Wil jij een marathon lopen binnen 4 uur? Deze tips gaan je zeker helpen. Als leidraad kun je aanhouden
dat je voor een sub4-marathon 5 km in 25:12 moet kunnen lopen, 10 km in 52:17
en een halve in 1:55:55. Uiteraard zegt een halve marathontijd meer over je
marathonpotentie dan een 5- of 10-kilometertijd. Je weet precies waar je voor
traint: je wilt 5:40 /km lopen, dit tempo komt in je trainingen regelmatig
terug. Het is goed om fysiek en mentaal alvast te wennen aan deze snelheid Uiteraard hoef je niet alle
tips tegelijkertijd op te pakken, kies twee of drie tips uit om mee aan de slag
te gaan. 1. Intervallen Doe je nog geen
intervaltraining, dan is een intervaltraining een gouden aanvulling op je
trainingen. Met intervaltraining kun je in korte tijd veel snelheid winnen voor
je marathon. De kunst van deze training is om snelheden te lopen die je (nog)
niet gewend bent. Zodat je lichaam de prikkel van deze hoge snelheid leert
kennen. Er zijn tientallen soorten intervaltraining, we geven hier drie
mogelijke intervallen. Na een warming up kun je 10 x
200 meter lopen in 55 seconden*. Je
merkt dat de eerste 200 meter prima gaat en dat het in de loop van de serie
pittig wordt. Na een intensieve 200 meter kun je 200 meter heel rustig
dribbelen. Een andere training is
intervallen met 400 meters. Loop 10 x 400 meter in 1:56 / 2:02. Na 400 meter
loop je 200 meter heel rustig om bij te komen. Naast 200 meters en 400 meters
zijn 800 meters mooi om mee te nemen. Beroemde 800 meters zijn Yasso’s. Dat
zijn bijzondere 800-meters op een tempo in min/km die overeen komen met je
gewenste marathon in uren/minuten. Dus als je een marathon in 4:00 uur wilt
lopen, gaan je 800 meters in 4:00 minuten. In een traject naar je marathon doe
je iedere week een ‘Yasso-training.’ De eerste keer doe je er 4, daarna 6 en
daarna 8. Na een 800 meter op 4:00, kun je 400 meter rustig dribbelen. 2. Trainer of maatje Een intervaltraining is 1000 x
leuker en makkelijker als je een trainer hebt of een loopmaatje met hetzelfde
doel. Heb je nog geen trainer of maatje? Dan kun je met dit kaartje op Prorun
een loopmaatje vinden, bij jou in de buurt. 3. Start op 5:40 /km Een marathon is ver. Het is
een afstand waarbij je jezelf tegenkomt als je te hard start. Je hebt veel
getraind op 5:40 /km, het is de kunst om zo vlak mogelijk te lopen. Trap niet
in de valkuil dat je wat marge wilt opbouwen en dat je dus wat sneller start. Loop
de eerste kilometer al in 5:40 /km en loop zo vlak mogelijk. 4. Krachttraining Krachttraining is een
waardevolle aanvulling bij je marathon. Neem in je training, of op andere
dagen, oefeningen op met squats. Niet zomaar een squat, maar squats waarbij je
springt. Dat verbetert de afzet in je hardlooppas. Ook lunges zijn uitstekend
voor een sterkere bovenbenen. 5. Looptechniek Heb jij nog niet eerder
gericht iets gedaan met je looptechniek? Dan is het goed om met je techniek aan
de slag te gaan. Techniektraining kun je uitbreiden door te trainen op
armzwaai, kniehef, afzet en nog veel meer. Zonder trainer hoef je niet op alles
tegelijk te letten, dan is het goed om je pasfrequentie te trainen. Ervaar of
een hogere pasfrequentie goed voelt en je sneller maakt. Wil jij van een
techniektrainer horen welke loopstijl het beste bij je past? Dan kun je een
sessie doen bij de beroemde techniektrainer Franklin van Doesburg. 6. 1 kilometer in 5:40 /km Naast de intervaltraining is
het goed om ook tijdens een andere training 1 kilometer te kiezen om 5:40 /km
te lopen. Zo leer je aan te voelen wat het tempo is én je lichaam went aan je
gewenste snelheid. Het is prima om tijdens een rustige training 1 kilometer te
kiezen (bijvoorbeeld de derde of vierde kilometer van je training) om op 5:40
/km te lopen. 7. Train 4 keer per week Met één training per week
onderhoud je wat je nu aan conditie hebt, met twee trainingen per week bouw je
langzaam op. Wil je echter een marathon lopen? Dan is 4 trainingen per week
ideaal, voor een marathon is vier trainingen wenselijk, voor een halve marathon
is drie genoeg.. a.Interval b.14 kilometer rustig lopen
(6:20 /km) met 4 keer een kilometer op 5:40 /km c.7 kilometer in een tempo van
6:00 /km d.Duurloop van 20+ kilometer
op een tempo van 6:20 /km. 8. Val wat kilo’s af Ben je een paar kilo zwaarder
dan nodig is? Dan helpt het enorm om wat kilo’s af te vallen. De calculator van
Ron van Megen en Hans van Dijk werkt inspirerend om wat af te vallen. Je kunt
in hun calculator je huidige gewicht en je PR invullen, dan zie je wat er met
je tijden gebeurt als je een paar kilo afvalt. Voorbeeld: je bent 78 kilo en je
PR op de marathon is 4:06:30. Val je 3 kilo af dan loop je met hetzelfde
vermogen geen 4:06:30, maar zit je al op 3:57:01. Ben jij benieuwd hoe dat bij
jou zit? Vul hier je gewicht en je PR in. 9. Lopen op vermogen Pas je al veel van
bovenstaande tips toe en blijf je toch hangen op hetzelfde niveau? Dan kan een
Stryd uitkomst bieden. Stryd is een (vrij dure) vermogensmeter waarmee je
gericht op vermogen kan trainen. Het grote voordeel van Stryd is dat je een
trainer op je schoen hebt zitten die iedere training analyseert en meeneemt in
de adviezen. Zo kun je gericht je intervallen en duurtrainingen op vermogen
doen en weet je zeker dat je slim traint op basis van je huidige vorm. (bron) |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten