De schaapskudde op het Balloërveld |
4e etappe: Zuidlaren-Rolde - zaterdag 14 mei 2022 - 17.3 kilometer
Na een goede nachtrust en een heerlijk
ontbijt beginnen we even na tienen aan onze vierde etappe. Ons startpunt
Zuidlaren is een brinkdorp pur sang. Liefst zeven brinken tref je hier, open
grasvelden met hoge eiken waar ze vroeger het vee verzamelden. De route start
bij de grootste brink van Zuidlaren, die dan ook de ‘Grote Brink’ heet. Hier
vindt elk jaar de grootste paardenmarkt van Europa plaats, met 150.000
bezoekers. Als we het dorp uit zijn, komen we over Dennenoord, het terrein van
de voormalige Vereeniging tot Christelijke Verzorging van Krankzinnigen en
Zenuwlijders in Nederland. Naast de karakteristieke paviljoens en een
schitterende treurbeuk uit 1895, hangt er een serene rust. Eén van de (vele)
leuke kanten van wandelen is dat de omgeving binnen een paar kilometer een
complete metamorfose kan ondergaan. Na provinciale weg N34, de ‘Hunebed Highway’,
wordt de route op slag dan ook veel mooier. Het hart van de etappe wordt gevormd
door het Nationaal Landschap de Drentsche Aa. Samen met het Limburgse
Heuvelland is dit gebied bestempeld tot ‘Mooiste landschap van Nederland’.
Het Pieterpad kruist het
Schipborgse Diep via een lang smal bruggetje. Rondom het Schipborgse Diep is
het oude esdorpenlandschap bewaard gebleven met Saksische boerderijen op
brinken, akkers op bolle essen en lager gelegen beekdalen. Het beekje kronkelt
schilderachtig door z’n brede beekdal, een landschap dat er nog altijd zo
uitziet als een eeuw geleden. Af en toe zie je het smalle beekje glinsteren
tussen de bloemrijke velden. Vaker is er alleen een vaag vermoeden dat het daar
ergens in de verte stroomt, tussen het geel van de bloemen. De zandpaden langs
het beekdal trakteren je voortdurend op doorkijkjes tussen oude eiken en berken
op het lieflijke beekdal. Een uniek landschap waar het echt genieten is. Over smalle
paadjes vervolgt de route door een dicht bos dat iets jungle-achtigs heeft.
Het beekdal van de Drentsche
Aa is niet alleen mooi om te zien, het is ook een belangrijk reservaat met het
best bewaarde esdorpenlandschap van West-Europa. Ook vind je hier de grootste
concentratie prehistorische monumenten van Nederland: eeuwenoude grafheuvels,
hunebedden en galgenbergen. Via een klaphekje betreden we de Gasterse Duinen. We
zien hier golvende heidevelden, forse stuifduinen, schilderachtige vennetjes en
eenzame dennen op heuveltoppen. In de middeleeuwen was het hier reuze druk,
want de Gasterse Duinen lagen precies op de route van het handelsverkeer tussen
Groningen en Coevorden, omdat je hier met paard en kar de rivier kon
oversteken. Het razende verkeer zorgde ervoor dat het zand lekker kon stuiven.
De eeuwenoude karrensporen zijn nog steeds herkenbaar als diepe geulen door het
veld.
Na het pittoreske dorpje Gasteren, met horeca (pauzeplek) en rietgedekte boerderijen, wordt het nóg mooier op de grote stille heide van het Balloërveld. Was het hiervoor nog vrij druk met wandelaars en fietsers op deze zaterdag, hier komen we maar een enkele wandelaar tegen. De mulle zandpaden maken deze laatste kilometers tot een echte kuitenbijter. We hebben het geluk dat we zelfs de schaapherder met zijn kudde Drentse heideschapen tegenkomen. Langzaam komt de 15de eeuwse gotische kerk van Rolde in zicht aan de horizon, het lijkt wel een oud-Hollandse schilderij opstekend uit weilanden waar koeien rustig grazen. Voldaan wandelen we Rolde binnen, met op de achtergrond het geklepper van ooievaars in hun nest. De eerste 80 kilometer zitten er op, in het najaar hebben we het volgende weekend gepland.
Klik op de link voor de foto's
Geen opmerkingen:
Een reactie posten