Op 4 januari hebben we een verlate Nieuwjaarsduik genomen in de Atlantische oceaan, heerlijk |
Als op 2 januari
om 22.30 uur, na een vertraging van anderhalf uur, mijn vliegtuig vanaf de
Polderbaan vertrekt besef ik daadwerkelijk dat het avontuur is begonnen. Een
maand lang ga ik samen met mijn goede vriend Raul Griffioen rondtrekkend door
het op één na grootste land van Zuid-Amerika; Argentinië. Raul heeft veel
familie in Argentinië, die deel uitmaken van een groep Nederlanders die halfweg
de 20e eeuw emigreerden naar het land. Raul is al vanaf september in Argentinië
en heeft in die tijd veel op de boerderij gewerkt en een groot deel van zijn
familie bezocht.
Voordat ik het
vliegtuig instap maak ik kennis met Annie en Leo Vink. Annie is de oudtante van
Raul en zei kan mij veel vertellen over de Argentijnse cultuur. Een bijzonder
lief echtpaar dat mij, een totaal onervaren reiziger, overal bij helpt.
Als ik de strenge
Argentijnse douane ben gepasseerd staat Raul me al op te wachten. Ook zijn
vader, die een maand bij zijn familie verblijft en een oom, Richard, verwelkomen
me hartelijk. Vanaf het vliegveld van Buenos Aires is het een klein stukje
rijden naar het huis van oom Richard. Ach ja een klein stukje, dik 500
kilometer maar dat stelt hier blijkbaar niks voor. Even om het in perspectief
te plaatsen: alleen de provincie Buenos Aires is al acht keer groter dan
Nederland.
Onderweg naar de
'Nederlandse enclave' Tres Arroyos, maak ik kennis met een aantal Argentijnse
gewoontes. Bijvoorbeeld het drinken van Maté. Een klein kopje wordt voor de
helft gevuld met een soort theeblaadjes, sherpa genoemd, en bijgevuld met heet
water. Via een ijzeren rietje wordt de maté naar binnen gewerkt. Het is niet zo
dat iedereen een eigen kopje heeft, nee hoor, het kopje wordt steeds
doorgegeven naar een ander persoon. Het Hollandse - één koekje bij de thee -
kennen ze hier ook niet, de koekjes gaan
er met rollen tegelijk doorheen. Had ik trouwens al gezegd dat het hier overdag
een graad of dertig is? Bij dezen, het is hier heerlijk weer. Op 4 januari
hebben we een verlate Nieuwjaarsduik genomen in de Atlantische oceaan,
heerlijk. Maar dit terzijde
Een ander, geheel
niet vervelend gebruik, in Argentinië zijn de twee warme maaltijden op één dag.
Hier zijn ze niet zo van de aardappels-groente-vleesmaaltijd, hier houden ze
het gewoon bij vlees, vlees en nog eens vlees. Voor een halve kilo per dag
draaien ze zich hier de hand niet om. Een gewoonte waar ik wel aan kan wennen.
Het avondmaal wordt overigens pas rond een uur of half 11 in de avond
opgediend.
Het boerenleven
is in de provincie Buenos Aires, waar de hoofdstad zelf geen deel van uitmaakt,
de belangrijkste inkomstenbron. Richard bewerkt 1200 hectare land. Dus je
begrijpt dat ik het hier niet over een hobbyboertje heb. Overal waar je kijkt
zie je de schitterende goudkleurige tarwevelden of de groene sojaplanten. De wijdheid
van dit land is bijna niet te bevatten. Johan, ook een oom van Raul, woont met
zijn vrouw Paula, drie kinderen en vier honden op een boerderij een halfuur
buiten Tres Arroyos. Hier verblijven we een nachtje. Het valt me op dat de
kinderen in een oorverdovende stilte en een ongelooflijke ruimte opgroeien. De
oudste zoon, slechts tien jaar, draait moeiteloos mee op het boerenbedrijf. Hij
is van alles op de hoogte en rijdt zelfs met een tractor die een laadbak van twintigduizend
kilo voortsleept, over het platteland. Het valt ook op dat de kinderen van
Johan en Paula het Nederlands niet machtig zijn. Het lijkt erop dat de
oorspronkelijke Nederlanders langzamerhand échte Argentijnen worden.
Zoals jullie
merken raak ik niet uitgepraat over het overweldigende begin van onze reis. Eén
ding moet ik nog even melden. Het gaat over het kustplaatsje Reta. Een geweldig
dorpje. Als je vanaf de snelweg, die er
hier fantastisch bij ligt, Reta binnenrijdt, houdt het asfalt ineens op. Je
gaat plots vijftig jaar terug in de tijd. Midden tussen de duinen staan een
aantal huisjes, verder is er weinig te beleven. Maar dan staat daar, op een
plek waar het onmogelijk lijkt, een bowlingcentre. Het mooie aan deze
bowlingbaan is dat de kegels door een mannetje weer recht overeind worden
gezet. De beste man verstaat zijn vak uitstekend, want binnen no time staan de
kegels weer overeind. Voor degenen die het interesseren, ik kwam uiteraard als winnaar uit de strijd.
Terwijl ik dit
type, zitten we in een ongelooflijk luxe bus die ons naar het in het zuidwesten
gelegen Bariloche brengt, een reis van pakweg 1200 kilometer. Eigenlijk gaat de
reis nu écht beginnen. Of ik daar internet heb, is maar de vraag. Het zal mij
verbazen dat dit verhaal jullie ooit bereikt!.
1 opmerking:
Mooi verhaal Erwin en genoeg te beleven en te zien in dat mooie land. Veel plezier nog de komende weken, je zult de hardloopschoenen nog wel niet aan hebben gehad?
Een reactie posten