woensdag 28 juni 2023

Paesens-Moddergat-Nes

De oprijlaan naar ons vakantiehuisje

Op de woensdagavond van onze vakantie trek ik voor het eerst de hardloopschoenen aan en staat er een duurloopje door het Noorden van de provincie Friesland op het programma. Vanaf ons prachtige onderkomen, net buiten het plaatsje Paesens, loop ik de eerste kilometer in de richting van korenmolen De Hond. De molen is een stellingmolen uit 1861. In 1950 werd er een sloopvergunning uitgegeven voor de molen maar desondanks bleef de molen jarenlang onaangeroerd staan. In 1971 werd de molen toch nog weer in volle glorie in gebruik genomen en ze schitterd vanavond prachtig in de volle zon.

Nog geen 500 meter verder loop ik de dorpskern van Paesens binnen. Het dorp is ontstaan in de 11e eeuw nadat de zeedijk werd neergelegd. Het dorp lag even ten oosten van de zeeslenk Paesens, die naar Dokkum liep. Het dorp ontwikkelde zich al snel tot een vissersdorp. In de 17e en vooral 18e eeuw breidde het dorp zich uit tot aan de oever van deze rivier. Men breidde ook aan de andere kant uit en zo ontstond de satellietnederzetting Moddergat. Moddergat was daarvoor niet meer dan een benaming voor de monding van de zeeslijk.

De tweelingdorpen Paesens en Moddergat bezaten in de 19e eeuw een grote vissersvloot. In de nacht van 5 op 6 maart 1883 voltrok zich een ramp voor de gemeenschap. Tijdens een zware storm vergingen 17 blazers en aken en kwamen 83 dorpelingen van Paesens en Moddergat om. De ramp houd verband met de armoede die er heerste. De visserij bracht hier weinig op en er heerste in het dorp een behoorlijke armoede. Niet onlogisch, dus, dat de vissers ook bij slechter weer toch probeerden nog wat te vangen, met alle risico’s van dien. Ter herdenking werd in 1958 op de zeedijk een monument opgericht. Anno 2023 is in de dorpen de visserij nog steeds een belangrijke bron van inkomsten maar de schepen hebben nu hun thuishaven in de haven van Lauwersoog.

Paesens en Moddergat, het zijn twee verschillende dorpen. Maar afgezien van de plaatsnaamborden die je vertellen waar je het ene dorp verlaat en het andere binnengaat, lijkt het in alles één dorp te zijn. Zelfs gezamenlijk is het nog steeds een klein dorp dat slechts 450 inwoners telt. Nu is het dus met recht een dubbeldorp en staat het vol met monumentale en schilderachtige vissershuizen en boerderijen, vooral rondom de Buorren, de hoofdstraat van het dorp. Het dorp is dan ook beschermd dorpsgezicht. Veel van de woningen zijn voorzien van informatieborden over de historie van de panden.

Door de hoofdstraat van het plaatsje, loop ik langs de Sint-Antoniuskerk, evenwijdig aan de Zeedijk, in de richting van het dorpje Nes. Het dorp Nes is op een terp ontstaan, die in de vroege middeleeuwen werd opgeworpen. Dit dorp was echter niet echt gericht op de visserij maar was meer een land- en tuinbouwdorp. De terp lag op een soort van schiereiland, of landtong, waar de plaatsnaam van afgeleid is; een in het water uitstekende punt land. Nes betekent dan ook letterlijk landtong.

Een eindje verder sla ik door een poortje weer linksaf in de richting van de bewoonde wereld en kom langs een aantal fraaie, oude boerderijen. Door de vele landbouwgronden kijk je soms kilometers weg en in de verte zie ik de molen al weer liggen van het begin van onze tocht. Een mooi 'richtpunt' om er, via enkele prachtige fietspaden, weer naar toe te lopen. Een prachtig rondje van bijna 10 kilometer zit er even later al weer op, dank aan Ina voor het meefietsen.

Langs de Zeedijk

Geen opmerkingen:

Een reactie posten