woensdag 19 februari 2020

Je lichaam en de marathon

Gerrit-Jan Jansen (Marathon van Rotterdam 2016)
Het is de tijd van de voorjaarsmarathons. Maar wat gebeurt er eigenlijk gedurende de marathon met je lichaam? En hoe gaat het lichaam om met die zware beproeving? Het grootste probleem is je voorraad ‘brandstof’ voor onderweg. Wanneer die op is kom je de ‘man met de hamer’ tegen. Rond kilometer 30 zijn in de regel je glycogeen voorraden uitgeput en schakel je over in het op eten van je overlevingsvoorraden van vet en proteïne. Je kunt dit gedeeltelijk weer met energie dranken aanvullen maar dit heeft echter maar een gelimiteerd effect. Je lichaam houdt er niet van om tijdens inspanning vloeibaar voedsel in te nemen maar tijdens een marathon moet je wel.

Je lichaam verliest tijdens de marathon, door transpiratie en de ademhaling’ veel vocht. Ook door je intensieve ademhaling heb je ook een aanzienlijk vochtverlies. De hoeveelheid vocht die je verliest verschilt van persoon tot persoon. Een loper die een marathon rond de drie uur loopt, verliest gemiddeld 3 tot 5 kilogram aan vocht. Voor ieder kilogram die je hebt verloren moet je 1,5 liter water drinken om het weer te compenseren. Om te bepalen hoeveel vocht je moet innemen na de marathon kun je het beste voor en na de marathon jezelf naakt te wegen.

Gedurende de marathon worden de spiervezels door het constante ‘stampen op de grond’ via micro-scheurtjes beschadigd. Het lichaam zal proberen de schade tijdens de inspanning te repareren en tevens proberen te voorkomen dat er nog meer schade optreedt. De zwelling die hierdoor kunnen optreden geven in feite de boodschap: “doe me dit niet aan!” Er kan ook nog kramp optreden. Kramp kun je krijgen door een combinatie van vermoeidheid en uitdroging in de spier. Je kunt door een goede voorbereiding en onderweg regelmatig drinken, kramp meestal voorkomen.

Iedere pas die je maakt is het equivalent van 2 tot 3x van je lichaamsgewicht. Dit heeft tot gevolg dat na de finish je twee centimeter kleiner bent geworden. Bij een gemiddelde pas staat een voet circa 200 milliseconden op de grond en zweeft circa 500 milliseconden in de lucht. Zodra de vermoeidheid begint op te komen, word je pas minder efficiënt en sta je langer op de grond. Doordat je langer op de grond staat, heeft het lichaam meer tijd om de ‘krachten’ te absorberen. Het gevolg hiervan is dat je voeten, knieën en heupen pijn kunnen gaan doen.

Na de finish kan er sprake zijn van duizeligheid. Dit ontstaat doordat  de ‘spierpomp’ die tijdens de marathon inspanning actief is, na afloop weer zich opnieuw moet instellen. Dit heeft tot gevolg dat je wat draaierig kunt gaan voelen. Dit verschijnsel duurt maar even. Als je thuis bent gekomen ga dan met je benen omhoog liggen en geniet na van je prestatie! De daarop volgende dagen rust nemen en geleidelijk aan weer beginnen met wandelen en rustig loslopen! (bron)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten