Dit heeft de training voor invloed op je conditie |
Het is, normaal gesproken, de vrees van elke hardloper: een blessure of ziekte, waardoor je een tijdje ‘uit de running’ bent. Nu het coronavirus nog steeds aanwezig is, dringt de irritantste van alle trainingsprincipes zich op: het principe van de reversibiliteit. Hoe snel gaat de conditie, waar je zo lang en zo hard voor getraind hebt, achteruit?
Het principe van de
reversibiliteit impliceert dat het effect van je trainingen verloren gaat als
de trainingsprikkels (vrijwel) geheel uitblijven. Je spierballen slinken als je
stopt met krachttraining en je uithoudingsvermogen zakt weg als je benenwagen
voor langere tijd in de parkeergarage staat. Use it or lose it!
Het gevolg van uithoudende
trainingsprikkels
De naam voor dit verschijnsel
is detraining (spreek uit: die-trening), het geheel of gedeeltelijk verloren
gaan van de fysieke aanpassing als gevolg van onvoldoende of uitblijvende
trainingsprikkels. In geval van een blessure of operatie vervalt de
mogelijkheid om te trainen. Dat is zuur, maar nodigt tegelijkertijd uit tot
creativiteit om er het beste van te maken. Met een combinatie van
touwtjespringen, core-oefeningen en krachtoefeningen met bijvoorbeeld een
kettlebell kun je, zoals je hieronder kunt lezen, de schade aanzienlijk
beperken.
De resultaten van je
trainingsarbeid zullen niet snel verloren gaan
Eerst dit: duurt de trainingspauze
korter dan een week, dan zul je je waarschijnlijk zeker niet slechter voelen.
Je bent goed getraind, en nu ook uitgerust, en dat is het ideale recept om in
vorm te komen (een verschijnsel dat bekend staat als taperen). Lig je langer
dan een week aan de ketting, dan worden de effecten van detraining voelbaar en
glipt de goede vorm je langzaam maar zeker door de vingers. De moeizaam
verkregen resultaten van je trainingsarbeid zullen niet allemaal even snel
verloren gaan. Als je helemaal zou stoppen met trainen, dan heeft dat tot in
lengte van jaren niet of nauwelijks invloed op de aanpassingen van botten en
gewrichten. Andere aanpassingen, zoals die aan bijvoorbeeld je hart, zijn pas
na enkele jaren verdwenen. De verbeterde doorbloeding (capillarisatie) van je
spieren verdwijnt na enkele maanden. Kracht en uithoudingsvermogen gaan sneller
achteruit, dat is een kwestie van een paar weken.
De gevolgen van de training op je prestaties
De snelheid waarmee zaken
verloren gaan, is minder groot als je, al is het maar beperkt, actief blijft.
Vanaf nu richt ik me op de gevolgen van detraining op je hardloopprestatie. Als
je trainingsarbeid een tijdje helemaal stilvalt, dan gaat je prestatieniveau
toch wel vrij snel achteruit. Je kunt verwachten dat je VO2-max (een maat voor
je conditie), na drie maanden rust, met ongeveer 15 procent zal afnemen. Vrij
vertaald: je loopt de 10 km 6 à 8 minuten langzamer.
In de eerste 3 tot 4 weken is
de afname van je VO2-max daling vooral het gevolg van en afname van de
slagkracht van het hart - wat deels wordt gecompenseerd door een stijging van
je rustpols – en een afname van het bloedvolume. Ondanks dat deze effecten na 3
tot 4 weken stabiliseren blijft de VO2-max dalen. Vermoed wordt dat dit komt
door een afname van het aantal mitochondriën in je spiercellen en door een
verminderde doorbloeding van de spier. Enkele andere effecten die je kunt
verwachten als je training stilvalt?
*Je vetverbrandingssysteem
verzwakt, onder andere doordat de mitochondriën (de energiefabriekjes in de
spieren) zwakker worden en in aantal afnemen.
*Daardoor ben je meer
aangewezen op de koolhydraatverbranding, wat bij hogere snelheden zorgt voor
hogere lactaatwaarden dan voor de trainingspauze.
*Je loopefficiëntie blijft in
de eerste weken min of meer gelijk. De zuurstofopname bij een gegeven
loopsnelheid blijft dus nog enige tijd gehandhaafd. Maar de volhoudtijd van die
loopsnelheid neemt wel significant af.
*Je herstelvermogen na een
inspanning neemt af.
*De kans is groot dat je
gewicht toeneemt. Je moet je eetgewoonten aanpassen en minder calorieën
innemen.
Dit is niet bepaald een
lijstje waar prestatiegerichte hardlopers vrolijk van worden. Gelukkig zijn er
veel manieren waarmee je de schade beperkt kunt houden. Allereerst is dat
actief blijven. Er zijn natuurlijk situaties waarin van hardlopen geen sprake
kan zijn: als je koorts hebt, een operatie hebt ondergaan, je enkel hebt
gebroken of een hamstring hebt gescheurd, in de laatste periode van een
zwangerschap zit of de eerste weken na de bevalling.
Sporten op alternatieve
manieren loont
Het loont absoluut de moeite
om op een alternatieve manier te sporten. Daarmee kun je de grote terugval in
je conditie, als hierboven beschreven, voorkomen. Omdat de achteruitgang van je
VO2-max in de eerste 3 tot 4 weken niet zozeer door veranderingen aan de
spieren worden veroorzaakt, als wel door veranderingen aan hart, bloedsomloop en
stofwisseling kun je die met alternatieve trainingsvormen heel goed op peil
houden. Onderzoek laat zien dat je zelfs met trainingen op een armfiets (arm
cranking), niet bepaald een beweging die lijkt op hardlopen, kunt voorkomen dat
je prestatievermogen sterk daalt. Alle inspanning waarmee je spieren aan het
werk zet en de hartslag verhoogt zijn geschikt. Daarbij is het echt niet nodig
om tot het gaatje te gaan.
De draad weer oppakken
Hoe pak je de draad weer op?
Is de periode dat je uit de running bent geweest korter dan twee weken, stap
dan in je schema waar je gebleven was, met dien verstande dat je de eerste week
50 procent van dat programma doet, de tweede week 75 procent en vervolgens
geheel volgens het oorspronkelijke plan doortraint. Omdat je schema op deze
manier enkele weken opschuift, kan het zijn dat je de planning moet aanpassen,
bijvoorbeeld als je aan het trainen was voor een bepaalde wedstrijd. Lag je echter
langer dan twee weken voor anker, dan zul je met je opbouw een of enkele
trainingsblokken terug moeten gaan. Ook dan is het slim om dat in enkele weken
rustig op te bouwen. Waarschijnlijk zul je je wedstrijdplanning drastisch
moeten wijzigen. (bron)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten