Die baantraining van gisteren, die voel je nog wel even |
Het is de ochtend na een goede
training. Nog voldaan van de grenzen die je de dag ervoor verlegd hebt, zwaai
je je benen over de rand van het bed. Tijd om op te… staan. Alleen dat gaan
staan voelt net iets minder soepel dan normaal, en ook de eerste stappen door
je slaapkamer zijn licht oncomfortabel. Meestal is de trap al helemaal een
goede graadmeter. Na de eerste paar treden weet je het zeker: die training van
gister, die voel je nog wel even. En dat terwijl er alweer een nieuwe training
op de planning staat vandaag. Kan dat dan wel?
Wat gebeurt er met je spieren
als je traint?
Het meest makkelijke antwoord
zou zijn: ‘dan worden je spieren sterker’. Dat klopt inderdaad, maar hoe werkt
dat precies? Training –met name een hogere belasting dan je gewend bent – zorgt
voor lichte beschadigingen van je spieren: de zogenaamde trainingsprikkel. Dat
is op zich niets ernstigs, want normaal gesproken herstelt je lichaam dit zelf
door middel van een ontstekingsproces. Dat geeft de pijn die je tot 48 uur na
je training voelt: de zogenaamde Delayed Onset Muscle Soreness (DOMS) oftewel
verlate spierpijn.
Wellicht klinkt het een beetje
gek, maar dat ontstekingsproces zorgt voor supercompensatie. Het zorgt ervoor
dat je lichaam nieuw en sterker spierweefsel aan maakt. Steeds een klein beetje
over je grenzen gaan, maakt dat je lichaam die prikkel blijft krijgen en blijft
supercompenseren. Met mate is spierpijn dus eigenlijk juist goed, want dat
betekent dat je spieren sterker worden.
Maar is trainen met spierpijn
dan ook goed voor je?
In principe is het niet slecht
om te gaan trainen als je nog spierpijn hebt van je vorige training. Het heeft
zelfs voordelen om dit wel te doen. Door de beweging komt de doorbloeding in je
spieren op gang, waardoor afvalstoffen beter afgevoerd worden. Maar pas je
training hier wel op aan. Verwacht bijvoorbeeld niet dat je de dag na een fikse
training en de bijbehorende spierpijn een anaerobische intervaltraining of tempoloop
kunt doen. Je belast de al aangedane spieren dan alleen maar meer, waardoor je
het herstelproces saboteert en het risico op blessures toeneemt, of zelfs
overtraining op de loer ligt.
Kies in plaats daarvan voor
een rustige duurloop, waarbij je de focus op het herstel legt. Laat snelheid
even achterwege, en wissel ook gerust tussen hardlopen en wandelen. Of ga een
dagje cross-trainen: fietsen of zwemmen bijvoorbeeld. Zo train je andere
spiergroepen, is de impact op je aangedane spieren niet zo groot en zorg je
toch voor een goede doorbloeding. Let er wel op dat je hierbij niet over je
grenzen gaat. Het is ook weer niet de bedoeling om de ene spierpijn te
vervangen voor de andere.
Er is echter één situatie
waarin het absoluut uit den boze is om met spierpijn te gaan trainen en dat is
wanneer de pijn veroorzaakt wordt door een virusinfectie, griep bijvoorbeeld.
Je loopt dan namelijk het risico op ontsteking van je hartspier, met als gevolg
dat je vanaf dat moment hartpatiënt bent. Dan is een dagje wachten met trainen
echt wel te moeite waard.
Luister naar je lichaam
Je lichaam kan namelijk heel
goed aangeven of je ‘gewoon’ spierpijn hebt, of dat er meer aan de hand is. Als
je bijvoorbeeld niet op een normale manier kunt lopen en je beweging moet
aanpassen om geen pijn te hebben, is dat een duidelijk signaal dat trainen een
slecht idee is. Voorzichtig rekken kan de pijn verlichten, maar pas op dat je
niet overstretcht. Hierbij is eigenlijk de gouden regel om onder de pijngrens
te blijven. Het is logisch dat je de spier die je rekt wel voelt, maar dit mag
een trekkend gevoel zijn waarbij je voelt dat er langzaam ontspanning in je
spier komt. Zodra het echt pijn doet, ga je te ver en loop je het risico dat je
je spier inscheurt. (bron)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten