Mariska van Sprundel (foto Renate Beense) |
Speciale schoenen, rekken en
liters water drinken: er wordt van alles geadviseerd aan hardlopers. Wat is
daar nu eigenlijk van waar? Mariska van Sprundel zocht het uit in haar boek. De
Volkskrant ontkracht alvast vijf lopersmythen.
Door Ellen de Visser
Twee jaar geleden zag Mariska
van Sprundel op een winterzondag op het strand van Egmond een bonte mix van
marathonlopers aan zich voorbijtrekken en vroeg zich af wat ze fout had gedaan.
De een liep rechtop, de ander voorovergebogen,
een enkeling nuttigde een gelletje, ze zag een keur aan schoenen, van
afgetrapt tot hightech, en hier en daar liep zelfs iemand op blote voeten. Ze
had graag mee willen lopen maar ze was weer eens geblesseerd geraakt. Wat deden
al die mensen op het strand beter dan zij?
Kort daarna werd ze
looptrainer bij een Utrechtse atletiekvereniging, waar ze merkte hoeveel
geruchten er in de hardloopwereld circuleren, verhalen die overgaan van loper
op loper. Loperswijsheden noemt ze de vaak onbewezen verhalen over schoenen,
voeding, kleding en blessures. Lachend vertelt ze over die ene waarschuwing die
haar intrigeerde: tijdens het lopen vooral goed blijven drinken want ‘als je
dorst krijgt ben je te laat’. Moest ze dan de hele tijd aan een bidon blijven
lurken?
Wetenschapsjournalist Van
Sprundel (31), afgestudeerd in biologie en biomedische wetenschappen, besloot
om die populaire loopkennis te toetsen. Ze
ging langs bij wetenschappers in binnen- en buitenland en liet in een
bewegingslab haar eigen loopstijl doorlichten. Onlangs verscheen haar boek over
de wetenschap achter het hardlopen, dat houvast kan bieden aan de 1,5 miljoen
Nederlanders die de sport beoefenen. Van fanatieke marathonlopers tot de
weekend warriors die op zondagmorgen een rondje doen: ze hebben allemaal een
honger naar kennis, zegt Van Sprundel. ‘Maar iedereen zegt weer wat anders.’
Vijf loperswaarheden onder de
loep:
Draag
persoonlijk aangemeten schoenen
Toen Van Sprundel tien jaar
geleden serieus ging hardlopen, kocht ze kwaliteitsschoenen in een
speciaalzaak. De verkoper constateerde dat haar enkels wat naar binnen
kantelen. Ze had schoenen nodig die de binnenkant van haar voet ondersteunden.
Kort daarop liep ze haar eerste serieuze knieblessure op.
Het is de meest hardnekkige
mythe in de loperswereld, zegt ze: dat je met persoonlijk aangemeten schoenen
blessures kunt voorkomen. In Nederland is hardlopen na veldvoetbal de sport met
de meeste blessures en dat zou weleens met de structuur van onze voet te maken
kunnen hebben. Met een grote teen als een stijve hefboom en een enorme hiel is
de voet door de tijd heen ‘een blessuregevoelig rommeltje geworden’, schrijft
ze. Of, zoals de Amerikaanse paleo-antropoloog Jeremy de Silva het verwoordt:
‘Evolutie is in de weer geweest met plakband en paperclips.’
Het verklaart de opkomst van
de schoentechnologie mét bijbehorende marketing: de verende zolen om de
schokken op te vangen, de corrigerende binnenkant die inzakkende voeten en
enkels moeten stutten, de verhoogde hak die de voetlanding moet verbeteren.
De wetenschap is echter
onverbiddelijk: er bestaat geen bewijs dat die moderne schoenen blessures
helpen voorkomen. De filmpjes die worden gemaakt in hardloopwinkels, bedoeld om
klant en voet en schoen te matchen, suggereren een zweem van wetenschap die er
niet is, zegt Van Sprundel. Ze deed vergelijkend schoenenonderzoek in het
bewegingslaboratorium van de universiteit Leuven, waar ze behangen met
reflecterende bolletjes en een versnellingsmeter en geobserveerd door tien
infraroodcamera’s, tijdens het hardlopen de krachten op haar lichaam liet
analyseren. Haar enkels bleken zich in de dure schoenen net zo te gedragen als
in de goedkope variant die ze bij Scapino had gekocht.
Toch kent ze anekdotes genoeg
van hardlopers bij wie knieklachten verdwenen toen ze op andere schoenen gingen
lopen. Daar wreekt zich de kloof tussen theorie en praktijk, zegt ze.
Wetenschappers volgen een grote groep hardlopers en concluderen dat het type
schoen gemiddeld genomen geen invloed heeft op blessures. Maar dat zegt niet
alles over de individuele loper. Vandaar haar advies: draag schoenen die lekker
zitten.
Ga
op blote voeten rennen
Harvard-hoogleraar Irene Davis
vertelde Van Sprundel dat iedere geblesseerde hardloper last heeft van zwakke
voeten. Dat zou volgens Davis te maken hebben met de ondersteuning van de
schoenen, die het werk overnemen van de voet waardoor die geen sterke spieren
ontwikkelt. Blootsvoets rennen zou beter zijn, omdat je op de voorvoet landt en
abrupte krachten op de benen voorkomt. Van Sprundel raakte geïntrigeerd,
veranderde haar voetlanding (wel met schoenen aan) en na vier maanden had ze
een nieuwe blessure, opnieuw aan haar scheenbeen.
Lopen op blote voeten is een
subcultuur onder hardlopers, vertelt ze, maar wetenschappelijk is niet
aangetoond dat daardoor minder blessures ontstaan. Wel andere blessures, in de
kuit en achillespees vooral.
Toch is het trainen van de
voetspieren geen slecht idee, denkt Van Sprundel. Haar advies: train in het
krachthonk ook je voeten, net zo lang totdat je alle tenen afzonderlijk van
elkaar kunt bewegen.
Je
moet rekken voor en na het lopen
Je ziet ze staan tegen
muurtjes, hekjes en bruggen: hardlopers die hun kuitspieren rekken omdat ze
hopen daarmee spierpijn en blessures voor te zijn. Het vele onderzoek naar
rekken en strekken duidt niet op enig voordeel voor prestaties of
blessurerisico. Haar advies: rek als je
dat plezierig vindt, je wordt er vooral leniger door.
Hardlopers
zijn doodlopers
Berichten over lopers die
tijdens een marathon een hartinfarct krijgen, halen steevast de media en dat
kan verklaren waarom het hardnekkige idee is ontstaan dat hardlopen slecht is
voor de gezondheid. Terwijl er geen bewijs is dat het hart blijvende schade
oploopt van grote inspanning, concludeert Van Sprundel. Onderzoek onder
Amerikaanse marathonlopers heeft uitgewezen dat één op de 259 duizend lopers
een fataal hartinfarct krijgt tijdens het sporten. De meesten hadden een
aangeboren hartafwijking die niet was onderkend. Onder wielrenners en
voetballers komt een plotse hartstilstand veel vaker voor.
Hardlopers leven gemiddeld drie
jaar langer dan niet-lopers maar de vraag is uiteraard of dat (alleen) door het
lopen komt. Hardlopers zijn vast ook in andere opzichten gezonder.
Haar advies: Loop ‘met mate’.
De grens van het gezondheidsvoordeel ligt op 100 minuten lichaamsbeweging per
dag. Niet dat ultra-atleten eerder doodgaan, maar de voordelen van het sporten
vlakken bij extreme inspanningen wat af. Lopers hebben bijvoorbeeld betere
knieën dan stilzitters, maar dat geldt niet voor ultralopers.
Drinken
voor je dorst krijgt
De sportdrankindustrie heeft
drinken tijdens het lopen tot dogma verheven, schrijft Van Sprundel, maar er is
geen bewijs dat er ooit een marathonloper is overleden door uitdroging. Te veel
drinken tijdens inspanning is een groter gezondheidsrisico dan te weinig,
benadrukt ze, maar dat wordt nogal eens vergeten. Bij overmatig drinken verdunt
de concentratie natrium in het bloed en dat is slecht voor de hersenen. In
extreme gevallen kan dat dodelijk zijn.
Haar advies: Als je geen dorst
hebt, mag je ervan uitgaan dat er niets aan de hand is.
De marathon van Berlijn is
aanstaande maar Van Sprundel zal er niet bij zijn, ze is opnieuw geblesseerd.
Wel jammer, zegt ze, dat ze geen antwoord heeft gevonden op de vraag die haar
zo bezighoudt: waarom ze zo vaak blessures oploopt. Na haar knieën, hamstring
en scheenbeen hapert nu haar kuit. Mogelijk kan de technologie dat mysterie
ooit oplossen. Ze vertelt over sensoren die lopers in de toekomst misschien op
hun huid kunnen plakken en die hun smartphone een seintje zullen geven als ze
anders, lees risicovoller, gaan lopen, meer passen nemen bijvoorbeeld of
voorover hellen.
Tot die tijd geldt het adagium
dat in haar boek de boventoon voert: doe waar je je goed bij voelt. In de
woorden van een van de wetenschappers die ze raadpleegde: ‘Laat je niet gek maken
door alle adviezen in winkels en op internet. De meeste zijn goedbedoeld maar
slaan nergens op.’
Mariska van Sprundel: Alles
wat je wilt weten over hardlopen - Amsterdam University Press;
€19,99. (bron)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten