Nike Air Zoom Alphafly Trainen op je carbonschoenen
is zonde! Daarvoor zijn ze te duur en gaan ze te kort mee. Toch? Je herstelt
wel lekkerder van een training op van die sloffen met veel schuim eronder. Wat
is wijsheid? Ze mogen je dan helpen een
stuk van je persoonlijke records af te lopen, ze zijn ook peperduur, terwijl je
er minder kilometers op kunt maken dan op je oude, vertrouwde
trainingsschoenen. Trainen op supersnelle carbonschoenen voelt dan ook niet erg
economisch en – niet onbelangrijk – is het niet beter om de ‘schoenenbonus’,
die seconden of minuten dat je ze je sneller maken, pas te verzilveren op de
dag van je wedstrijd? Schoenenrevolutie Trainen op je
wedstrijdschoenen was iets dat je als hardloper tot een paar jaar geleden
sowieso tot een minimum wilde beperken. Je deed er af en toe eens een snelle
training op, maar heel veel kilometers wilde je niet maken op die keiharde
stappers met nauwelijks demping en een minieme drop (het hoogteverschil tussen
de zool onder je hiel en die onder de voorvoet). Dat was namelijk nogal een
aanslag op je voeten en onderbenen. Maar sinds Nike in 2017 de
revolutie in schoenenland ontketende met de lancering van de Nike Zoom Vaporfly
4%, een schoen met een flinke hoeveelheid demping, een carbonplaat in de zool
en een drop van maar liefst 10 mm. Zo’n beetje alles wat de oude
wedstrijdschoenen niet hadden. Wat er vervolgens gebeurde, is geschiedenis.
Alle andere schoenfabrikanten wisten niet hoe snel ze hun eigen ‘supershoe’ op
de markt moesten brengen. Daar zijn Nike’s aartsrivalen adidas en Asics
inmiddels prima in geslaagd. En ook merken als Brooks, New Balance, Saucony,
Mizuno en Puma of relatieve nieuwkomers als Hoka, On en Altra doen al een
tijdje volop mee aan de carbon-race. Trainen op je superschoenen De carbonschoen met z’n dikke
zolen is zo goed als ingeburgerd onder prestatielopers en wordt al lang niet
meer gezien als een extravagantie die is voorbehouden aan de profes. Voeg daarbij
de toegenomen concurrentie en het feit dat je tegenwoordig ook wel eens een
ouder model superschoen voor een lagere prijs op de kop kunt tikken, en trainen
op zo’n snelle schoen is steeds meer een optie. Veel profs doen inmiddels al
hun trainingen op superschoenen, van lange duurloop tot korte tempo’s. Zelfs
voor de langzamere lange duurlopen wordt gekozen voor carbonschoenen, vanwege
de enorme demping in die schoenen. Dat scheelt fors in het herstel. Ook niet zo
gek dat de profs minder zuinig met hun carbonschoenen omspringen, die krijgen
ze immers van hun sponsor. Laten we de kosten van de
schoen en hoe lang je er daarom mee wilt doen even loslaten. Is het goed om
altijd op je snelle carbonschoenen te rennen? Het lijkt erop dat de spieren en
pezen in je benen die extra demping fijn vinden, waardoor die inderdaad sneller
herstellen na trainingen op carbonschoenen. Maar de stijfheid in de zool die
wordt veroorzaakt door de carbonplaat en die je dat extraatje geeft bij de
afzet, heeft ook een belastend effect. Afhankelijke van de schoen waar je op
loopt en jouw anatomie, moet die spanning ergens worden opgevangen. Bij sommige
hardlopers die veel op carbon lopen, resulteerde dat in pijnlijke achillespezen
en bij andere leidde het tot irritatie in de voetboog. Extraatje achter de hand Dan hebben we het nog niet
gehad over de het psychologisch effect. Het is toch wel heel lekker om het
gevoel te hebben dat je het harde werk verricht op minder snelle schoenen,
zodat je kunt denken ‘als ik tijdens mijn race nu ook nog die snelle schoenen
aantrek, vlieg ik helemaal!’. Wat is nu beter? Ons antwoord
is: afwisseling. Altijd op dezelfde schoenen trainen en op dezelfde ondergrond
geeft steeds dezelfde belasting. Zorg dat je daarin afwisselt zodat je spieren,
pezen en gewrichten steeds op een iets andere manier belast en dus sterker
maakt. Dat is niet alleen beter voor je lijf, afwisseling is ook nog eens
leuker. (bron) |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten