dinsdag 4 maart 2025

Ingrid Prigge: van laatbloeier tot recordhoudster

Ingrid Prigge

Bijna 20 jaar na haar eerste marathon loopt de Twentse een nationaal record in haar leeftijdscategorie.

Door Bram Ribbers

Op de marathonranglijst staan dit jaar 7302 namen. Dat zijn 7302 verhalen over mooie tijden op de marathon. Op plek 87 bij de Nederlandse vrouwen zien we met een tijd van 3.01.42 de naam Ingrid Prigge staan. Deze tijd zette zij neer tijdens de marathon van Enschede afgelopen voorjaar. Een schitterende prestatie, maar nog knapper als je je bedenkt dat dit sindsdien het Nederlands record vrouwen 60+ is. We spraken haar over haar prestaties en haar records.

Nog altijd op de wachtlijst voor de volleybal

Ingrid deed eerst fanatiek aan volleybal, maar verhuisde in de jaren ‘90 naar Borne. Daar kwam ze op de wachtlijst te staan voor de lokale volleybalvereniging en daar staat ze nog steeds op. ‘Ik heb daar tot op de dag van vandaag niks van gehoord.’ Zo is ze uiteindelijk maar gaan hardlopen. ‘Dat ging eigenlijk heel goed’. Ze koos er bewust voor om bij een groep te gaan trainen want “ik ben geen Einzelgänger”. Zo liep ze eerst bij de lokale Club Sportief om later over te stappen naar Triathlon Borne en nog later naar Lange Afstand Atletiek Club Twente (LAAC).

Niet met de neus op de grond

Bij LAAC ontmoette ze haar trainer Herman Moelard. 'Hij zei: “als je niet met de neus op de grond wil lopen, dan moet je bij mij komen”. Onder Herman ging Ingrid zich richten op de lange afstanden. Omdat Ingrid een laatbloeier was, miste ze een stukje basissnelheid, waardoor er meer potentie lag in het langere werk. Toch werd er bewust 7 jaar gewacht met de eerste marathon. ‘Dat was een wijsheid van Gerard Nijboer.’

Eerste marathon op moederdag

Die eerste marathon was voor Ingrid op haar 42ste in 2005 tijdens de marathon van Enschede. Als geboren en getogen Twentse een thuiswedstrijdje. ‘Die viel toen op Moederdag en ik had daar toch een beetje een schuldgevoel bij, maar m’n kinderen zeiden dat ik op Moederdag mag doen wat ik wil, dus ik ben die marathon gaan lopen.’ Tijdens de marathon had Ingrid voormalig topatleet Marti ten Kate tot haar beschikking als haas. Die hield er wel een wat ander voedingsprotocol op na. 'Waar ik netjes luisterde naar de sportdiëtist, liep Marti op tic-tacjes.'

De verwachtingen waren hoog. Haar coach Herman Moelard voorspelde een tijd van 2:45 en die kwam precies uit. In een tijd van 2:45.28 werd ze derde achter twee Ethiopische dames. ‘Herman wist precies wat ik kon. Je leert elkaar zo goed kennen en dat is ook nodig, want je moet van elkaar op aan kunnen.’ Die vertrouwensband tussen atleet en coach is volgens Ingrid trouwens niet alleen de verantwoordelijkheid van de coach. ‘Ook als atleet heb je daar een verantwoordelijkheid in. Alleen zo kom je samen verder.’

Drie keer winst in Enschede

Zo kwam Ingrid uiteindelijk tot een PR van 2.41.06, gelopen in Amsterdam 2006. Daarmee was ze destijds ook de beste Nederlandse. Verder schreef ze in totaal drie keer de marathon van Enschede op haar naam. Toch is dat niet haar mooiste marathon. ‘Dat was de Marathon van Berlijn in 2012. We gingen er met een hele groep mensen heen vanuit Hengelo. Dat was echt gezellig. Ik kwam uiteindelijk als snelste Nederlandse over de streep (15e vrouw in 2:47.54). Ik heb daar ook een hele mooie medaille aan overgehouden.’

Ondanks haar snelle tijden is Ingrid niet heel veel bezig met records. ‘Toen ik hoorde dat ik het Nederlands record 60+ had gebroken had ik eigenlijk zoiets van: oh jee, nu weet iedereen dat ik al 60 ben’. Dat ze nu nog zo hard loopt heeft ze volgens zichzelf te danken aan het feit dat ze pas laat is begonnen en daardoor nog niet te veel loopjaren heeft gehad. ’Ik zat toen ik begon natuurlijk al meteen bij de masters. Ik hoefde niet meteen kampioenschappen te lopen, maar ben dat later wel gaan doen om die concurrentie aan te gaan. Ik hoefde niet per se die records, maar het is natuurlijk wel leuk.’ Daarnaast vertelt ze dat ze diep respect heeft voor haar ‘concurrentes’ die wel druk zijn met records. ‘Je ziet natuurlijk dat de laatste jaren die records steeds vaker vallen. Ook doordat steeds meer mensen met carbonschoenen lopen.’

‘Trots dat ik zoiets teweeg kan brengen’

Tegenwoordig heeft Ingrid ook andere prioriteiten. Al in 2009 deed ze een opleiding tot looptrainer. ‘Maar een goede loopster maakt nog geen goede trainer. Daar kwamen wel echt uitdagingen bij kijken, zo raakte ik soms in de knel met mijn eigen training.’ Toch haalt ze veel voldoening uit het trainen van haar groep. ‘Ze steken elkaar aan met fanatisme. Iedereen traint op zijn of haar eigen niveau. De ondergrens is 5 kilometer onafgebroken kunnen lopen. Te langzaam doen we niet aan. Sowieso loop je nooit te langzaam, je loopt hooguit minder snel.’ Zelf traint ze niet mee met de groep. ‘Dan loop je toch steeds met dezelfde mensen mee. Iedereen moet aan het einde van de training het idee hebben dat ze aandacht hebben gehad.’

En die aandacht krijgen de lopers. ‘Ik merk dat ik goed kan levelen met de mensen in de loopgroep. Het zijn toch vaak mensen die vroeger veel uitgegaan zijn en nu een keer beginnen met hardlopen’, voor haar natuurlijk een bekend verhaal als laatbloeier. ‘Aanvankelijk was ik bang dat het een damesgroepje zou worden, maar de groep bestaat voor de helft uit heren. En het steekt elkaar allemaal aan met enthousiasme’, vertelt ze. ‘Ondertussen gaan ze samen naar wedstrijden toe. Ik voel mij wel trots dat ik zoiets teweeg kan brengen.’

‘Als je zin hebt, kun je tijd vinden’

Naast trainingen geven aan haar trainingsgroep, geeft ze ook clinics aan bedrijven in voorbereiding op de Enschede marathon. Bij deze wedstrijd is ze achter de schermen actief. Desondanks vind ze zelf nog voldoende tijd om te trainen. ‘Als je zin hebt, kun je tijd vinden’, zegt ze er zelf over.

Toch traint ze niet langer met een schema, daar heeft ze geen zin meer in. Haar scherpe tijd op de marathon kwam dan ook een beetje uit de lucht vallen. Haar trainer had 3 uur 15 voorspeld. ‘Ik had eigenlijk helemaal niet op de klok gekeken. Ik liep gewoon lekker door. Maar ik zeg ook altijd dat het mentale deel de helft van het werk is. Je moet bestand zijn tegen de druk die je jezelf op legt. Ik ben eigenlijk al mijn marathons mentaal goed door gekomen’, zegt ze. ‘Ik ervaar tegenwoordig eigenlijk geen druk meer. Natuurlijk wel een beetje gezonde spanning, maar ik zal niet meer anders slapen van een tijd. Dat moet ook niet want rusten is ook gewoon trainen.’

De focus ligt op genieten van de loopsport

Misschien dat ze ooit nog voor een tijd onder de 3 uur gaat, maar ze heeft er ook vrede mee als dat niet lukt. Veel belangrijker vind ze het dat de lopers in haar groep niet geblesseerd raken en dat het allemaal gezellig blijft. ‘Ik blijf scholing volgen en ik leer nog steeds nieuwe dingen. Ik wil graag behouden wat ik heb en het is leuk om nieuwe dingen te leren. De focus ligt vooral op het genieten van de loopsport.’ (bron)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten