Hans Monasso op kop van een klein groepje |
Klik op de link voor de foto's van Eric Beatse, de Kiekjesdief
Ruben Garretsen |
Ruben Garretsen zet zegereeks
voort in Beek
Door Benno Stevering
BEEK – Ruben Garretsen van het Argo topteam uit Keijenborg won zondag net als vorige week overtuigend in Beek tijdens de 2e bosloop de vijf kilometer in 17.30 minuten. Ondanks een drukke artsenstudie weet hij nog voldoende tijd te vinden om te trainen. ’’Ik was goed gekleed vanwege de kou, echter zonder lange tight met blote benen, dat beviel goed. Volgende week loop ik de 10 mijl van Apeldoorn.’’ Frank Reintjes uit Oud Zevenaar eindigde bij de 50-plussers achter Marcel Jolink uit Gaanderen en sprak over pure nostalgie. Hij stond in Beek immers al meermaals op het podium. Bij de vrouwen was Michelle Evers uit Wehl de rapste atleet in 22.46 minuten. Lobke Hendriksen uit Ruurlo hield met 23.06 minuten het verschil beperkt.
Op de tien kilometer finishten slechts vijf atleten onder de veertig minuten. Zonder tegenstand won de 16-jarige Argonaut Luca Greven uit Doetinchem, in een respectabele 37.24 minuten. Met een geringe looptraining liep hij vorige week 18.15 over vijf kilometer. In verhouding liep hij de tien kilometer derhalve in een snellere tijd. ‘’Mijn voorkeur blijft echter uitgaan naar de technische atletieknummers. Die vind ik echt leuker. Volgende week start ik weer op de vijf kilometer.’’ Tijn Piest uit Varsseveld bezette de tweede plek in 38.05 minuten. Snelste atleet uit Beek werd met een derde plek Roel Tinneveld in 38.30 minuten. Michel Elshof uit Kilder passeerde als vierde de meet. Zijn focus staat op de Rotterdam marathon en het voltooien van een goed triatlonseizoen. Een dertiende klassering was er voor de 54-jarige Tjeerd Dijkstra uit Duiven met 43.21 minuten. ’’Ik loop al wel dertig jaar, maar hier voor het eerst. Omdat ik het parcours niet kende wilde ik ook niet voluit gaan. Lof voor het mooie, afwisselende parcours vol heuvels, zand en open stukken. Deze tien kilometer past mooi in de training en aanloop naar de marathon. Ik zamel tevens geld in voor de kankerbestrijding door het lopen van mijn kilometers.’’
Uit de Liemers was het ook de 72-jarige atleet Willy Elshof uit Didam, lid van Antilope die opvallend presteerde. Met een tijd van 50.18 minuten was hij tevreden. ’’Net als voor veel andere atleten van de oude garde is het voor ons meer het ophalen van mooie herinneringen in Beek. We liepen al 45 jaar geleden ons rondje om uitspanning ’t Peeske. De prijzenkast op zolder is groot. Mijn besttijd was 35.50 minuten ooit op de tien kilometer. Toen liepen we vier keer een rondje van 2.5 km, voor het publiek een stuk leuker. Samen hielden we ons staande op een parcours vol sneeuw en ijzel. Knokken tegen Frans Goudart, Wim Kronenburg, Jan Wolbrink, Roel Jolink, Jan de Ruijter, Jos Hagen en Mat Hoksbergen. Ik liep 13 marathons. Mijn besttijd was 2.48u. Nog steeds loop ik graag in het bos. Bewegen blijft belangrijk met name wanneer je ouder wordt. Tegenwoordig loop ik minder wedstrijden en moet je er meer voor doen. In de heuvels verlies je kracht. De jeugd loopt nu van je weg. Ook de trainingsarbeid wordt zwaarder. Heel en gezond blijven is het devies. Je moet luisteren naar je lichaam, je energie goed verdelen, blessurevrij blijven, rust nemen en herstellen waar nodig. Toch mis je af en toe die prikkel om een wedstrijd te lopen. Plezier blijft bij ons voorop staan. Lof voor de complete organisatie SOB die ons deze mogelijkheid biedt. Belangrijk blijft voor de lopers dat het parcours zoveel mogelijk intact wordt gelaten.’’
Met 41.32 deed de Doetinchemse wethouder Jorik Huizinga van zich spreken. De Doetinchemse Cross fit atlete Anna Masselink liep van start op kop af, had op de eindstreep slechts vijf tellen voorsprong op Francis Elshof uit Kilder. De algeheel fitte Masselink noteerde 47.45 minuten: ’’Mijn doel is gericht op het lopen van de marathon van Amsterdam in oktober. Acht keer per week doe ik aan cross fit en twee keer hardlopen erbij. Deze fitheidscombinatie bevalt goed. Het parcours kent veel vals plat. Omhoog en omlaag, dan kan ik goed bijkomen. Even afwachten of ik komende zondag van de partij zal zijn. Ik vond het in ieder geval wel erg leuk.’’
Op de 1000 meter was het Pleun Wolters uit Etten die 4.55 minuten neerzette en won bij de meisjes, gevolgd door Sofy Welman uit Wehl in 5.14. Lars Kraan uit Ulft zette de snelste tijd neer bij de jongens in 4.27 minuten. Quin Wanders uit Ulft werd tweede in 4.31 minuten. Cas Jansen uit Zevenaar was rap op de twee kilometer met 8.51 minuten. Bij de meisjes was het Isis Neijland uit Terborg die verassend tweede werd met 8.53 minuten. Ook De Duitse Jarla Schlutter uit Rhede liep sterk en realiseerde 8.56 minuten.
De tweede editie in Beek trok 179 deelnemers. Met een veertig tal vrijwilligers wist Stichting Omloop Beek (SOB) weer een mooi evenement neer te zetten. Roosendaal Schilderwerken, uitspanning t Peeske, Run2Day, Natuurmonumenten waren de hoofdsponsoren van de winterbosloop. Komende zondag zal de afsluitende editie plaatsvinden. Bij de vijf en tien kilometer werden door voorzitter Jan Leuverink van het SOB de dagprijzen uitgereikt.
Net voor de start van de 10 kilometer Klik op de link voor de foto's van Rob Jansen 1 en 2 kilometer 5 kilometer 10 kilometer
|
Die baantraining van gisteren, die voel je nog wel even |
Het is de ochtend na een goede
training. Nog voldaan van de grenzen die je de dag ervoor verlegd hebt, zwaai
je je benen over de rand van het bed. Tijd om op te… staan. Alleen dat gaan
staan voelt net iets minder soepel dan normaal, en ook de eerste stappen door
je slaapkamer zijn licht oncomfortabel. Meestal is de trap al helemaal een
goede graadmeter. Na de eerste paar treden weet je het zeker: die training van
gister, die voel je nog wel even. En dat terwijl er alweer een nieuwe training
op de planning staat vandaag. Kan dat dan wel?
Wat gebeurt er met je spieren
als je traint?
Het meest makkelijke antwoord
zou zijn: ‘dan worden je spieren sterker’. Dat klopt inderdaad, maar hoe werkt
dat precies? Training –met name een hogere belasting dan je gewend bent – zorgt
voor lichte beschadigingen van je spieren: de zogenaamde trainingsprikkel. Dat
is op zich niets ernstigs, want normaal gesproken herstelt je lichaam dit zelf
door middel van een ontstekingsproces. Dat geeft de pijn die je tot 48 uur na
je training voelt: de zogenaamde Delayed Onset Muscle Soreness (DOMS) oftewel
verlate spierpijn.
Wellicht klinkt het een beetje
gek, maar dat ontstekingsproces zorgt voor supercompensatie. Het zorgt ervoor
dat je lichaam nieuw en sterker spierweefsel aan maakt. Steeds een klein beetje
over je grenzen gaan, maakt dat je lichaam die prikkel blijft krijgen en blijft
supercompenseren. Met mate is spierpijn dus eigenlijk juist goed, want dat
betekent dat je spieren sterker worden.
Maar is trainen met spierpijn
dan ook goed voor je?
In principe is het niet slecht
om te gaan trainen als je nog spierpijn hebt van je vorige training. Het heeft
zelfs voordelen om dit wel te doen. Door de beweging komt de doorbloeding in je
spieren op gang, waardoor afvalstoffen beter afgevoerd worden. Maar pas je
training hier wel op aan. Verwacht bijvoorbeeld niet dat je de dag na een fikse
training en de bijbehorende spierpijn een anaerobische intervaltraining of tempoloop
kunt doen. Je belast de al aangedane spieren dan alleen maar meer, waardoor je
het herstelproces saboteert en het risico op blessures toeneemt, of zelfs
overtraining op de loer ligt.
Kies in plaats daarvan voor
een rustige duurloop, waarbij je de focus op het herstel legt. Laat snelheid
even achterwege, en wissel ook gerust tussen hardlopen en wandelen. Of ga een
dagje cross-trainen: fietsen of zwemmen bijvoorbeeld. Zo train je andere
spiergroepen, is de impact op je aangedane spieren niet zo groot en zorg je
toch voor een goede doorbloeding. Let er wel op dat je hierbij niet over je
grenzen gaat. Het is ook weer niet de bedoeling om de ene spierpijn te
vervangen voor de andere.
Er is echter één situatie
waarin het absoluut uit den boze is om met spierpijn te gaan trainen en dat is
wanneer de pijn veroorzaakt wordt door een virusinfectie, griep bijvoorbeeld.
Je loopt dan namelijk het risico op ontsteking van je hartspier, met als gevolg
dat je vanaf dat moment hartpatiënt bent. Dan is een dagje wachten met trainen
echt wel te moeite waard.
Luister naar je lichaam
Je lichaam kan namelijk heel
goed aangeven of je ‘gewoon’ spierpijn hebt, of dat er meer aan de hand is. Als
je bijvoorbeeld niet op een normale manier kunt lopen en je beweging moet
aanpassen om geen pijn te hebben, is dat een duidelijk signaal dat trainen een
slecht idee is. Voorzichtig rekken kan de pijn verlichten, maar pas op dat je
niet overstretcht. Hierbij is eigenlijk de gouden regel om onder de pijngrens
te blijven. Het is logisch dat je de spier die je rekt wel voelt, maar dit mag
een trekkend gevoel zijn waarbij je voelt dat er langzaam ontspanning in je
spier komt. Zodra het echt pijn doet, ga je te ver en loop je het risico dat je
je spier inscheurt. (bron)
Heel rustig peddelen is geen vervanging voor de prikkel van 1 tot 1,5 uur hardlopen |
Ben je ook aan het trainen
voor een hardloopevenement als je iedere dag een flinke fietstocht naar je werk
maakt? Een artikel over het inruilen van hardlooptrainingen voor andere
duursportactiviteiten en de vraag wanneer je teveel doet.
Wat is training? Stel je
fietst iedere dag een half uur heen en een half uur terug naar je werk. Telt
dat dan als training? Wanneer noem je een bepaalde activiteit training?
ProRun-bezoeker J, die voor
een marathon traint met een ProRun-schema, mailde ons met de de vraag in
hoeverre zijn nogal stevige woon- werkverkeer van invloed is op de trainingen.
Hij vroeg zich af of hij de twee uur die per dag fietst moet aftrekken van de
looptrainingen in het marathonschema, of hij anders niet te veel doet.
Doe ik teveel?
Heel kort: nee, je doet dan in
beginsel niet teveel. Je bent al zo gewend aan dat fietsen, dat je dit prima
kunt blijven doen naast je trainingsschema. Zie het maar als een extraatje. En
het mooie van fietsen is dat je je lichaam op een heel andere, minder heftige
manier belast dan bij hardlopen. Je hebt immers niet de specifieke
schokbelasting die je bij lopen wel hebt en vermoedelijk zal ook je hartslag
beduidend lager zijn dan bij het hardlopen. Het maakt natuurlijk ook uit of je
vijf keer in de week zo hard mogelijk die afstand aflegt, dan hebben we het wel
echt over een duurtraining van belang.
Maar stel dat je naast het
fietsen drie keer in week hardliep en je begint nu aan een schema met vier keer
lopen, dan zou ik wel rekening gaan houden met het fietsen. Je gaat dan een
extra keer lopen én je bent bezig met een schema dat je geleidelijk steeds meer
kilometers laat maken. Dat zijn dan twee plussen op de normale belasting en een
plus is wel genoeg. Zie dan je fietsen als onderdeel van je marathonplan en
skip een van je looptrainingen.
Hoe voel je je?
De belangrijkste graadmeter in
de beantwoording op de vraag of het fietsen naast het, marathonschema niet te
veel is, is hoe je lichaam reageert in de trainingen. Merk je na drie weken dat
je de voorgeschreven tempo’s niet haalt en kom je er op de fiets na twee
kilometer achter dat je loodzware benen hebt, dan kan het goed zijn dat je
teveel aan het doen bent. In dat geval zou ik van de vier looptrainingen in het
schema de middellange duurloop schrappen (ervan uitgaande dat je de dagelijkse
fietstocht erin wilt houden). Die middellange duurloop (tussen 12 en 16 km) op
een rustig tempo is bedoeld om je vetverbranding te trainen en te werken aan je
duurvermogen. Dat zou je ook op de fiets kunnen doen. Zorg dan wel dat je een
beetje doortrapt. Heel rustig peddelen is geen vervanging voor de prikkel van 1
tot 1,5 uur hardlopen.
Hardlopen is een specifieke
belasting
Hardlopen is zoals gezegd een
vrij specifieke belasting en zeker als je lange afstanden wilt gaan lopen zoals
een halve of een hele marathon wil je je lijf voorbereiden op en wapenen tegen
die specifieke belasting. De meest efficiënte manier om dat te doen is
hardlopen. Het zal tot weinig succes leiden als je een marathonvoorbereiding op
de fiets of in het zwembad gaat doen. Maar activiteiten als zwemmen of fietsen
kunnen wel degelijk bijdragen aan een marathonvoorbereiding. Je kunt ze doen
als hersteltraining, als duurtraining en zelfs als intervaltraining.
Cardiovasculair gezien kun je
alle inspanningen die je doet tijdens hardlooptrainingen ook doen op de fiets
of zelfs in het water, maar het bewegingspatroon en de manier waarop je je
spieren mobiliseert zijn natuurlijk heel anders. En dat laatste zul je wel
degelijk moeten trainen. Daarom zou ik zeggen dat je tempotrainingen en ook
regelmatige lange duurlopen (om te wennen aan de langdurige belasting van lange
afstanden) toch echt te voet zult moeten doen. (bron)
De presentatie van Tom van Beusekom.... |
Afgelopen
zondag was een groot gedeelte van de AVA-janen die op 16 april aan de start
staan bij de marathon van Rotterdam aanwezig bij de eerste lange duurloop.
Bovendien stond er na de training een lezing op het programma over voeding en
de balans tussen trainen en werk.
Om
even na half 9 op deze frisse ochtend ging de groep op pad voor een duurloop
van dik 18 kilometer. Rinke ter Haar had een mooie ronde uitgezet richting
Barlo met onderweg wat tempoverhogende kilometers. Het gezelschap liep al
keuvelend in de richting van het centrum van het fraaie buurschap, waar het
echte werk kon beginnen. De snelheid werd voor even iets opgevoerd en dat was
bij temperaturen rond het vriespunt helemaal geen straf. Langzaam maar zeker
daalde het gezelschap weer af richting de thuishaven, waar een fijne warme
douche de spieren soepel en het lijf weer lekker fris maakte. Uiteraard in de
wettelijk voorgeschreven 4 minuten. In het clubhuis lagen op de tafels alvast
wat gezondheidssnacks zoals winegums, chocomelk en haverkoeken met noten. De
verloren calorieën moesten immers snel en op verantwoorde wijze worden
aangevuld.
De
spreker van de dag, Tom van Beusekom, heeft enige marathonervaring en wilde
zijn kennis graag delen. In het eerste gedeelte van zijn verhaal, gaf hij aan
wat belangrijke aandachtspunten kunnen zijn met betrekking tot het eten en
drinken voor, tijdens en na de marathon. Bij alles wat je gebruikt is het van
belang dat je het lichaam laat wennen en ervaren. Kijk hoe het reageert op het
gebruik van gelletjes en sportdrank en gebruik hiervoor de trainingen. Experimenteren
is prima, maar doe dit vooral in de aanloop van de wedstrijd en niet in de
laatste week. Dit geldt overigens ook voor het dragen van nieuwe schoenen en
kleding. Blijf met alles dicht vooral ook dicht bij jezelf en wees je bewust
van het feit, dat waar de één zweert bij het gebruik van een bepaald merk
gelletjes, dit bij de ander de maag volledig op kop kan zetten.
De
voorbereiding op een marathon vraagt veel van jezelf. Ga daarbij vooral op zoek
naar de juiste balans tussen trainen en werken. Het is belangrijk om fit aan de
start te staan, anders kom je de man met de hamer al (te) vroeg tegen en wordt
het uitlopen geen prettige ervaring. Een schema moet daarbij gezien worden als
een leidraad, maar zorg daarbij vooral dat je niet te hard en te veel traint.
Werk langzaam toe naar de langere duurloop die maximaal 2,5 -3 uur bedragen.
Sommigen theorieën beweren dat je minimaal enkele duurlopen van 30+ kilometer
moet maken, maar van Beusekom is daar niet zo`n voorstander van. In zijn ogen
brengt dit meer schade teweeg, dan winst. Naast de geplande hardlooptrainingen
is het ook goed om af en toe de afwisseling te zoeken met andere sporten, zoals
fietsen, wandelen of zwemmen. Er moet natuurlijk ook gerust worden en voldoende
slaap is belangrijk om het lichaam te laten herstellen van de inspanningen. Ook
een powernap kan je weer nieuwe energie geven om lekker te gaan hardlopen. In
de intensieve trainingsfase moeten blessures worden voorkomen en daarom moet je
goed luisteren naar je lichaam. Trek bij klachten aan de bel, bezoek een
fysiotherapeut en laat je af en toe masseren.
De marathon vraagt veel lichamelijke en mentale inspanning. Je moet er veel voor doen, maar misschien nog wel meer voor laten, maar een finish op de bomvolle Coolsingel is alle inspanning meer dan waard!
Tom
van Beusekom is gestart in 6 marathons, waarvan 4 keer in Amsterdam en
daarnaast in Rotterdam en Keulen. Hij moest 1 keer uitstappen, doordat hij had
gewisseld van voeding. In Keulen moest hij voortijdig de wedstrijd beëindigen
omdat hij te weinig had gegeten. De man met de hamer kwam hij regelmatig tegen
en Tom heeft dan ook ervaren dat geen marathon hetzelfde is. “Je kunt nog zo`n
goede voorbereiding hebben gedraaid, maar je hebt niet alles in de hand. Op de
wedstrijddag kan het lichaam ineens anders reageren dan verwacht of zijn de
weersomstandigheden gewijzigd. Een temperatuurverhoging van enkele graden kan
al van grote invloed zijn. Stress bij het missen van een drankpost of
onzekerheid over het juiste tempo zijn ook zomaar zaken die een rol kunnen gaan
spelen en moeilijk te trainen zijn.”
Tom
zijn snelste marathon liep hij in 2 uur en 45 minuten en hij geeft aan altijd
te hebben genoten van de voorbereiding op de marathon! (FR)....waar aandachtig naar geluisterd werd
'Elke marathon is anders' |
‘Vandaag gaan we een beetje
dood.’ Dat zei Emil Zatopek aan de start van de olympische marathon in
Helsinki, 1952. Na 2 uur en 23 minuten kwam de legendarische hardloper uit het
toenmalige Tsjechoslowakije als winnaar over de streep. Springlevend. Ja, het was
zwaar. Maar zijn voorbereiding was goed en hij herstelde snel van zijn
inspanningen.
Ga jij komend voorjaar een
marathon lopen? Voorkom dan dat je ‘een beetje doodgaat’ en bereid je er
serieus op voor. Ruim 42 km hardlopen is niet alleen zwaar voor de snelle
toplopers. Het is een enorme inspanning, fysiek en mentaal, ongeacht de
snelheid waarmee je deze afstand aflegt. In het eerste deel van de marathon is
er nog geen vuiltje aan de lucht. De marathon begint pas echt na 30-32 km.
Robert de Castella, de Australiër die in 1983 de wereldtitel op de marathon in
de wacht sleepte, verwoordde het als volgt: ‘Als je je al na 16 km slecht
voelt, dan heb je een probleem. Het is wel normaal dat je je na 32 km slecht
voelt. Maar het is niet normaal als je je na 42 km nog goed voelt.’
Nee, dit is geen pleidooi om
je marathonproject af te blazen. Integendeel! Een deel van de charme van de
marathon zit hem immers in het feit dat een marathon absoluut geen
appeltje-eitje is en te ervaren dat je het aankunt. Maar hoe voorkom je dat het
té zwaar wordt? Het antwoord ligt verscholen in de voorbereiding. Van de vele
factoren die daarbij een rol spelen, licht ik er enkele uit.
Neem de training serieus
Het is moeilijk aan te geven
wat de minimumeisen zijn voor de training voor een marathon. Je kunt de
wedstrijddag met vertrouwen tegemoet zien, als je ten minste een halfjaar lang
drie keer per week hebt hardgelopen en in die periode een halve marathon tot
een goed einde hebt weten te brengen. Hoe meer trainingskilometers je in de
benen hebt, des te beter zul je de aanslag op je lichaam van die 42 km kunnen
verwerken.
Er moet dus stevig, en vooral
veel, getraind worden. Kies wel voor een geleidelijke opbouw met trainingen die
je lichaam goed verwerkt. Loop verreweg de meeste kilometers, en ook de lange
duurloop, in een rustig en ontspannen tempo. Snelheid heeft geen prioriteit.
Het is niet nodig om in die
periode als een monnik door het leven te gaan. Maar de verbouwing van de
keuken, of het ophogen van de tuin kun je maar beter wel een paar maanden
uitstellen.
Verzorg je optimaal
De marathon is een
energieprobleem. Tijdens de marathon moet je voldoende vocht en energie
innemen. Dat moet je in de training oefenen. Een tekort aan vocht heeft invloed
op je prestatie, op je gezondheid en de snelheid waarmee de ingenomen suikers
de spieren bereiken. Wat betreft de vochtbehoefte zijn er grote individuele
verschillen. Breng je eigen behoefte in kaart door je voor en na de lange
duurlopen te wegen en zo te bepalen hoeveel vocht je per uur verliest als je
hardloopt. Het vraagt vervolgens wat rekenwerk om te bepalen hoeveel jij
tijdens je marathon moet drinken om het vochttekort aan de finish beperkt te
houden tot maximaal 1,5 liter. Je hoeft het dus niet helemaal aan te vullen.
Bij een tekort aan energie
zakt het tempo onvermijdelijk. Om dat te voorkomen moet je proberen om, meteen
vanaf de start, 60-70 g koolhydraten per uur (!) naar binnen te werken,
verdeeld over drie porties. In de langere trainingen kun je daarmee oefenen,
zodat je je spijsverteringssysteem leert dat op te nemen en je ervaart wat je
maag wel en niet goed verdraagt.
Verdeel je krachten
Neem de woorden van De
Castella serieus en zorg dat je je niet na 16 km al slecht voelt. Maak vooraf
een realistische schatting van je streeftijd en probeer het tempo 42 km lang
nagenoeg gelijk te houden. Start behoudend, want wat je in het begin te snel
gaat, lever je aan het eind driedubbel in. Om je streeftijd te bepalen, kun je
een week of vier voor de marathondag een halve marathon lopen. Kies de
streefsnelheid van de marathon 1 km/uur langzamer dan de snelheid waarmee je de
halve liep.
Houd bij de verdeling van je
krachten rekening met de omstandigheden en het parcours. Bekijk vooraf waar je
wind mee kunt verwachten, of wind tegen, en waar zich bruggen, viaducten en
heuvels bevinden. Pas je snelheid aan op deze ‘hindernissen’.
Om al je krachten in te kunnen
zetten is het belangrijk om te taperen: in de laatste weken van de
voorbereiding verschuift het accent van trainen naar uitrusten en herstellen.
Neem dus op tijd gas terug en zorg in de dagen voor de marathon ook buiten de
trainingen om voor rust en ontspanning.
Ik sprak eens een loper die
zich voorbereidde op zijn 63e marathon. Ik vroeg hem: ‘nou, dan weet je
zachtjesaan wel wat je kunt verwachten?’ ‘Nee’, zei hij, ‘dat weet je nooit.
Elke marathon is anders.’ Wordt jouw marathon een makkie of een martelgang? Dat
bepaal je voor een groot deel zelf. Door er serieus voor te trainen, door een
perfecte verzorging onderweg en met een optimale verdeling van je krachten. Als
je het zo aanvliegt, dan ga je misschien een beetje dood, maar kom je snel weer
helemaal tot leven. (bron)
Jordy Kloet uit Doetinchem
pakt winst in eerste Beekse bosloopTriatleet Michel Elshof uit Kilder pakte de derde plek op de 10 kilometer in 39.40 minuten
Door Benno Stevering
BEEK – Argonauten doen zondagochtend van zich spreken op beide lange afstanden in de Beekse bosloopcompetitie. Jordy Kloet uit Doetinchem nam direct na de start op de tien kilometer initiatief en stond de koppositie niet meer af. Kloet acteerde als beste over de twee grote ronden, koos de juiste ontsnapping, won onverschrokken, overtuigend en vol zelfvertrouwen zonder tegenstand in 36.29 minuten. ‘’Een mooie trainingsloop om mijn vorm te testen. Ook volgende week start ik hier, dan even een week onthaasten met wat wintersport. Af en toe is het goed om ook eens iets totaal anders te doen.’’ Op achterstand finishte Maarten Hoksbergen uit Didam uitstekend als tweede in 38.25 minuten. In Pannerden tijdens de Dijkencrosscompetitie liep Hoksbergen al zeer verdienstelijk. Triatleet Michel Elshof uit Kilder pakte de derde plek in 39.40 minuten. Hiermee werd hij tevens eerste bij de vijftigers. In de categorie veertig plus was het Jeroen Harmsen uit Doetinchem die 40.03 neerzette en won. Fred Keurntjes uit Zevenaar deed ondanks zijn rugklachten goede zaken in de klasse zestig plus met winst in 43.08 minuten. Mirte Simmelink uit Lent klom vanuit een derde plek bij de vrouwen naar winst in 44.18 minuten. De snelle Lia Weinberger uit Arnhem moest helaas vanwege een blessure bakzeil halen. De Didamse atlete Linda Tiemes werd derde bij de veertig plussers in 52.29 minuten. Triatlonkampioene Marian van Hilst uit Steenderen die haar klassement in Pannerden op naam schreef aanschouwde vanwege een lichte griep de taferelen van haar partner Wim van Hilst aan de zijkant van het parcours. Van Hilst werd overigens derde vijftiger in 42.39 minuten. Francis Elshof werd tweede bij de vijftigers in 48.36 minuten. Beste zestiger werd Susan Meijer uit Doetinchem in 1.00.47 uur.
Olivia Koster uit Stokkum overwon bij de vrouwen op de vijf kilometer in 22.04 minuten. Clarinda Smit uit Duiven was de rapste bij de vijftigplussers met 26.50 minuten. Lucie Erinkveld uit Doetinchem, lid van het Jeroen Reintjes sportsteam was de snelste zestig plusser en noteerde 25.19 minuten. Bij de mannen heerste Ruben Garretsen uit Keijenborg en was met afstand de beste op de vijf kilometer in 17.49 minuten. De Argonaut eindigde voor Luca Greven die 18.16 realiseerde. Garretsen boekte weer progressie na een lichte blessure: ‘’Mijn focus ligt op het doorbreken van de vijftien minuten grens dit seizoen. Dat zou echt mooi zijn. Hiervoor zal nog wel de nodige trainingsarbeid moeten worden verricht.’’ Remco Harmsen uit Zeddam werd de tweede veertigplussser in 22.39 minuten. Vijftig plusser Clemens Krus uit Kilder pakte de winst in zijn categorie met 21.48 minuten. Jan Hendriks uit Zevenaar toonde zijn krachten bij de zestigers als beste in 23.52 minuten. Prachtig om te zien dat atleten van het eerste uur in Beek nog steeds actief zijn, waaronder Peter Wissing uit Megchelen en Willy Elshof uit Didam.
Bij de jeugdafstand over 1 kilometer was het Lars Kraan die de overwinning opeiste met een tijd van 4.47 minuten. Drie tellen later kwam plaatsgenoot Quinn Wanders over de meet. Bij de meisjes was het Isabelle Overbeek uit Ulft die de klokken liet stil staan op 5.01 minuten. Sofy Welman uit Wehl noteerde 5.14 minuten en werd tweede.
De Duitse atlete Jarla Schlutter uit Rhede won de strijd bij de meisjes over 2 kilometer in 9.34 minuten. De Ulftse Saar Jansen had voor de tweede plek 9.40 minuten nodig. Bij de jongens was het Arvid Kramer uit ’s-Heerenberg die met 9.07 minuten de streep als eerste passeerde. Karsten Span uit Loerbeek werd tweede op 1 seconde.
De aanwezige EHBO had slechts een verstuikte enkel te behandelen. De meeste lopers waren prima gekleed tegen de kou. Stichting Omloop Beek was content met bijna driehonderd deelnemers aan de start, een stijging van 25 ten opzichte van de winterbosloopcompetitie voor de corona jaren. Voorzitter Jan Leuverink uit Beek reikte na afloop de dagtijdsnelste prijzen uit. Run2day verzorgde tijdens de loop voor een snelle tijdregistratie. Op hardloopuitslagen.nl zijn de tijden van de deelnemers te herleiden. De competitie zal hervat worden op de komende twee zondagen in Beek. Start en finish achter uitspanning ’t Peeske. Starttijd 5 km om 9.45u. De 10 km start om 10.30u.
Prachtig trailweekend in de sneeuw |
Soms, heel soms krijg je
gewoon meer dan waar je om vraagt…. Dat gebeurde ons afgelopen weekend. Met een
aantal mensen uit onze Appgroep ‘Lekker Buitenspelen’ hadden we ons aangemeld voor
het trailweekend in de Ardennen dat georganiseerd werd door Viking Outdoor. Een
aantal jaren geleden deden we ook al mee aan het Sauerland weekend van dezelfde
organisatie en dat was prima bevallen. Er is nog een filmpje op Youtube wat een
mooi overzicht geeft en ik heb er toen ook een verslag van gemaakt.
Dit weekend zou zich afspelen
in de Ardennen en we hoopten op een beetje sneeuw. Vooral voor de mooie foto’s
op de sociale media natuurlijk. Henrie en Claudia gingen op eigen gelegenheid,
maar ik had een 6- persoonsbusje gehuurd voor de rest van ons groepje. Dat is
toch een stuk gezelliger dan alleen rijden en scheelt ook nog eens aardig. Op
het laatste moment werd ons groepje Achterhoekers nog uitgebreid met Petra uit
Zelhem, waarmee het busje vol zat. We hadden ook nog een Tukker mee, maar dat
gaat prima met Achterhoekers. In het Westen zien ze sowieso het verschil niet. Gelukkig
bleek het busje een grote laadruimte te hebben, want er moest nogal wat mee.
Sommigen slepen nu eenmaal meer mee dan anderen, gewoon voor het geval dat.
We konden pas na 18:00 uur
terecht op onze bestemming (een oud kloosterinternaat dat nog als school
fungeerde), dus ik had op de heenweg nog een tussenstop gepland in Sougné. Daar
zouden we eerst een rondje lopen voor we verder zouden rijden naar de
eindbestemming. Maar hoe verder we richting Ardennen kwamen hoe winterser het
weer werd. Het sneeuwde en de toestand op de toch al slechte Ardense wegen werd
steeds beroerder. Wegen werden afgesloten omdat (vracht)auto’s en zo de gladde
hellingen niet meer op kwamen en de boel blokkeerden. We besloten ons middag
rondje te laten zitten en te proberen bij daglicht bij de eindbestemming te
komen. We kwamen gelukkig heelhuids over (met maar één keertje drukken) en
zetten het busje aan de kant van de weg tussen de auto’s van de ouders die hun
kinderen van school kwamen halen.
Aangezien we nog een uur
daglicht hadden besloten we maar een eind te gaan wandelen in het bos. Na vijf
minuten liepen we in een sprookjesachtig mooi dik besneeuwd bos, het leek wel
een stilleven uit een Kerstfilm. Nog iets later bedachten we ons dat het
misschien niet handig was geweest om alle navigatie apparatuur gewoon lekker
achter in de bus te laten liggen als je gaat wandelen… en nog weer wat later
bleken we ook de hoofdlampjes nog netjes in de rugzakken in de bus te liggen…
Maar door de sneeuw werd het net niet helemaal donker en met Google Maps konden
we toch de richting terug weer bepalen. Geen reden voor paniek dus, maar gewoon
genieten van de neerdwarrelende sneeuw de stilte in het bos.
Rond 18:00 uur bleek ook de
organisatie en de rest van de groep nog lang niet allemaal aanwezig. De
Whatsappgroep van het evenement had ik bij voorbaat al op stil gezet, maar die
ontplofte ongeveer van de berichten van mensen die aangaven waar ze vastzaten,
filmpjes van auto’s die vast zaten etc. Chaos troef, maar uit chaos ontstaan de
mooiste dingen zeggen ze… Uiteindelijk was het gros van de deelnemers op tijd
aanwezig voor de pastamaaltijd en de aansluitende Nighttrail. De gezamenlijke
strijd om überhaupt over te komen schiep een band en zo waren we binnen de
kortste keren druk in gesprek.
De Nighttrail bestond uit het
volgen van reflectortjes en reflecterende lusjes die opgehangen waren door de
organisatie. In het licht van de hoofdlampjes goed te doen zou je zeggen.
Uiteraard was het niet vlak en vielen de reflectortjes af en toe weg in de
glinsterende sneeuw en tussen de bomen. Hierdoor kregen we het met ons groepje
voor elkaar om zo aan de babbel te zijn dat niemand nog op de route lette. Ach,
een extra kilometertje heen en terug op zo’n weekend kan er best bij…. De
stemming zat er in ieder geval goed in en dat beloofde wat voor de rest van het
weekend.
Bij terugkomst zette ik mijn
schoenen op de elektrische schoenendroger en pakte een korte douche. Fris en
fruitig zaten we daarna in de gemeenschappelijke ruimte om de verloren
calorietjes aan te vullen met een gerstenatje of een gefermenteerd druivensapje.
De oproep om zelf wat te knabbelen mee te nemen was ter harte genomen en al
snel werd het heel gezellig. De gesprekken gingen over van alles, maar vooral
over onze gemeenschappelijke hobby natuurlijk. Sterke verhalen over trails in
binnen- en buitenland deden de ronde onder de oudgedienden en goedbedoelde
adviezen werden verstrekt aan nieuwkomers.
De volgende morgen konden we
genieten van een lekker ontbijtje en werd uitgelegd wat het plan van de dag
was. Er was een route van ruim 20 en één zo’n 32 en er kon worden gewandeld of
hardgelopen. De gpx bestanden waren van tevoren beschikbaar gesteld, maar je
kon met een groep meelopen met een begeleider van de organisatie. Voor de lange
route bleek de animo niet heel groot (gek hè) en we besloten dat het leuker zou
zijn om bij elkaar te blijven en de boel niet op te splitten. Vanaf een
landhuis aan de oever van de wild stromende Amblève vertrokken we voor onze
ronde, maar uiteraard niet na een groepsfoto…
Het was best fris, iets van
-4, maar het waaide bijna niet en de zon kwam net boven de heuvels uit.
Geweldige uitzichten over sneeuwbedekte heuvels en bossen in de zon waren het
gevolg. We stonden dan ook regelmatig stil voor een foto of een filmpje of
gewoon om even te kijken. Ook waren er een paar mensen die nog nooit met
stokken hadden gelopen. Het eerste half uur gaf ik daarom een superkorte
snelcursus stokkenlopen, aan het eind van de dag waren ze al gevorderde
gebruikers… De begeleiders wisten de weg, dus kon de Garmin handheld in de
rugzak blijven en kon ik af en toe een filmpje schieten met mijn cameraatje.
In het bos was het heel
rustig, ik denk dat we op de hele route maar een handvol mensen hebben gezien.
In het zonnetje kon de rits van het jack wel los en de handschoenen uit. Bij
iedere heuvel die je op klom barstte het zweet uit de poriën, je moest dus ook
niet te hard lopen want dan kreeg je het veel te koud als je even stond te
wachten op de laatsten in de groep. En we moesten nog wel eens wachten, niet
omdat er zo langzaam gelopen werd maar er werd volop genoten van het winterweer
en alles wat er te zien was. het was ook geen wedstrijd natuurlijk. Bovendien
liepen we allerlei prachtige, maar soms heel technische, singletrack paadjes
met takken die zwaar van de sneeuw tot vlak boven de grond hingen. Op de hoger
gelegen delen van de route was de sneeuw zeker tien cm (tegen drie cm op lager
gelegen delen) waardoor het in de verse sneeuw soms ploeteren was. Maar we
wilden toch een Wintertrail? Die hadden we!
Na de middag trok de zon
langzaam weg en werd het ook meteen kouder. Nu zaten er nog een paar flinke
klimmen in om het weer warm te krijgen en viel het in het bos nog wel mee met
de wind, maar af en toe kreeg je toch even een koude bries om de oren. Eén van
de begeleidsters kreeg wat last van de knie en dat drukte het tempo natuurlijk.
De ritsen weer dicht, handschoenen en mutsen op en door. Gelukkig kon de
organisatie met een busje ergens langs de route komen zodat onze pechvogel zich
niet helemaal hoefde te forceren, er kwam immers nog een dag.
In de laatste kilometers lag
het tempo iets hoger, maar ook niet heel veel want het terrein was lang niet
altijd makkelijk en we deden ook nog even een bonus heuveltje extra. Ook een
kleine overstroming van de Amblève moest even via een extra omweggetje
overwonnen worden, maar uiteindelijk bereikten we de parkeerplaats met onze
bus. Met iedereen ingeladen ging het vervolgens weer richting ons basiskamp,
waar de glühwein al bijna klaar stond. Zo’n 6 uur onder weg geweest, maar wat
een geweldige tocht. Daar gaan we nog lang aan terugdenken.
En de dag was nog niet eens
om, want na het douchen en de glühwein en andere versnaperingen werd de
barbecue aangestoken op het binnenpleintje. De verstookte calorieën weren in
hoog tempo aangevuld en de stemming zat er al snel flink in. De traditionele
pubquiz mocht natuurlijk niet ontbreken, maar nadat we enkele jaren geleden met
de Wijzen uit het Oosten de rest gedeclasseerd hadden mochten we nu niet in één
team blijven. Er werd even goed gehusseld met deelnemers en zo hadden we (in
theorie) gelijkwaardigere teams. Uiteraard werd er weer gespeeld om de eeuwige
roem en dus werd er gestreden tot de laatste puntjes. Geweldig leuke manier om
ook eens anderen te spreken en op een andere manier te leren kennen. Na afloop
werd er nog lang na-geëvalueerd….
De volgende ochtend was het
echter bijtijds opstaan en alles inpakken voor vertrek. na het ontbijt zouden
we namelijk vertrekken naar de start van onze laatste route, maar we zouden
daarna niet meer terugkomen. Het lag nl. al op de route naar huis. Het werd
even puzzelen hoe we het zouden indelen omdat niet iedereen in ons busje
dezelfde afstand deed, maar we wilden wel ongeveer gelijk klaar zijn zodat er
niemand een tijd hoefde te blauwbekken in de kou. Maar uiteindelijk ging Petra
wandelen met Henrie en Claudia en liepen wij een kortere route langs de oevers
van de Ninlingspo. De enige bergbeek van België en in de zomer een
toeristentrekker van jewelste. En wij waren zo vroeg dat we het gebied zo
ongeveer voor onszelf hadden, heerlijk!
Ik was er al eens eerder
geweest en er stond me nog bij dat het een beekje was dat je heel vaak over
moest steken. Nou dat klopte nog! Tientallen keren mochten we via bruggetjes of
stapstenen het water oversteken. Maar met een laag sneeuw en ijs is dat wel
iets anders dan in de zomer als het maar een klaterend stroompje is… We
klauterden en glibberden en worstelden on over smalle randjes en heel af en toe
renden we ook nog een stukje. Maar dat alles wel met een grote grijns op ons
hoofd. Lekker buitenspelen in optima forma!
Uiteindelijk kwamen we in de
laatste kilometers Henrie, Claudia en Petra weer achterop, alsof we het zo
uitgemikt hadden. Maar eigenlijk toch meer bij toeval. We kwamen dus ongeveer
tegelijk bij de parkeerplaats aan. We trokken even droge kleren aan en kletsen
nog even na met Peter, Dorinde en Marnix die als organisatie de hele morgen in
de kou op iedereen bleven wachten om zeker te weten dat iedereen heelhuids uit
het bos kwam. Hulde voor de organisatoren! Daarna stapten we in het busje om te
beginnen aan de rit naar huis. De wegen waren een stuk beter begaanbaar dan
vrijdag avond en zo kwam er vlot een eind aan een geweldig winters Viking
trailweekend. Gelukkig hebben we de foto’s nog !
Weekend in cijfers:
Proloog 7,9 km en 194 hm in 2
uur
Nighttrail 8,5 km en 225 hm in
1:18 uur
Zaterdag 33,4 en 1136 hm in
6:12 uur
Zondag 8,5 km en 313 hm in 1:46 uur
Er moeten meer aanmeldingen
komen om de halve marathon van Bocholt op zondag 3 september 2023 door te laten gaan, dit zegt Ullrich
Kuhlmann van het Organisatieteam van de Stadt-Sport-Verbandes Bocholt (SSV).
Tot nu toe hebben 385 atleten zich aangemeld. Om het door te laten gaan moeten
er voor 5 maart minstens 700 mensen zich aangemeld hebben. Het inschrijfbedrag
is tot 5 maart 27 euro, daarna gaat het omhoog naar 32 euro.
Voor meer informatie klik op
onderstaande links
Peter Huls in actie op de lange cross |
Klik op de link voor de foto's van Eric Beatse, de Kiekjesdief