Ruim 105 kilometer, 3350 hoogtemeters en bijna 20 uur hardlopen Ik ben al jaren een groot fan
van Kamp Waes (en de Nederlandse Kamp van Koningsbruggen). Uiteraard ben ik
veel te oud om zelf mee te doen en met mijn richtingsgevoel is het navigeren is
niet helemaal mijn ding zullen we maar zeggen. Maar één van de vaste onderdelen
is Operation Tenderfeet: de deelnemers moeten een route afleggen waarvan ze
niet weten hoe lang het gaat zijn. Maar het is altijd héél erg lang. Dat is wel
mijn ding natuurlijk. Al vaak gedacht dat ik dat toch zou moeten kunnen. Ik kan
al vast verklappen dat die zere voeten in ieder geval gelukt zijn in de trail
die ik samen met Henrie liep afgelopen weekend…. Een tijd geleden kwam Henrie
met het idee om mee te doen met de Trail Godefroy de Bouillon, in het zuiden
van de Ardennen, tegen de Franse grens. Daar slingert de Semois zich tussen de
heuvels door, wat prachtige romantische plaatjes oplevert. Het kasteel van
Godfried van Bouillon (de kruisvaarder) staat daar stoer te pronken bovenop een
heuvel. Prachtig decor voor start en finish natuurlijk. Al snel besloten we mee
te doen en uiteraard konden we het niet laten om te kiezen voor de langste
afstand, 104 km met 3200 hoogtemeters. Een flinke uitdaging, om het maar eens
met gevoel voor understatement te zeggen. We bereidden ons maandenlang
zo goed mogelijk voor en uiteindelijk was het zo ver. We vertrokken vrijdags
met Henries camper richting Bouillon. Na een voorspoedige reis wisten we een
mooi plekje op een camperplaats te bemachtigen en haalden we ons startnummer
op. Daarna konden we even het stadje verkennen. Biertje in het zonnetje op het
terras en daarna een lekkere pasta bij de beste Italiaan in Bouillon. En daarna
meteen terug naar de camper om de wedstrijdspullen klaar te leggen en naar bed.
Ik had zelfs mijn loopkloffie al aangedaan om tijd te sparen. Een start om 4:00
is geen grap. In alle vroegte fietsten we de
kilometer naar de start, laatste stuk lopen met de fiets zo steil. Maar dat zou
na afloop wel heel fijn naar beneden gaan… Het is altijd een bijzonder gezicht
om een paar honderd lopers midden in de nacht helemaal klaar voor de start te
zien ronddrentelen. Iedereen heeft zo zijn eigen rituelen. Na een korte speech
in het Frans door de organisator werd er gelukkig ook nog even een Nederlandse
samenvatting gegeven. En toen was er de start! Een lang lint lopers met
brandende hooflampjes liep het stadje uit. Na een kilometertje stopten Henrie
en ik even om een jasje uit te doen en daarmee liepen we meteen als laatste
lopers. Gaandeweg haalden we een paar
lopers in, maar we werden ook nog ingehaald door een paar lopers die zich
verslapen hadden. In het donker liepen we de eerste twee uur door het bos.
Langzaam werd het lichter, maar onder de bomen was het nog best lang donker. En
toen werden we ook nog getrakteerd op een enorme hoosbui. Voordat we een jasje
uit de rugzak hadden waren we al nat, maar we konden in ieder geval goed warm
blijven. De eerste de beste steile helling kon het jasje al weer uit omdat het
zweet ons uitbrak. Iedere 12 tot 15 kilometer was
er weer een verzorgingspost waar je je bidons kon bijvullen en lekker kon
pakken. De vrijwilligers waren super vriendelijk, hoewel ze soms alleen Frans
spraken. Ook zij maakten er een mooie dag van, bij een aantal lagen er om negen
uur ’s morgens al lege flessen bier onder de tafel. Op de tafels lag er van
allerlei lekkers, we kwamen niets te kort. Het parcours was echt
fantastisch mooi. De Semois liet zich regelmatig zien als we weer eens een
‘doorkijkje’ hadden tussen de bomen. Het bos was echt uitbundig groen en we
liepen op de mooiste paadjes die je maar kunt bedenken. Alle lof voor degene
die het parcours uitgezet had. Ook de pijltjes hingen overal waar je ze maar
nodig kon hebben. Er waren er echter een heleboel die naar boven wezen, maar
dat was dan ook vaak de kant die we op moesten… We wisten van tevoren
natuurlijk al dat er veel steile heuvels in zaten, maar er is altijd een groot
verschil tussen een hoogteprofiel bekijken of het ook daadwerkelijk voelen
piepen en kraken in je spieren als je je met twee stokken omhoog moet hijsen. Stijgingspercentages
van onder de tien kwamen minder vaak voor dan percentages boven de dertig. In
ieder geval voor mijn gevoel. Gelukkig kwamen er ook regelmatig mooie lange
afdalingen na zo’n helling waar je dan weer heerlijk kon dribbelen. Dat was dan ook ons plan de
campagne, alles naar beneden proberen te rennen en de rest hiken, vlak kennen
ze namelijk niet in dit gebied. Het enige vlakke stuk was de laatste paar
kilometers voordat we op de helft waren. Toen liepen we een stuk langs de oever
van de Semois. Maar ook daar had het flink geregend de laatste tijd. . Dat er
een paar honderd man ons voorgegaan was maakte het niet beter en dus was het
een grote glibberboel in de rivierklei, waar ook niet te rennen viel. Halverwege hadden we een
verzorgingspost met beter eten en daar konden we ook onze dropbag met droge
spullen en zo pakken. Hier hielden we dan ook een iets langere pauze. Even de
voeten wat laten drogen, droge sokken en droge zooltjes in de schoenen en verder
maar weer. De eerste helft was eigenlijk prima gegaan en we hadden echt genoten
van de geweldige natuur. Maar de heuvels en de hoogtemeters hadden al wel een
aardige aanslag gepleegd op onze benen en volgens het hoogteprofiel zaten er in
de tweede helft evenveel hoogtemeters als in de eerste helft. Het begin van de tweede helft
was even een mentaal dingetje. Je weet dat je dicht bij de camper bent en was
is er dan makkelijker dan opgeven en lekker te gaan douchen? Toen we weer wat
verder weg waren werd dat wel weer beter. Ik had de focus er goed op en moest
Henrie er even doorheen slepen. Dat ging nog niet echt ten koste van het tempo,
maar het begon zoetjes aan ook wel meer te zeuren in de benen. Gelukkig waren
de verzorgingsposten nu iedere tien kilometer, dat geeft steeds een mooi
richtpunt. Ook hadden we wat afleiding
van lopers van de kortere afstanden. Waar we al tijden met zijn tweeën liepen,
konden we nu af en toe een praatje maken met anderen. Dat gaf toch weer even
goed gevoel als je een loper zag die het ook moeilijk had, maar die maar dertig
km liep terwijl wij er al 65 op hadden zitten. Goed voor ons moraal zullen we
maar zeggen. En dat hadden we ook nodig. Vooral Henrie zat teveel te rekenen
hoe lang we nog onder weg zouden zijn. We liepen de eerste helft op een schema
van zo’n 16 1/2 uur. Dan zouden we ruim voor het donker binnen zijn. Maar dat
gingen we niet meer halen. Met nog ruim dertig km te gaan
hadden we even een bakkie koffie gescoord en bespraken we de opties. De laatste
mogelijkheid om af te korten lonkte nogal voor Henrie. Maar ik had er geen oren
naar 90 in plaats van 105, zoveel verschil maakt dat nu ook weer niet… We waren
niet geblesseerd, alleen moe. Geen reden om af te kappen. Dan maar iets langer
in het donker lopen. We besloten om de rest van de afstand ook de downhills
maar te hiken om de bovenbenen te sparen. Die deden inmiddels al flink zeer bij
het afdalen. Heuvelop was wel superzwaar en steil, maar dat lukte nog redelijk.
Onze stokken waren onze redding. Nordic walking is een tak van
sport die we beiden goed beheersen mag ik wel zeggen. Met efficiënte inzet van
stokken kun je sneller vooruit komen, maar zeker bij het klimmen geeft het heel
veel voordeel. En hoe steiler de heuvel hoe meer voordeel. De steilste heuvels
was het een kwestie van twee stokken omhoog zetten en jezelf omhoog hijsen en
dat dan achter elkaar tot je boven was. Zo hadden we op een gegeven moment een
kilometer in 19 minuten, terwijl we echt ons best deden om zo snel mogelijk
omhoog te komen. De dag liep ten einde en de
schemering viel in het bos al snel in. Maar we waren er nog niet… De mentale
strijd was volop bezig en eigenlijk belangrijker dan de fysieke strijd. De
organisator speelde daar ook handig op in door in de laatste kilometers nog een
paar enorm steile en technische heuvels in het parcours op te nemen. In het
donker was het voor mij vooral in de afdaling erg lastig. Ik zie het sowieso al
niet goed, maar in het licht van de koplamp en met bovenbenen van gesmolten
kaas was het steil afdalen over de rotsen en boomwortels bijna onmogelijk. Maar willen is kunnen zeggen
ze bij Kamp Waes altijd en dat hield ik als mantra aan in de laatste paar
uurtjes. Ik zat me wel af te vragen hoe dat nu zat met die veertig procent. Als
je denkt dat je niet verder kunt zit je pas op 40 % zeiden ze op TV. Maar hoe
kun je dan uren lang achter elkaar op 40 % zitten? Ergens loopt het toch op zou
je zeggen… Ik probeerde dat maar uit het hoofd te zetten. Gelukkig kwam de
laatste klim naar het kasteel eindelijk in zicht. Mijn eigen horloge viel net
een kilometer voor de start uit, was mijn eigen 40 % dus toch net even meer… Gezamenlijk kwamen we over de
streep. High five en super trots op onze prestatie. Bij de finish waren ze de
boel al aan het afbreken. Er liepen er nog maar een stuk of zes ergens achter
ons en er waren een heleboel mensen uitgestapt. Dat maakte ons niets uit, wij
hadden het gehaald! We kregen een mooie medaille en mochten ons te goed doen
aan alles wat was overgebleven. Maar daar hadden we helemaal geen zin meer in.
Na 105,25 km, 19:32 uur lopen en zo’n 3350 hoogtemeters (en weer naar beneden)
waren we er helemaal klaar mee. We pakten ons fietsje en zoefden de bult af
naar de camper. Douchen en slapen was een grotere beloning dan welke medaille
dan ook… Tender feet had ik ook, Operation Tenderfeet geslaagd dus! (bron) Andre Bleumink |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten