Om ons 25 jarig huwelijk te
vieren besloten we (vrouw, dochter en ik) een vakantie te boeken. Na veel
wikken en wegen werd het een prachtige auto-hotel rondreis door het westen van
Canada. Prachtige natuur en indrukwekkende landschappen, ook ideaal voor mij
als trailrunner dus. Ik zocht van tevoren dan ook al uit waar ik de mooiste
trainingen kon doen. Maar hoe kreeg ik al mijn spullen mee? Met alle gedoe op
de luchthavens besloten we nl. om alleen met handbagage te reizen. En hoe prop
je al je normale kleding en je loopspullen in een koffer die onder handbagage
valt? Met wat tactische keuzes zoals maar één paar loopschoenen en één shirt en
broek en het thuislaten van de trailrunstokken lukte het toch om naast de
loopspullen ook net voldoende normale kleren mee te kunnen krijgen.
De eerste dagen van onze trip
werd het nog niets met lopen. De lange vliegreis werd gevolgd door een paar
dagen op (weliswaar prachtige) locaties waar je alleen met een boot weg kon of
waar je eerst een stuk moest rijden om een mooi stuk te kunnen lopen. Mijn
achillespezen konden ook wel wat rust gebruiken, dus duurde het even voor ik
mijn eerste run vanuit Port Alberni op Vancouver Island ging doen. Vancouver
Island staat bekend om de (restanten van) oerbossen met enorm dikke coniferen,
het noordelijk regenwoud noemen ze het. Vanuit het hotel liep ik richting bos,
via een wijk waar voornamelijk First Nations bewoners wonen. Nogal armoedige
wijk, maar niet dat ik me niet veilig voelde. En eenmaal in het bos werd alles
beter.
Prachtige half overgroeide
single tracks voerden me door het dichtbegroeide bos. Dikke bomen die
overwoekerd werden door een soort mos, varens, omgevallen bomen die rustig
blijven liggen tot ze helemaal verteerd zijn. Om iedere bocht stonden weer
verrassingen te wachten. Ik genoot dan ook volop van mijn heen en weertje naar
de ‘Hole in the Wall’. Alleen jammer dat mijn route me naar een punt bracht
waarop ik boven dat beroemde gat in de rotswand uitkwam, met als gevolg dat je
het gat zelf niet kon zien. Maar het ging natuurlijk om de weg er naartoe.
Doordat ik zo liep te genieten schoot het niet echt op en begon het wat te
schemeren. Dat is niet echt handig in verband met berenactiviteit, dus moest ik
met iets meer tempo weer terug. Toch deed ik nog ruim een uur en drie kwartier
over mijn rondje van krap 13 km. Dat geeft wel aan dat het niet vlak was en dat
ik volop tijd nam om rond te kijken en te genieten.
Mijn tweede loopje deed ik
vanuit het wintersportstadje Whistler. Deze blijkt in de zomer compleet
overgenomen te worden door mountainbikers die massaal in de rij voor de lift
staan om dan met duizelingwekkende snelheid de kilometerslange afdalingen te
doen. Er heerst een enorm leuke sfeer in het stadje. Ik had online een mooie
trail gevonden steil die de berg op ging en heel mooi moest zijn. Eenmaal uit
het stadje bleek de bewegwijzering voor alles wat met skiën of MTB te maken had
prima in orde, maar verder was er niets te vinden. Gelukkig was er een arbeider
in een grote pickuptruck die me de juiste kant op stuurde Via een skihelling
omhoog, dan kwam ik vanzelf weer op de route. Vriendelijke mensen die
Canadezen.
Zo liep ik even later hijgend
en puffend de steile helling van de zwarte piste omhoog. Tot ik ineens de
schrik van mijn leven kreeg… In mijn ooghoek zag ik ineens iets groots en
zwarts bewegen. Op nog geen honderd meter ging een beer eens op de achterpoten
staan om me te bekijken. Wat zijn ze groot in het echt! Met hartslag 200 en de
haren in mijn nek recht overeind van schrik stond ik doodstil, ik praatte met
de beer met een harde lage stem. Dat had ik een dag eerder geleerd tijdens een
excursie, maar niet gedacht dat ik het in de praktijk nodig had. Gelukkig
besloot de beer dat buitenlands eten niet op het menu stond die dag en hij of
zij verdween in het bos. Pas op het laatste moment dacht ik er aan om een foto
te maken.
Even later kwam ik
daadwerkelijk op The Ascent Trail, een trail die zo ongeveer recht omhoog de
berg op liep. Zo steil dat er allerlei opstapjes en trapjes van stenen en
boomstammen om door het oude bos omhoog te komen. Links en rechts zochten
stroompjes hun weeg naar beneden en je zag overal kleine watervalletjes.
Hardlopen was er niet meer bij, maar de hartslag was hoog genoeg voor D2. Ik
haalde af en toe wandelaars in die iedere honderd meter stil moesten staan om
op adem te komen. Niet slecht voor een laaglander toch?
Na een tijdje al zwoegend en
zwetend omhoog hiken/klauteren kwam ik bij het middlestation van de skilift.
Helaas eindigde hier mijn klim, de trail was verder afgesloten wegens sneeuw. Een
kleine teleurstelling aangezien er verder niet echt goede mogelijkheden waren
om verder omhoog te klimmen behalve via de skihelling en met de ontmoeting met
de beer nog in gedachten leek me dat geen goed plan. Ik besloot me op de
afdaling van de trail te storten en deze zo vlot mogelijk te doen. Dat viel nog
niet mee met alle stenen en bomen waar je overheen moest springen en ik voelde
al snel mijn bovenbenen heftig protesteren. Halverwege moest het tempo toch
iets naar beneden omdat ik door de vermoeidheid in de benen wat onhandiger werd
in het omzeilen van de enkelbrekende obstakels. Maar toch duurde het dalen
minder dan de helft van de tijd van het klimmen. De lol van het afdalen was de
spierpijn meer dan waard.
In het plaatsje Jasper had ik
mijn zinnen gezet op de Whistlers Trail. Een klim naar de top van een berg waar
de meeste mensen via een gondel komen. ’s Morgens bijtijds met de auto naar de
trailhead om daar te starten. Ik had mijn trailvest om en was klaar voor de
start. Shit, horloge vergeten mee te nemen. Even een moment van vertwijfeling
want als het niet op Strava staat…. Toch maar gewoon gaan lopen. Een mooie
route voerde al zigzaggend de berg op, bloeiende planten die we hier niet
kennen en gefluit van vogels die ik ook niet kende. Eén ervan leek net op de
fluit van een scheidsrechter, maar ik maakte echt geen overtreding. De bomen
zorgden voor lekkere schaduw want het was best warm. Het ging niet echt snel
omhoog doordat het pad bezaaid was met allerlei stenen en boomwortels. Het leek
de oever van de Ourthe wel. Goed oppassen dus om niet om te zwikken.
Op een gegeven moment werd ik
een detour opgestuurd wegens een gevaarlijke landslide. Er bleek een route
uitgezet te zijn over een stuk berg dat bezaaid was met rotsblokken waar je dan
overheen moest klauteren. handen en voeten waren nodig om er overheen te
geraken. Ik vond het af en toe best tricky maar omdat de rotsen droog waren was
het niet echt gevaarlijk. Ik was blij dat het niet nat was. Maar ik geraakte er
overheen en vervolgde de route die zoetjes aan de boomgrens bereikte. De bomen
werden steeds kleiner tot ze verdwenen en ik in een alpien landschap liep. De
zon werd door laaghangende wolken afgeschermd en ik trok maar een extra shirt
met lange mouwen uit mijn trailvest. Dat was dus niet overbodig. Het hielp ook
wel tegen de talloze muggen die me steeds prikten als ik even stil stond voor
een slokje water of zo.
Marmotten floten naar elkaar
om te waarschuwen voor die mafkees die omhoog kwam lopen en schoten snel hun
hol in. De lucht was duidelijk ijler op deze hoogte en het tempo werd dan ook
iets lager. De eerste sneeuw kwam in beeld naast de paden en de temperatuur
werd nog wat lager omdat de wind ook harder waaide op een hoogte van ruim 2100
meter. Ook mijn regenjasje dus maar even aan gedaan om rustig te kunnen
genieten van het uitzicht vanaf de top, naast een honderd of wat aan toeristen
die via de gondel gekomen waren. Na even gebruik gemaakt te hebben van het
toilet bij het gondelstation begon ik aan de afdaling.
De afdaling was geen makkie
door stenen, sneeuw en modder in het eerste gedeelte. Voorzichtig aan dus. Het
jasje kon al wel snel weer uit toen ik de boomgrens weer bereikte en de zon ook
weer door kwam. Het shirt met lange mouwen hield ik maar aan tegen de muggen, want
ik had inmiddels al genoeg bulten. Op één of andere manier miste ik een bordje
met detour op de terugweg en ik volgde gewoon een spoor over de landslide waar
ik op de heenweg niet overheen mocht. Eigenlijk vond ik het stuk landslide
minder gevaarlijk dan het stuk met rotsblokken op de heenweg. Maar ook in de
lager gelegen gedeeltes van de afdaling bleef het oppassen met stenen en
boomwortels. Bij de auto aangekomen bleek dat ik 2:05 over de klim gedaan had
en 1:10 over de afdaling. Ruim 1000 hoogtemeters en dat op zo’n terwijl je al
op 1000 meter boven NAP begon. Een mooie tocht was het.
Het laatste loopje in mijn
vakantie was de Sulphur Mountain trail in Banff. Dit was een relatief
makkelijke trail die zigzaggend omhoog liep tot het topstation van de gondel op
Sulphur Mountain. Heel veel toeristen nemen de gondel omhoog en lopen naar beneden
of andersom, dat kost dan ook maar de helft van het ticket. Ik vertrok ’s
middags vanuit het hotel in het centrum bij een temperatuur van 26 graden. Het
zou een warme loop worden. Even werd ik nog wat gekoeld toen ik langs de rivier
liep en door het sproeiwater van de waterval gekoeld werd, maar verder liep ik
in de brandende zon. Om de haverklap moest ik even stoppen om te route te
checken, in dit gedeelte net buiten de stad barstte het van de paden. Maar
uiteindelijk raakte ik buiten de stad op een pad dat me naar de start van de
Sulphur Mountain Trail zou voeren.
Dit pad was al mooi op zich,
lekker in het bos waardoor de zon minder heet was. Heerlijk rustig, ik hoorde
of zag bijna niemand. Alleen een groep ruiters kruiste mijn pad. Genieten dus.
Bij de parkeerplaats bij de start was het beduidend drukker, ook al omdat daar
ook het dalstation van de gondel was. Maar de start werd hier wel duidelijk
aangegeven en het pad was ook breder dan ik tot nu toe had gezien in mijn
vakantie. iets drukker dus en ik hoefde me dan ook geen zorgen te maken over
grizzly beren. Te steil en te lang om te rennen voor me en ik ging dus speed
hikend omhoog. Ik miste mijn trailstokken wel om nog sneller omhoog te kunnen,
maar ook zonder redde ik me prima.
Regelmatig haalde ik mensen in
of kwam ik mensen tegen. Een heel andere beleving dan de andere loopjes in mijn
vakantie tot nu toe. Maar niet minder mooi. Hoe hoger ik kwam hoe mooier de
uitzichten over het dal en op de omringend bergen. Ook op hoger gelegen
gedeeltes bleef ik nog tussen de bomen lopen. Op deze berg was de boomgrens dus
hoger dan op mijn vorige tripje, of de berg was lager… Eigenlijk was het deze
keer redelijk makkelijk om de top te halen. Niet dat het geen moeite kostte,
want ik was blij dat ik boven was. De hoogte heeft echt wel invloed op je
ademhaling.
Eenmaal boven trof ik een
trailrunner die ik een tijd geleden ook al gezien had. Hij bleek mijn tripje op
en neer gewoon dubbel te doen en hij kon gewoon rennend omhoog! Wat een klasse,
petje af. Ik begaf me op de afdaling en kon nu ook gaan rennen. Dat ging
behoorlijk vlot doordat het niet supersteil of technisch was en voordat ik het
wist was ik al weer op de parkeerplaats. Ook het stuk naar de stad ging me
vlotter af nu ik de weg wist te vinden en zo was ik na ruim 3 uur lopen met 967
hoogtemeters in krap 20 km weer in het hotel. Mooi op tijd om te douchen en me
dan klaar te maken om een heerlijke burger te gaan eten.
Samenvattend was het een
prachtige vakantie waarin hardlopen zelfs maar een kleine rol speelde. Een
geweldige rondreis door een prachtig land die ons nog lang bij zal blijven.
Mijn trainingsloopjes door de geweldige natuur van Canada zie ik dan ook als
een extra mogelijkheid om echt gevoel voor het land te krijgen. Een urenlang
zwetend en hijgend omhoog lopen helpt behoorlijk daarbij enorm.
Andre Bleumink
Geen opmerkingen:
Een reactie posten