Heb jij een sporthart? De laatste jaren hoor je
steeds vaker de term ‘sporthart’ voorbij komen. Mensen die een duursport
beoefenen zoals wielrenners, triatleten en natuurlijk hardlopers hebben een
grotere kans om een sporthart te hebben, maar wat is het eigenlijk? En hoe weet
je of je een sporthart hebt? En nog wel belangrijker misschien; kan het kwaad
en zijn er risico’s aan verbonden? Wij vroegen het aan sportarts Bernard te
Boekhorst. Wat is een sporthart? Een sporthart is een
fysiologische aanpassing van het hart als reactie op langdurige en intensieve
training. Het is dus een aanpassing van het hart en geen aandoening waarmee je
naar de dokter moet. 'Het 'sporthart' kan een verwarrende term zijn' vertelt
sportarts Bernard te Boekhorst, 'Onder dit containerbegrip werden in het
verleden alle vermeende pathologische (ziekmakende) veranderingen aan het hart
geschaard. Deze veranderingen blijken voor het overgrote deel gezonde en dus
fysiologische veranderingen met een zeker nut voor het lichaam. Nu zou ik de
term 'sporthart' alleen voor de fysiologische veranderingen reserveren.' Hoe weet ik of ik een
sporthart heb? Een 'sporthart' komt meestal
voor bij goed getrainde duursporters zoals bijvoorbeeld marahtonlopers. Het
gaat om een verwijding van de linker hartkamer en een verdikking van de
hartkamerwand, waardoor er per hartslag meer bloed uitgepompt wordt. Je hart hoeft
dus minder vaak te slaan en daardoor kan de hartslag in rust lager worden. Wat wij een sporthart noemen
kun je dus vooral merken aan een lagere hartslag in rust. 'Daarnaast gaat het
autonome zenuwstelsel vaker op de rem staan, omdat in het dagelijks leven het
sportlijf het leven als zeer rustig gaat ervaren en de rust-hartfrequentie nog
extra kan dalen,' aldus Te Boekhorst. De hartslag kan in rust dalen tot 30-60
slagen per minuut. Is een sporthart goed? Een sporthart wordt over het
algemeen als gezond beschouwd, maar volgens Te Boekhorst zegt een lage
rusthartslag eigenlijk niet zo heel veel. 'Dit effect vindt lang niet bij
iedereen in dezelfde mate plaats en soms ook helemaal niet. Het is dus niet per
se goed of. Sporten is gezond maar of het effect wel of niet optreedt zegt
niets over de gezondheid van het hart.' Zo zijn de hartslagzones in training
natuurlijk ook anders verdeeld bij iedereen. Zijn er ook risico’s verbonden
aan een sporthart? In principe is een 'sporthart'
volgens deze definitie van Te Boekhorst gewoon een fysiologische aanpassing van
het hart en hoef je dus niet naar de dokter. 'Er zijn enkele uitzonderingen
zoals bij mannelijke duuratleten die vele jaren meer dan 15 uur per week hebben
gesport. Rond middelbare leeftijd kunnen zij vaker last krijgen van
atriumfibrilleren of bindweefsel in de wand van de rechter hartkamer en
daardoor ritmestoornissen afkomstig uit deze rechter hartkamer kunnen krijgen.'
Als recreatieve loper hoef je je in ieder geval geen zorgen te maken en is er
in principe geen enkele verwijzing nodig met een 'sporthart'. Moet je je als hardloper
zorgen maken om plotselinge hartproblemen? Er zijn natuurlijk wel
gevallen bekend van sporters die ineens hartproblemen blijken te hebben, maar
daarin is sport niet de schuldige. 'De afwijkingen, die optreden door sport,
betreffen vaak al aanwezige afwijkingen in het hart die door het sporten pas
tot uiting komen en waardoor het verstandig kan zijn om met die afwijkingen
niet te sporten,' verduidelijkt Te Boekhorst. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor
sporters als voetballer Christian Eriksen en Nathan van Hooijdonk die gedurende
hun carrière plots te maken kregen met hartproblemen. Er was al een
onderliggende ziekte, die zich tot dan toe niet had geuit en die plotse uiting
kan allerlei oorzaken hebben. 'Door het sporten uit zich de ritmestoornis, maar
dat had ook bij rennen om de bus te halen of trap oplopen kunnen gebeuren.' Concluderend is een sporthart
dus geen enge ziekte, maar slechts een aanpassing aan de inspanningen en in
principe is dat gezond. Het hart past zich aan en daardoor merk je bijvoorbeeld
dat je hartslag in rust lager is. Waarschijnlijk is je hartslag bij dezelfde
inspanning ook lager dan een aantal maanden training geleden. Daarvoor hoef je
niet naar de dokter. Mocht je echt klachten ondervinden van bijvoorbeeld een te
lage hartslag, dan is het natuurlijk wel raadzaam om contact te zoeken met een
medisch professional. (bron) |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten