Na enkele maanden trainen zul je als beginnende loper merken
dat je lichaam behoorlijk is veranderd |
Plastische spieren
Net zoals je huid, je haar en
je nagels veranderen ook je spiercellen continu als gevolg van de
omstandigheden waaraan ze blootgesteld worden. Hierdoor is je lichaam in staat
zich snel aan te passen aan training. Met een uitgekiend programma is het voor
beginnende lopers mogelijk in vier maanden een 10 kilomerter te lopen. Maar hoe
kan dat, wat verandert er in je lichaam om dit mogelijk te maken?
Uithoudings- en
krachtspiercellen
In je lichaam bevinden zich
spiercellen met verschillende eigenschappen. Zo zijn er de langzame type 1
spiercellen en de snelle type 2a en 2b cellen. Type 1 cellen zijn vooral goed
in oxidatieve verbranding. Dit wil zeggen dat ze niet zoveel kracht kunnen
leveren maar wel een groot uithoudingsvermogen hebben. Type 2a vezels zijn
zowel krachtig als oxidatief. Type 2b vezels zijn vooral betrokken bij het
leveren van (maximale) kracht.
Kleinere spiercellen functioneren
beter
Tegengesteld aan wat je
misschien zou verwachten worden zowel
zowel de type 1 en type 2a cellen als gevolg van looptraining zo’n 20%
kleiner in diameter. Hoewel over het algemeen geldt dat een grotere spier
sterker is, gaat deze relatie niet opvoor langeafstandslopers. De kleinere
spiercellen behouden namelijk wel hun functie. Ze gaan dus per oppervlakte
beter functioneren. Doordat ze kleiner worden neemt de afstand die het
zuurstofrijke bloed naar de spieren af moet leggen af. En kunnen je spieren
beter functioneren.
Meer uithoudingsvermogen
De langzame type 1 spiercellen
kunnen als gevolg van vier maanden training zo’n 30% meer zuurstof opnemen.
Ondanks, of dankzij, hun kleinere oppervlakte. Type 2a vezels worden amper of
niet oxidatiever van training. Deze vezels worden daarentegen wel een stuk
krachtiger.
Taper vooral invloed op type
2a vezels
De snelle type 2a spiervezels
kunnen behoorlijk sterker worden. Het
sterkst zijn ze na een periode van training, gevolgd door een 3 weken taper
periode. Een taperperiode bestaat uit 7 tot 21 dagen waarin minder getraind
wordt (zo’n 30-60%) maar wel met dezelfde intensiteit. Tijdens zo’n periode kan
een prestatieverbetering van 2-4% worden verwacht bij lopers. Dit lijkt vooral
te danken aan de verandering van type 2a spiervezels. Deze worden sterker na
een periode van training. Wordt er daarna een taper ingelast dan gaan ze zelfs
nog beter functioneren. Omdat de spiercellen tegelijkertijd kleiner worden
neemt de geleverde kracht per oppervlakte toe, met wel 60%. Type 1 vezels
veranderen weinig door taperen.
Economischer lopen
Beginnende lopers die in voorbereiding
zijn op het lopen van een 10 kilometer, gaan over het algemeen economischer
lopen. Dit wil zeggen dat ze minder energie gebruiken per afgelegde kilometer.
Bij een groep beginnende lopers werd aangetoond dat ze op 10 kilometers per uur eerst 73% van hun
zuurstofopname gebruikte. Na vier maanden was dit nog maar 66%. Deze besparing
is deels te verklaren door een groter slagvolume van het hart. Per hartslag kan
het hart meer bloed rondpompen en hoeft voor dezelfde hoeveelheid dus minder
hard te werken. De besparing aan energie die dit oplevert kan vervolgens
gebruikt worden om harder te lopen.
Conclusie
Als je begint met hardlopen
verandert je lichaam razendsnel door al die inspanning. Misschien kun je het
niet direct zien van buiten maar van binnen des te meer. Als gevolg van
training passen je spiercellen zich namelijk functioneel aan. Met als resultaat
een verbeterd uithoudingsvermogen, een economische loopstijl en sterkere
spieren. (bron)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten