om de stemming er in te houden. Bij de Spar haalde ik me een 6-pack Jupiler bier. Ik had 2 maanden bier en whisky laten staan, als voorbereiding op de Midlife Marathon. We hadden een kamer met ligbad: ik zag mezelf al liggen in dat bad, met een of ander zen-achtige badolie en een fijn licht biertje. Om gelukzalig glimlachend te proosten op mezelf, de Midlife Marathonman.
’s Avonds werd ons een fijn biefstukje voorgeschoteld, en fijn stukje ijs – voor de eiwitjes – weggespoeld met een 0% Weizenbiertje. Nog wel! En op tijd naar bed natuurlijk: de Midlife Marathon win je bed, zou Joop Zoetemelk zetten.
In
bed begon ik weer te rekenen. “Als ik eens 5.20 min per km ren, waar kom ik dan
op uit? Of zou 5.15 mogelijk zijn?” De Achtkastelenloop (30 km) had ik gelopen
met een gemiddelde van 4.59 min de km. Toen ik 4 weken geleden met Wim
Brinkman, Roy Mengerink en Jaap Oberink een 30 km duurloop liep, gaf Wim, 25
marathons op z’n naam, me het advies lekker met 5.50 te beginnen. “En als je na
30 km nog wat over hebt, heb je nog tijd genoeg om een mooie eindtijd te
scoren”. Terwijl jonge hond Roy me de avond van te voren appte: “Je kunt het!
Onder de 3.40 uur!” En zo pingpongden de tijden door mijn hoofd.
’s Morgens, zaterdag 12 december, na een uitstekende nachtrust, vertrok ik met mijn coach naar het startpunt. De route, aangegeven met zeshoekige ANWB-bordjes, begon bij de veerboot, een kleine kilometer van het hotel. Er stond een straffe, koude oostenwind. Christel had maar liefst 5 laagjes aan en een skibroek over haar lange winterhardloopbroek. Als je 4 uur lang zo’n 10 – 11 km per uur fietst, moet je wat verzinnen om op temperatuur te blijven. Toen ik in september deze route had gevonden, ging ik er vanuit dat ik het eerste gedeelte tegen de wind in zou rennen. Dat sprak me wel aan. Dat zou me allicht helpen om niet te enthousiast te beginnen. Zoals gezegd kwam de wind echter uit het oosten. Oost – zuid – oost, om precies te zijn. Ik had een korte broek aan, een shirt met lange mouwen en daarover het AVA-shirtje. Voor het inlopen had ik nog een windjack aangetrokken. Het voelde echter zo koud aan dat ik het windjack de eerste kilometers aan heb gehouden.
Ik
had mijn coach gevraagd om ook de tijd in de gaten te houden. Ze had tegelijk
met mij haar horloge aangezet. Het idee was om tot aan de vuurtoren, zo’n 16
km, 5.30 min per km aan te houden. Na de vuurtoren moest ik namelijk tegen de
wind in en kwamen de duinen. Nou, je raadt het al… Dat eerste vlakke stuk,
windje mee, ging heerlijk! 5.17 gemiddeld, net zo gemakkelijk. En gezellig
keuvelen met mijn coach. Oog voor het prachtige eiland, de vele vogels - kijk
een Wulp! -, de commandeurhuisjes. Ik wees mijn coach op een biddend valkje,
dat hoog in de lucht loerde op een nietsvermoedend veldmuisje. Ik vermoedde
toen nog niet dat ik over zo’n 3 uur zelf zou bidden of er alsjeblieft een eind
mocht komen aan deze helletocht…
Toen de vuurtoren in het zicht kwam, liep het pad wat op. We moesten vanaf de vuurtoren langs de noordkant van het eiland richting het oosten. Dus pal tegen de gure, meedogenloze oostenwind in. Het pad, dat tot dat moment nog mooi vlak was, begon op en neer te gaan. Als je mijn activiteit op Strava terugkijkt, lijkt het soms dat er binnen de km’s helemaal geen hoogteverschillen zaten. Dat is slechts schijn: het pad golfde voortdurend. Per saldo waren de hoogtemeters op enkele kilometers misschien wel 0, maar de werkelijkheid was anders. Erg lastig om in het ritme te blijven. Ik vond een site waarop de hoogtemeters van de route weergegeven waren: 138 m. Ik had me daar vooraf niet zo’n zorgen over gemaakt. Ik wist dat er rond de 27e km een vies bultje zat. Wel nu, de vieze bultjes hielden maar niet op; zelden zo’n smerige route getroffen!
Ik kon het tempo van 5.17 tot en met de 21e km volhouden. Toen, na het zien van weer zo’n nare duin, knakte er wat. Ik besefte dat ik dit niet nog eens 21 km vol kon houden. Een tandje terug dus. Dat tandje terug werd echter een heel gebit. Om de 6 km kreeg ik van mijn coach een slok kerosine (Cindy, nog bedankt voor deze overheerlijke sportdrank; mijn sporttas pikt nog steeds…), om dat vervolgens weg te spoelen met water. Bij km 30 moest ik even wandelen. Al dat klimwerk trok mijn linkerkuit niet meer. Een jengelende kramp begon op te spelen, nog nooit eerder meegemaakt. Na zo’n 200 m wandelen, ging het weer een beetje en kreeg ik het lijf weer enigszins aan de gang.
Een heel naar stemmetje in mijn hoofd begon nare dingetjes te fluisteren: “Dit wordt een deceptie Rinke, stop er toch mee…” Mede door mijn positieve coach kon ik de wilskracht vinden om door te gaan. Ik nam me voor om de komende kilometers 100 m te wandelen en 900 m te rennen. Dit lukte al niet eens! Dan maar 100 m wandelen en 500 m rennen. Alles deed zeer. Ik kreeg veel last van mijn rug, toch al niet mijn sterkste onderdeel. Bij kilometer 36 dacht ik dat we de bulten wel hadden gehad. Maar nee, er doemde weer een immense dijk op, waar de route ook weer zo nodig over heen moest lopen. Wie bedenkt zoiets? Bovenop de dijk stond een pickup truck. Ik wou bijna vragen of ik achter in de bak mocht zitten, zodat ie me naar ’t hotel kon brengen. “Het gaat heel goed!”, riep Christel nog maar weer eens. Nooit geweten dat ze zo glashard kon liegen. Bij kilometer 40 gaf ik aan dat ik de strijd alleen wilde doen. Ik moest en ik zou de laatste 2 kilometers rennend afleggen. Het lukte, ik deed bijna een kwartier over de laatste 2 km, maar ik ben blijven rennen. “Goed naar je lichaam luisteren!”, lees je op elk hardloopforum. Nou, dit heb ik niet gedaan. Ik zou mijn excuses moeten maken aan mijn oude lichaam. Sorry lijf, ik zal ’t nooit meer doen.
In trance kwam ik dorpje Nes binnen. “Je bent er al!”, riep Christel. Inderdaad, 42,25 km gaf mijn horloge aan. Ik had het gehaald! Op het eerste de beste bankje ben ik neergeploft. Kapot. Ik gaf Christel een kus en een knuffel, samen hadden we het gehaald. Vanuit het hotel hoorde ik het warme bad al roepen. Dat had ik wel verdiend!
Al badderend kwam ik enigszins tot rust. En de eerste analyses popten op. Waarom ging ik zo stuk? Verkeken op de wind, op de bulten, toch te hard gestart? Ik kwam aan het rekenen: de route kent 138 hoogtemeters, die vooral tussen kilometer 16 en 30 zitten. De Beeklaan kent een hoogteverschil van 8 meter. Dus tussen de 16 en 30 km ben ik 138 / 8 = 17 x de Beeklaan opgesjouwd. Geen wonder dat het lichaam protesteert! Dat trekt zelfs de oud-king of the Beeklaan niet. En zo kwam er toch wel een voldaan gevoel opborrelen. Ik had er dan wel 4.18 uur over gedaan, ik had het toch maar mooi gedaan. Natuurlijk had ik al mijn hardloopvrienden willen verrassen met een spetterende tijd, maar dat zat er onder deze omstandigheden gewoon niet in. Boeie! Ik had trouwens nog geen zin in een Jupiler biertje, want het groggy lijf was nog niet toe aan enig genotsmiddel.
Alle
appjes en berichtjes op Strava werkten heerlijk louterend. Wat een meeleven! Ik
had natuurlijk enig ruchtbaarheid gegeven aan mijn plan en dit gaf natuurlijk
ook enige druk. Als ik het hele plan sneaky had uitgevoerd weet ik niet of ik
het gehaald zou hebben. De felicitaties en steunbetuigingen gingen nog dagen
door. Dank, hardloopvrienden!
’s Avonds tijdens het diner was ik naar 3 glazen bier hartstikke teut. Ik had 2 maanden droog gestaan, het vermoeide lijf moest nog even wennen aan die heerlijke biertjes van de tap. “Je praat wel heul erg veel, Rinke”, zei coach Christel een paar keer tactisch.
Zondagmorgen was het lijf unmundig stram. Ik strompelde als een oude man. Het slapen was niet zo goed gegaan. Bij elke beweging protesteerde er wel wat in mijn lijf. De trap af naar de ontbijtzaal was een lachwekkende belevenis. Voor mij allerminst, maar voor Christel des te meer. Het ontbijt was heerlijk. Maar o wee als ik weer een glaasje versgeperste jus wilde halen. Veur ’t oge van ’t kerkvolk probeerde ik gewoon te lopen, alsof er niets aan de hand was, maar ik kreeg alleen maar meelijwekkende blikken toe geworpen. Buiten zag ik mensen hardlopen en mountainbiken, ik vroeg me af of ik dat nog ooit zou kunnen.
En zo kan ik nog wel een hele poos doorschrijven over alle naweeën van en prakkisaties over de Midlife Marathon. Nu, een paar dagen naar dato, kan ik terugkijken op een mooi avontuur. Toch maar even gedaan! Deze eerste verkenning was erg interessant en intens. Ik denk dat ik bij de volgende beter weet wat me te wachten staat. Afzien en genieten, 2 dingen die dicht bij elkaar kunnen liggen.
Ik sluit dit avontuur en schrijverij af met het bedanken van een aantal hardloopvrienden. Ondanks allerlei beperkingen mocht ik toch hun steun ervaren. Wim Brinkman, Roy Mengerink en Jaap Oberink, hartelijk dank voor het meelopen met de 30 km duurloop. En bedankt voor alle adviezen, waar ik deze eerste keer nog niet zo heel veel mee gedaan heb. Theo Stronks, Geert Wevers en Gerdy Hoornenborg, heel erg bedankt voor het laatste duurloopje en alle betrokkenheid. Alsof jullie erbij waren op Ameland! Ook moet ik Han Tieltjes bedanken voor zijn fijne behandelingen. De massages waren broodnodig, anders had ik het niet gehaald. De laatste massage hoefde ik niet eens te betalen, zo betrokken was Han. Ik heb met hem afgesproken dat ik hem alsnog zou betalen als ik het niet zou halen. Sorry Han, ik heb het gehaald! En daarbij heb ik een portemonnee van uienleer: als ik er in kieke scheet mien de treune in de ogen…
Tot slot moet ik natuurlijk mijn coach Christel bedanken. Het was eigenlijk haar idee. Ze heeft me door de moeilijke momenten gesleept. Doet ze eigenlijk al zo’n 26 jaar…Bedankt Chris, I lef joe to the moon and back!
Sportieve
groet van Midlife Marathonman Rinke ter HaarDe verraderlijke hoogtemeters van de Midlife Marathon op Ameland
Prachtig verhaal Rinke.
BeantwoordenVerwijderenHeb je met veel plezier gevolgd.
Heel veel respect.
Wij hadden ooit ook nog eens een afspraak gemaakt.
Benieuwd of je je dat nog herinnert.....
Het is Volbracht.
BeantwoordenVerwijderenSoms kun je er zo doorheen zitten dat je niet meer weet of het nu Pinksteren, Pasen of Kerst is. Gefeliciteerd dat je op deze leeftijd zo'n zware beproeving hebt doorstaan.
Het is volbracht, rust nu maar uit.
groet Henk Mengers
Dank jullie wel mannen! En jazeker Dirk, dat weet ik nog. Gaan we zeker een keer doen!
BeantwoordenVerwijderenPrachtig verhaal van een klasbak.
BeantwoordenVerwijderen