Andre Bleumink De Taunus Ultra trail is een
geweldig leuke en kleinschalige loop die al enige jaren wordt georganiseerd
door Bert Kirchner en zijn vrouw. De Taunus ligt ten oosten van de Duitse
Eiffel en is behoorlijk bergachtig, zeker voor Nederlandse begrippen. Het is
een kleine Einladungslauf waar Henrie, Eric en ik al meerdere keren deel van
mochten uitmaken. Vorig jaar helaas afgelast, maar dit jaar mocht er een
Corona-editie toch doorgaan. Eindelijk weer eens een evenement! We keken er dan
ook al weken naar uit. Vrijdagmiddag vertrokken we al
vroeg richting Schlangenbad, een Kurort niet al te ver van Wiesbaden. Eigenlijk
was het niet meer dan een gehucht dat voor de helft bestond uit een Kurort en
hotelletjes. Ons hotel bleek een ouderwets kneuterig Duits hotelletje dat was
ingericht in een stijl die onze grootouders waarschijnlijk prachtig vinden.
Veel houtsnijwerk en tierelantijntjes, heel authentiek Duits allemaal. Het had
wel wat. Helaas was het door Corona maatregelen meer een B&B, we moesten
even bellen om een sleutel te krijgen om binnen te komen en hadden daarna het
hele hotelletje voor ons alleen, geen mens te bekennen. Maar helaas ook geen
koffie… Honderd meter verderop vonden
we een eetgelegenheid waar we wel naar binnen mochten met onze QR code en masker.
Eénmaal op onze plek in een nisje in de gewelven van het gebouw mocht het
masker af en maakten we er een leuke middag van. Eenkoffie en daarna een paar
lekkere biertjes en later een bord met geweldig lekkere schnitzels met Jack
Daniel saus en Pommes. Prima eten en ondertussen ook nog wat gekletst met de
lokale bevolking. Die snapten niet wat drie Holländer in de winter in een
Kurort gingen doen. En toen we vertelden dat we een heel eind gingen rennen
door de omgeving werden we ineens lokale beroemdheden. Terug bij het hotelletje
troffen we zowaar nog wat gasten, niet geheel toevallig ook deelnemers aan de
Taunus Ultra. Maar er was verder echt helemaal niets te doen en we kropen dan
ook bijtijds onder de wol. Na een rommelig nachtje in een piepend en krakend
ledikant werd ik wakker om zes uur. Ontbijt zou om half zeven geserveerd
worden, maar er kwam niemand. Na een telefoontje bleek de hoteleigenaar
ingesneeuwd te zitten met 40 cm sneeuw. Hij bleek het niet op tijd te gaan
redden voor onze start. We behielpen ons met de eetbare zaken die we in onze
tassen hadden zitten, gelukkig hebben we nooit te weinig bij ons… We veegden de 20 cm sneeuw van
de auto en reden voorzichtig naar de start. Er kon gestart worden vanaf een
parkeerplaats bij een natuurpark. De organisatie zat in een schuilhutje en
reikten startnummers uit in de vorm van een mondkapje met een startnummer.
Iedereen mocht starten wanneer het zo uitkwam en je kon meerdere lussen lopen.
Twee van 20 en één van tien, of drie van 20 en één van tien. Doordat Henrie en
Eric een behoorlijke trainingsachterstand hadden zouden we wel zien wat we
uiteindelijk gingen doen. Eerst maar eens beginnen aan de eerste ronde van
twintig. De start was in het donker,
bij het allereerste licht. Door de dikke sneeuwlaag hadden we net geen lampje
nodig, ook geen GPX handheld overigens, we konden gewoon de sporen volgens door
een landschap dat veel weghad van een plaatje van Anton Piek. We begonnen
rustig en genoten volop. Hele lange stukken vals plat omhoog deden we lopend en
met de sneeuw en de gladheid waren de stokken extra behulpzaam. De stukken naar
beneden konden we een rustig dribbeltje doen en zo kwamen we door de eerste
uren. Af en toe werden we ingehaald door deelnemers en hier en daar kwamen we
wandelaars tegen. verder was het stil en wit in het bos. Het dooide iets op de lager
gelegen gebieden en de ondergrond werd er een soort van slushpuppie waar we
door heen spetterden. Op de hoger gelegen stukken viel dat reuze mee. De zon
kwam ook door en dat leverde mooie uitzichten op. Henrie had het echter niet
makkelijk, last van de luchtwegen. Normaal kan ik hem nooit bijhouden als we zo
omhoog wandelen, maar ik liep zowaar vooraan. Eric had bijna niets getraind na
een lange periode met hielspoorklachten en na een kilometer of twaalf besloten
we ons op te delen. Ik ging op eigen tempo verder en zou dan nog de tweede
ronde van twintig km doen, Eric en Henrie zouden samen even kijken hoe het
verder ging en evt. de lus van tien km nog doorwandelen om verdere schade te voorkomen. Ik sloot me min of meer aan
bij een paar Duitse deelnemers, af en toe moest ik er af op een klim en op de
afdalingen kwam ik weer bij. Het laatste stuk van de eerste ronde ging
eigenlijk heel lekker. Beetje glibberen en glijden en niet vergeten te
genieten. Bij de start/finish pakte ik even een korte pauze voor eten en
drinken. Het zou nog wel even duren voor ik de tweede ronden had afgemaakt, dus
even goed bijtanken. Na nog wat bemoedigende woorden van organisator Bert begon
ik vol goede moed aan het tweede rondje van 20 km. De tweede ronde ging ik ook
redelijk voortvarend van start. Voor zover mogelijk dan natuurlijk in de slush
en glibber. Omhoog in een zo sterk mogelijk powerhike tempo en naar beneden in
een dribbel. Normaal kan ik dan redelijk vlot en ontspannen tempo naar beneden,
maar op de wat steilere afdalingen werd het een voorzichtig dribbeltje. Alles
om te voorkomen dat ik languit in de ijskoude drek zou vallen en het dan
verschrikkelijk koud zou krijgen. Maar dat kostte best wat extra energie en in
de laatste tien kilometer begon ik het behoorlijk te voelen in allerlei kleine
beenspiertjes die je gebruikt voor het houden van je evenwicht. Ook mijn rug en
rondom mijn heupen begon het wat te protesteren. Mijn Duitse loopmaatjes raakte
ik na een hele lange klim voorgoed kwijt en ik liep moederziel alleen door.
Eigenlijk zat ik nog steeds goed in de wedstrijd, maar de energie raakte wel
op. Drinken lukte niet heel goed omdat het als een koude plens in je maag kwam
en dat voelt niet lekker. Een een droge reep zonder water wegkrijgen is ook
niet heel makkelijk. Kortom ik kreeg veel te weinig energie binnen. En dan zakt
de moraal vanzelf. Al rekenend schatte ik dat ik
de tweede ronden na zo’n zeven uur lopen en ploeteren door de sneeuw klaar zou
hebben. Nog een rondje tien er achteraan doen om de officiële kortste afstand
vol te maken zou nog een paar uur duren. Dat kon ik eigenlijk mijn maatjes niet
aandoen vond ik. En eigenlijk was ik er ook wel klaar mee op dat moment. Dat is
natuurlijk ook het risico als je een wedstrijd doet met meerdere lussen, het is
veel te makkelijk om uit te stappen. Was die mogelijkheid er niet, dan had ik
de resterende tien km er gewoon achteraan gedaan. Vlak bij de finish kwamen Eric
en Henrie me tegemoet wandelen. Die hadden na de eerste ronde even lekker
gegeten en rustig even in de auto opgewarmd met de verwarming op standje
sambal. De lus van tien kilometer hadden ze daarna eigenlijk best vlot
doorgelopen. Ze waren net al ik ook tevreden met de afstand die ze gelopen
hadden, maar waren ook wel klaar om naar huis te gaan, ik kleedde me bij de
auto dan ook snel om in droge spullen. Nog even wat napraten met de organisatie
en een bordje chili en ik voelde me al weer aardig bijtrekken. 41,4 km is dan
nog niet eens een marathon, laat staan een ultra, maar ik was na bijna 7 uur
ploeteren helemaal tevreden met de prestatie die ik geleverd had. De terugreis verliep
probleemloos aangezien de wegen inmiddels sneeuwvrij gemaakt waren. Alles bij
elkaar weer een enorm leuk evenement en een prima opsteker voor de moraal. Echt
een bewijs dat er ondanks Covid nog best wel mogelijkheden zijn om wat te
organiseren, zij het dan op hele kleine schaal. Dank aan Eric en Henrie ook
vooreindelijk weer een geweldig weekendje, op naar de volgende. (bron) Andre Bleumink |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten