Bianca en Angelique Begin januari is altijd een
lastige tijd om je te motiveren om de deur uit te gaan voor een training. Zeker
als je, zoals deze winter, steeds in het donker moet trainen en minstens drie
keer in de week nat regent. Een trainingskamp op Lanzarote spreekt dan enorm
tot de verbeelding… Een goed alternatief is gewoon een dikke stok achter de
deur in de vorm van een ultraloop begin januari, dan moet je wel naar buiten.
We hebben daarom inmiddels al meerdere keren meegedaan aan de Taunustrail in
Duitsland. Bert Kirchner en zijn vrouw organiseren in het gebied ten oosten van
de Eiffel elk jaar een mooie kleinschalige Einladungslauf. Hierbij zijn ze er
in geslaagd om ieder jaar weer een compleet nieuw parcours te gebruiken om zo
steeds een nieuw gedeelte van de streek te promoten. Dit jaar mochten we
starten vanuit het gehucht Wisper, ergens in the middle of nowhere… We vertrokken vrijdagmiddag al
met ons zessen naar onze accommodatie in Taunusstein. Henrie had een onderkomen
geregeld en gereserveerd bij een restaurant. Bij aankomst in Taunusstein was
het even zoeken naar de ingang van Small Perl 2, maar na een appje naar de
contactpersoon ging de deur open en liet een vage Rus ons binnen. Zijn auto en
voordeur behangen met bordjes ‘Jesus Loves You’, dus we dachten dat we wel
veilig naar binnen konden. Gelukkig bleek de bovenste verdieping met onze
kamers keurig schoon en netjes. Maar over smaak valt niet te twisten, dat was
ons wel duidelijk. Wie het interieurdesign gedaan had was onduidelijk, maar
waarschijnlijk was die inmiddels wel failliet… En de kachel mocht ook meteen
wel een graad of drie terug. Na onze spullen uitgepakt te
hebben en een eerste drankje genuttigd te hebben mochten we een wandeling door
het dorp maken, op zoek naar het Spaanse tapas restaurant. Het restaurant bleek
verscholen te gaan achter een oerduitse vakwerk gevel, maar binnen werden we
hartelijk ontvangen door de eigenaar en zijn vrouw. De kaart snapten we niets
van, maar de eigenaar wilde wel wat lekkere hapjes voor ons regelen en binnen
de kortste keren stond de hele tafel vol met lekkers. De stemming zat er goed
in. De gesprekken gingen weer heerlijk helemaal nergens over en we lachten wat
af. Verdere details zullen wel nooit bekend gemaakt worden en misschien is
dat maar beter ook. Maar het was werkelijk een top avond. De eigenaar was
zelfs zo tevreden over de omzet dat hij ons trakteerde op een stevige borrel
voor we weg mochten. Na een goede nachtrust ging om
half zeven de wekker al weer. Opstaan, loopspullen aan, ontbijten en opruimen.
We moesten nog in het donker eerst een stuk de rimboe doorrijden om bij de
start te komen. Wisper is een gehuchtje in de heuvels, met een vrijwillige
Feurerwehr die ons gebruik liet maken van hun gebouw. Dat was zowel de start en
finish plek als ook de verzorgingspost voor tussen de drie lussen die we gingen
lopen. Daarnaast konden we er ook onze spullen kwijt zodat we onze rugzakken
konden bijvullen voor we een volgende ronde in gingen. Dat scheelde weer mooi
sjouwen. Bij het eerste licht stond er
een groep van zo’n vijftig lopers klaar voor de start. Na een kort praatje
konden we op pad. Gezien de drie graden vorst bij de start hadden we ons goed
aangekleed. Een beetje te bleek al snel, na een minuutje of tien besloten we
even te stoppen om wat uit te doen. Eric en Henrie liepen door, we zouden ze
wel weer inhalen dachten we. Al kletsend kregen Wouter, Angelique, Bianca en ik
het voor elkaar een afslag te missen waardoor we opeens aan de verkeerde kant
van de rivier stonden. Maar aangezien deze niet meer was dan een snelstromend
slootje dachten we sneller over te kunnen steken op een geschikte plek dan
terug te lopen. Dat lukte uiteindelijk ook (met droge voeten), maar
uiteindelijk haalden we Henrie en Eric niet in voor we de eerste ronde er op
hadden zitten. Het was eigenlijk prima weer
om te lopen. Koud maar droog en weinig wind. De grond was hard bevroren, maar
je kon zien dat het kort geleden nog flink nat en zompig was geweest. Dan is
hard bevroren ondergrond toch wat fijner lopen, zelfs met alle hobbels en
bobbels die steeds dreigden je enkels om te laten zwikken. Het parcours voerde
over allerlei bospaden en heuvelop en af. Gelukkig wist mijn GPS handheld de
weg te vinden, je zou er anders gruwelijk verdwalen…. We genoten volop van de
uitzichten maar mochten ook regelmatig over en onder omgevallen of omgezaagde
boomstammen klauteren. Het bosbouwseizoen was blijkbaar in volle gang. Aan het eind van de eerste
ronde kwamen we Eric en Henrie weer tegen, maar die waren net klaar met hun
pauze en klaar om te vertrekken voor de tweede ronde. We dachten (alweer) dat
we ze wel zouden inhalen en lieten ze dus rustig gaan. Even wat eten en drinken,
sanitaire stop en we liepen weer. In de tweede ronde troffen we nog veel meer
boomstammen aan die als een soort reuzen mikado spel over de weg lagen. Een
uitdaging op zich. Ook waren er diverse plekken waar de plassen hard bevroren
waren. Ik kreeg het voor elkaar om een slapstickachtige uitglijer te maken op
een ijsplaat, hierbij deukte mijn ego behoorlijk en ook mijn dij werd versierd
met een enorme blauwe plek in aanleg. Ergens op een heen en weer lus
langs een riviertje kregen we Eric en Henrie nog in zicht, maar die liepen
eigenlijk net zo vlot (of langzaam) als ons, waardoor we maar niet dichterbij
kwamen. De stemming zat er bij ons nog steeds goed in en de route was echt
geweldig. De heuvels begonnen echter wel hun tol te eisen en Angelique besloot
dat twee rondes wel genoeg waren voor haar. Uiteindelijk bleek dat, eenmaal
weer terug bij de Feuerwehr, ook gewoon een marathonafstand te zijn. Ook zeker
niet kinderachtig met meer dan 1200 hoogtemeters. Eric en Henrie waren er ook en
wel pleegden even een overleg over wat we gingen doen. Henrie wilde nog wel
beginnen aan de derde ronde, maar dan mogelijk iets inkorten. Wouter, Bianca en
ik besloten met Henrie mee te gaan op dit laatste rondje en pakten nog snel
even wat eten drinken. Daarnaast ging de koplamp op want de kans dat we voor
donker terug zouden zijn was maar heel klein. Eric en Angelique vonden het echt
wel genoeg en bleven lekker binnen bij de warme kachel op ons wachten. De laatste ronde stond meer in
het teken van afzien dan de eerste twee rondes. Aangezien we al zo’n 1200
hoogtemeters hadden gehad in de eerste twee rondes was dat niet zo gek. De
bovenbenen begonnen wat te protesteren en de energie liep ook wat terug. Bijkomend
probleem was dat drinken moeilijk was doordat het zo koud was dat het bijna
pijn in je buik deed. In de derde ronde hadden we ook een paar flinke klimmen
zitten die steevast gevolgd werden door mooie lange afdalingen waar we weer
even lekker konden rennen. Maar dan moest je wel eerst zo ongeveer op je
tandvlees omhoog klimmen. Dat viel nog niet altijd mee. Uiteindelijk werd het steeds
donkerder en moesten de lampjes een keer aan, maar toen waren we al over de
helft van de laatste ronde. Het werd ook snel kouder in het donker. We waren
allemaal aardig aan het eind van onze energie en we hadden unaniem besloten om
de afstand een paar kilometer in te korten door een stukje af te snijden.
Bijkomend voordeel was dat we de laatste berg dan ook niet nog een keer op
hoefden. Niet dat het laatste stuk naar de finish vlak was, maar het voelde
alsof we meer daalden dan klommen en dat is altijd fijn. Bij de finish hadden
we officieel dan een DNF voor de laatste ronde, dus werd onze officiële finish
aan het eind van de tweede ronde geteld. De rest was bonus… Mijn Garmin gaf aan
dat we zo’n 53 km hadden gelopen met bijna 1750 hoogtemeters. En zo voelden de
benen ook wel, alsof er gesmolten kaas in de bovenbenen zat. Niet slecht voor
even een zaterdagje buitenspelen! Uiteraard waren de lokale inboorlingen al hoog en breed naar huis, daar valt niet tegen te lopen. De snelle mannen hadden de route in ongeveer de helft van onze tijd gelopen. Zelfs de lokale 65 plussers lopen ons er nog met gemak uit, maar daar zijn we wel aan gewend. Organisator Bert vindt het altijd weer knap hoe wij Flachländer toch steeds weer lachend over de finish komen en dan ook gewoon steeds weer terugkomen. Hoe dat kan vraag ik me ook de eerste dagen wel eens af als ik krakend van de spierpijn even de trap op en af moet, maar ergens verdwijnt die herinnering en denk je alleen terug aan het plezier en de mooie natuur. Tot volgende keer bij de Taunustrail dus Bert, misschien wel met nog meer gekke Holländer...(bron) Andre Bleumink
|
Diep respect voor jullie prestatie.
BeantwoordenVerwijderenPrachtig beschreven Andre.