Tip van de Atletiekunie: wat te doen bij onweer?

Onweer - ga gehurkt op je tenen zitten, sla de armen om de knieën, het hoofd zo laag mogelijk, de handen over de oren en de voeten tegen elkaar

Mooi zomerweer; Zwoele temperaturen die zich uitstekend lenen om hard te lopen of te wandelen. Maar vaak worden deze temperaturen geblust met flinke regen en gaan die regenbuien gepaard met onweersbuien. Bij regen en onweer gaat uiteraard niemand de deur uit voor een lekkere training, maar soms kun je het weer niet voorspellen en word je ‘overvallen’ door onweer terwijl je onderweg bent. Maar wanneer moet je nou schuilen voor onweer en waar moet je dan schuilen?

De atletiekunie geeft lopers tips.

Onweer
Hardlopen kan altijd, overal en onder (bijna) alle omstandigheden, echter bij onweer zal niemand de deur uit gaan voor een lekkere training maar wat kun je doen als je door onweer wordt overvallen als je onderweg bent?

Wanneer schuilen?
Met de ’tien seconden regel‘ kun je inschatten wanneer je moet schuilen: als er minder dan 10 seconden liggen tussen de bliksemflits en de donder, dan is het onweer gevaarlijk dichtbij. Is de tijd tussen flits en donder korter dan drie seconden dan zit je er midden in.

Waar schuilen?
Ben je op een veld? Verlaat het terrein onmiddellijk en wacht tot de bui voorbij is. Het best schuil je in een gebouw (bv. de kantine, kleedkamers...), weg van de ramen. Sluit ramen en deuren en blijf weg van de ramen. Blijf ook uit de buurt van stromend water en ga zeker niet douchen. Een carport, een afdak, een open schuilplaats en dergelijke biedt geen enkele bescherming. Schuilhutten zijn uitsluitend veilig als ze voorzien zijn van een bliksemafleider. Ook een volledig metalen auto is een goede schuilplaats. Die vormt door zijn constructie een ‘Kooi van Faraday’. Sluit ramen, schuifdak en deuren. Een cabrio of een auto uit kunststof is niet veilig. Verlaat je schuilplaats niet eerder dan het moment waarop tussen bliksemflits en donder meer dan tien seconden zit.

Wanneer er geen schuilplaats in de buurt is:
Blijf uit de buurt van hoge bomen, lantaarnpalen, torens, hoogspanningsleidingen, open water, speeltuigen, enz. Blijf minstens op 3 meter afstand van hekwerken of afrasteringen. Ga niet op het hoogste punt van de omgeving staan en maak jezelf klein* als je zelf het hoogste punt van de omgeving bent. In een groep loopt je een groter risico op blikseminslag: Blijf  niet bij elkaar maar zoek beschutting of blijf minstens 3 meter van elkaar: * ga gehurkt op je tenen zitten, sla de armen om de knieën, het hoofd zo laag mogelijk, de handen over de oren en de voeten tegen elkaar. Ga nooit plat op de grond liggen. Hurk zo mogelijk in een greppel.